ECLI:NL:RBROT:2012:BV9663
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vermeerdering van eis in strijd met de eisen van een goede procesorde
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft eiser zijn eis vermeerderd met een bedrag van € 17.691,84 voor extra woonlasten en € 3.200 voor bijkomende kosten van een hypotheek. Tevens heeft eiser zijn vordering voor immateriële schade, ontstaan door een mishandeling op 23 april 2011, verminderd van € 32.000 naar € 5.000. Gedaagde heeft bezwaar gemaakt tegen deze vermeerdering van eis, stellende dat deze in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Gedaagde wijst erop dat de vermeerdering van eis is ingediend op een moment waarop een tussenvonnis was uitgesproken, waarin bewijs aan partijen was opgedragen. Hij stelt dat de gevorderde vermeerdering van eis betrekking heeft op schade die reeds voor de comparitie van partijen op 20 december 2011 bekend was.
De rechtbank heeft geoordeeld dat zolang er geen eindvonnis is gewezen, de eiser bevoegd is om zijn eis te veranderen of te vermeerderen. Echter, de gedaagde kan hiertegen bezwaar maken als deze verandering in strijd is met de goede procesorde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vermeerdering van eis in dit geval onredelijke bemoeilijking van de verdediging en onredelijke vertraging van het geding zou veroorzaken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser niet vrij was om de akte wijziging van eis in te dienen na de comparitie van partijen, omdat de rechtbank op dat moment al een datum voor uitspraak had vastgesteld.
De rechtbank heeft het bezwaar van gedaagde tegen de vermeerdering van eis gegrond verklaard, omdat er geen rechtvaardiging was voor de vermeerdering in dit stadium van de procedure. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen relevante feiten of omstandigheden waren die voorafgaand aan de comparitie voor eiser niet kenbaar waren, en dat er geen juridische of feitelijke complexiteit was die de vermeerdering van eis zou rechtvaardigen. De rechtbank heeft derhalve besloten dat de vermeerdering van eis buiten beschouwing zal worden gelaten.