de stichting
[eiseres],
gevestigd te: [vestigingsplaats],
eiseres bij exploot van dagvaarding van 22 oktober 2011,
gemachtigde: mr. K.A.M. Jaspers te Rotterdam,
1. [gedaagde sub 1],
2. [gedaagde sub 2],
gedaagden,
beiden wonende te: [woonplaats],
beiden procederend in persoon.
1. Het verloop van het proces
1.1 Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen.
• het exploot van dagvaarding van 22 oktober 2011, met producties;
• het proces-verbaal van het mondelinge antwoord van gedaagden;
• het schriftelijke verweer van gedaagden;
• het tussenvonnis van 29 november 2011, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
• het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 11 januari 2012.
1.2 Gedaagden hebben, hoewel daartoe naar behoren opgeroepen, niet meer gereageerd op de zitting van 24 januari 2012.
1.3 De uitspraak van dit vonnis is bepaald op heden.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1 Gedaagden huren met ingang van 1 augustus 2009 van eiseres de woning aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: het gehuurde).
2.2 Bij brief van 23 november 2009 heeft eiseres aan gedaagden schriftelijk toestemming verleend tot het plaatsen van een schotelantenne. Aan haar toestemming tot het plaatsen van een schotelantenne verbindt eiseres onder meer de voorwaarden dat de schotelantenne op geen enkele wijze aard- en nagelvast aan de gevel of dak- en balkonconstructie mag worden bevestigd en dat de structuur van de schotelantenne open (geperforeerd) moet zijn.
2.3 Gedaagden hebben een schotelantenne met een gesloten structuur aard- en nagelvast aan de achtergevel van de woning bevestigd.
2.4 In 2010 is door een medewerker van eiseres geconstateerd dat gedaagden naast de schotelantenne een airco-installatie aan de achtergevel van het gehuurde hebben geplaatst. Voor het plaatsen van deze airco-installatie hebben gedaagden niet om schriftelijke toestemming verzocht, noch hebben zij deze toestemming op enig moment van eiseres verkregen. Gedaagden zijn bij brieven van 4 mei 2011 en 4 juli 2011 verzocht om de airco-installatie te verwijderen.
2.5 Medio 2011 heeft een medewerker van eiseres geconstateerd dat de schotelantenne niet volgens de daaraan gestelde voorwaarden is geplaatst, waarna gedaagden bij brief van 26 september 2011 zijn verzocht om zowel de schotelantenne als de airco-installatie te verwijderen.
3.1 Eiseres heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a) gedaagden te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de schotelantenne te verwijderen en deze verwijderd te houden, een en ander op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag met een maximum van € 2.800,00;
b) gedaagden te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de airco-installatie te verwijderen en deze verwijderd te houden, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag met een maximum van € 2.800,00;
c) gedaagden te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de schade aan de gevel, die is veroorzaakt door de bevestiging van de schotelantenne en de airco-installatie, te herstellen, een en ander op straffe van verbeurte een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 1.400,00;
d) eiseres te machtigen de hiervoor genoemde werkzaamheden, indien nodig bij herhaling en op kosten van gedaagden, uit te (laten) voeren, met machtiging van eiseres om in verband met deze werkzaamheden de achtertuin van gedaagden te betreden;
e) gedaagden te veroordelen te gedogen dat de schotelantenne en/of de airco-installatie wordt verwijderd;
f) gedaagden te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2 Aan de eis is naast de hiervoor onder 2 vermelde vaststaande feiten -zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang- het volgende ten grondslag gelegd. Gedaagden mogen op grond van de huurovereenkomst geen veranderingen of toevoegingen aan de buitenzijde van het gehuurde aanbrengen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van eiseres. Eiseres heeft voor het plaatsen van een schotelantenne toestemming verleend aan gedaagden, doch de geplaatste schotelantenne voldoet niet aan de voorwaarden die eiseres aan haar toestemming heeft verbonden, nu deze aard- en nagelvast aan de achtergevel van de woning is bevestigd en een gesloten structuur heeft. Voorts hebben gedaagden zonder de vereiste toestemming van eiseres een airco-installatie aan de achtergevel van de woning bevestigd. Gedaagden zijn herhaaldelijk gesommeerd de schotelantenne en de airco-installatie te verwijderen, maar zij hebben daaraan geen gevolg gegeven. Het belang van eiseres bij verwijdering van de schotelantenne en de airco-installatie is groot. De schotelantenne en de airco-installatie hebben schade aan de gevel veroorzaakt, zijn ontsierend en kunnen een gevaar voor omwonenden vormen.
4. Het verweer
Gedaagden hebben verweer gevoerd en concluderen tot afwijzing van de vorderingen. Het verweer van gedaagden wordt, voor zover rechtens van belang, hierna in de beoordeling besproken.
5. De beoordeling van de vordering
De schotelantenne
5.1 Vooropgesteld wordt dat tussen partijen een huurovereenkomst bestaat, waarop de onweersproken gebleven algemene huurvoorwaarden zelfstandige woonruimte (hierna: de algemene huurvoorwaarden) van toepassing zijn. Uitgangspunt heeft dan ook te zijn dat beide partijen gebonden zijn aan de inhoud van de overeenkomst, inclusief de algemene huurvoorwaarden, en getoetst moet worden of de vorderingen van eiseres een deugdelijke contractuele basis hebben, waaraan het ontbreekt indien de desbetreffende bepalingen in strijd komen met regels van dwingend recht. Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel (bijvoorbeeld artikel 13 van de algemene huurvoorwaarden) is echter niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Artikel 13 van de algemene huurvoorwaarden bepaalt onder meer dat voor veranderingen en toevoegingen aan de buitenzijde van het gehuurde vooraf schriftelijke toestemming van de verhuurder vereist is en dat de verhuurder aan haar toestemming voorwaarden kan verbinden.
Tussen partijen is niet in geschil dat gedaagden schriftelijke toestemming tot het plaatsen van de schotelantenne van eiseres hebben ontvangen en dat eiseres aan voornoemde toestemming een aantal voorwaarden heeft verbonden. Evenmin is tussen partijen is geschil dat de schotelantenne van gedaagden, die is bevestigd aan de achtergevel van de woning, niet voldoet aan voorwaarden die eiseres thans hanteert voor het plaatsen van schotelantennes. Immers, de schotelantenne is aard- en nagelvast aan de achtergevel bevestigd en heeft een gesloten structuur. De stelling van gedaagden dat de voorwaarden die door eiseres aan de toestemming zijn verbonden, in strijd zijn met de besluiten van “de hoge raad van [woonplaats]” wordt als onvoldoende concreet gepasseerd. Het voorgaande betekent dat gedaagden in strijd met de door eiseres gehanteerde voorwaarden een schotelantenne hebben geplaatst.
5.2 Vervolgens rijst de vraag of een beroep op artikel 13 van de algemene huurvoorwaarden en meer specifiek, of het verbinden van de genoemde voorwaarden aan de toestemming tot het plaatsen van de schotelantenne, in het onderhavige geval onaanvaardbaar is. Hierbij komt het aan op een afweging van de wederzijdse belangen van partijen.
5.3 Eiseres heeft in dat kader aangevoerd belang te hebben bij het verwijderen van de schotelantenne omdat zij een strikt beleid voert waar alle huurders zich aan dienen te houden en stelt er belang bij te hebben dat de complexen niet worden ontsierd en/of beschadigd door de aanleg van schotelantennes. Voorts wenst eiseres ieder risico op aansprakelijkheid wegens een losgeraakte schotelantenne uit te sluiten. Het recht op het plaatsen van schotelantennes blijft bestaan binnen de door eiseres gestelde grenzen.
5.4 Hiertegenover hebben gedaagden ter comparitie van partijen aangevoerd dat bij meerdere huurders van eiseres soortgelijke voorzieningen zijn aangebracht, terwijl eiseres, hoewel zij ermee bekend is, daartegen niet optreedt. Gedaagden hebben, nadat zij door de kantonrechter in de gelegenheid zijn gesteld om na de comparitie van partijen bij akte opgave te doen van naam, adres en type van de voorziening alsmede aan te tonen dat eiseres daarmee bekend is en daartegen niets onderneemt, niet meer gereageerd. Van een ongelijke behandeling of willekeur is dan ook niet gebleken.
5.5 Voor zover gedaagden hebben aangevoerd dat zij belang hebben bij handhaving van de schotelantenne, omdat zij beiden liefhebbers zijn van verschillende soorten documentaires en zeer geïnteresseerd zijn in cultuur, overweegt de kantonrechter dat door gedaagden niet concreet gesteld is welke zenders zij in het bijzonder via de schotelantenne wensen te ontvangen en dat aan gedaagden ten aanzien van die zenders onvoldoende gelijkwaardige alternatieve mogelijkheden ten dienste staan. Gelet hierop kan niet geoordeeld worden dat het recht op vrije nieuwsgaring door het verwijderen van de schotelantenne onnodig wordt beperkt. Bovendien heeft eiseres blijkens de brief van 26 september 2011 gedaagden de mogelijkheid geboden om de schotelantenne alsnog volgens de door eiseres gehanteerde voorwaarden te plaatsen, van welke mogelijkheid gedaagden kennelijk geen gebruik hebben gemaakt.
5.6 De kantonrechter is na afweging van alle betrokken belangen van oordeel dat de belangen van eiseres in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van gedaagden. Een en ander leidt tot de conclusie dat de vordering tot verwijdering van de schotelantenne wordt toegewezen.
De airco-installatie
5.7 Ook ten aanzien van de plaatsing van een airco-installatie aan de achtergevel van de woning dient ingevolge artikel 13 van de algemene huurvoorwaarden vooraf schriftelijke toestemming van de verhuurder verkregen te worden, welke toestemming gedaagden niet hebben verzocht of verkregen. Dit betekent dat gedaagden in strijd met de huurvoorwaarden de airco-installatie hebben geplaatst aan de achtergevel van de woning.
5.8 Eiseres heeft een legitiem belang bij het handhaven van een strikt en consequent beleid ten aanzien van het aanbrengen door de huurder van allerlei voorzieningen aan de buitenzijde van de woning zonder haar voorafgaande toestemming, om precedentwerking te voorkomen en ter voorkoming van aansprakelijkheid en/of beschadiging van het verhuurde. Tegenover dit rechtens te respecteren belang hebben gedaagden het belang gesteld dat één van de gedaagden, [gedaagde sub 2], astmatisch is en door de aanwezigheid van de airco in de zomer minder last heeft van benauwdheid. Dat [gedaagde sub 2] zodanig ernstig astmatisch is dat de aanbreng van een airco noodzakelijk, dan wel tenminste dringend gewenst is, hebben gedaagden niet nader onderbouwd, bijvoorbeeld aan de hand van een medische verklaring waaruit een en ander blijkt. Verder hebben gedaagden aangevoerd dat het in deze zaak gaat om een installatie van circa 1 meter breed die door een professioneel en erkend bedrijf is aangebracht en geen negatief effect op de verhuurbaarheid van de woning zal hebben. Ook een professioneel aangebrachte airco kan echter als ontsierend aangemerkt worden en ook het geluid daarvan kan als storend ervaren worden door omwonenden, vooral op warme dagen waarop bewoners veelal in hun tuin plegen te vertoeven. Wat hier verder ook van zij, eiseres heeft zoals eerder overwogen, voldoende belang bij het handhaven van haar beleid ten aanzien van zelfaangebrachte voorzieningen, zodat reeds hierom niet geoordeeld kan worden dat deze regel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit onderdeel van de vordering is dan ook gegrond en de vordering toewijsbaar.
De schade aan de gevel
5.9 De vordering tot herstel van de schade aan de gevel, die is veroorzaakt door de bevestiging van de schotelantenne en de airco-installatie, is toewijsbaar, nu in artikel 13 lid 4 van de algemene huurvoorwaarden staat dat de huurder verplicht is tot het verhelpen van gebreken en het uitvoeren van herstellingen aan de veranderingen of toevoegingen die door hem zijn aangebracht en eiseres onweersproken heeft gesteld dat er door de bevestiging van de schotelantenne en de airco-installatie diverse gaten door gedaagden in gevel zijn aangebracht.
Dwangsommen
5.10 Voor zover gedaagden de grondslag voor de gevorderde dwangsommen betwisten, wordt overwogen dat de rechter ingevolge artikel 611a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op vordering van een der partijen de wederpartij kan veroordelen tot betaling van een dwangsom voor het geval er niet aan de hoofdveroordeling wordt voldaan. De gevorderde dwangsom wordt als onvoldoende gemotiveerd weersproken en op de wet gegrond, toegewezen.
5.11 Als de in het ongelijk gestelde partij worden gedaagden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
6. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagden om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, de aan de woning aan de [adres] te [woonplaats] aangebrachte schotelantenne te verwijderen en verwijderd te houden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 200,00 voor iedere dag dat gedaagden in gebreke blijven aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 2.800,00;
veroordeelt gedaagden om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de airco-installatie te verwijderen en deze verwijderd te houden, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag met een maximum van € 2.800,00;
veroordeelt gedaagden om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de schade aan de gevel, die is veroorzaakt door de bevestiging van de schotelantenne en de airco-installatie, te herstellen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag dat gedaagden in gebreke blijven aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 1.400,00;
machtigt eiseres om, indien gedaagden in gebreke blijven aan de hierboven vermelde veroordelingen te voldoen, zelf de schotelantenne en de airco-installatie te verwijderen, indien nodig bij herhaling en op kosten van gedaagden, en om, indien zulks in verband met de verwijdering van de schotelantenne en de airco-installatie noodzakelijk is, de achtertuin van de door gedaagden gehuurde woning te betreden;
veroordeelt gedaagden te gedogen dat de schotelantenne en de airco-installatie wordt verwijderd;
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 203,83 aan verschotten en € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vlaswinkel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.