ECLI:NL:RBROT:2012:BV2395
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoorschotting van buitengerechtelijke kosten in letselschadezaak na verkeersongeval
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 februari 2012 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen verzoekster, wonende in Canada, en de naamloze vennootschap London Verzekeringen N.V. Het geschil betreft de bevoorschotting van buitengerechtelijke kosten die zijn gemaakt door verzoekster na een verkeersongeval op 4 mei 2004, waarbij zij letsel opliep. London Verzekeringen heeft aansprakelijkheid erkend, maar betwist de redelijkheid van de ingediende declaraties van de advocaat van verzoekster, mr. T.K.A.B. Eskes.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 oktober 2011 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift en een mondelinge behandeling op 23 november 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster recht heeft op vergoeding van redelijke kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand, maar dat de omvang van de schade niet voldoende is onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de kosten die zijn gemaakt door verzoekster niet in redelijkheid zijn gemaakt, en wijst het verzoek tot bevoorschotting van de buitengerechtelijke kosten af.
De rechtbank benadrukt dat de inschakeling van deskundige bijstand in letselschadezaken niet snel als onredelijk kan worden bestempeld, maar dat de omvang van de werkzaamheden wel aan de dubbele redelijkheidstoets moet voldoen. In dit geval heeft London Verzekeringen onvoldoende feiten aangedragen om te concluderen dat de kosten niet redelijk zijn. De rechtbank concludeert dat er geen grond is om de gevraagde vergoeding voor de buitengerechtelijke kosten toe te kennen, en begroot de kosten van de behandeling van het verzoek aan de zijde van verzoekster op nihil.