ECLI:NL:RBROT:2012:BV2047
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H. Veling
- P. Vrolijk
- H.J.M. van der Kaaij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in echtscheidingsprocedure met minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 27 januari 2012 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker in een echtscheidingsprocedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de vrees voor vooringenomenheid van de rechter, die zich volgens verzoeker niet objectief zou opstellen in de behandeling van de zaak. De rechtbank heeft in haar beoordeling vooral gekeken naar het belang van de minderjarige kinderen van partijen en de noodzaak om de echtscheidingsprocedure zo kort mogelijk te houden om onherstelbare schade voor de kinderen te voorkomen. De rechter heeft ter zitting verschillende voorlopige oordelen geveld, wat verzoeker als vooringenomenheid interpreteerde. Echter, de rechtbank oordeelde dat het wijzigen van een oordeel eerder een indicatie is van openheid voor argumenten van partijen.
De rechtbank heeft ook de argumenten van verzoeker over de onpartijdigheid van de rechter beoordeeld. Verzoeker stelde dat de rechter hem niet voldoende gelegenheid gaf om zijn standpunten naar voren te brengen en dat de vragen van de rechter over de advocaat van verzoeker ongepast waren. De rechtbank concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van verzoeker dat de rechter vooringenomen was. De rechter had zich ter zitting vooral laten leiden door het belang van de kinderen en had geprobeerd om een oplossing te vinden die in hun belang was. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het wrakingsverzoek ongegrond was en heeft het verzoek afgewezen.