ECLI:NL:RBROT:2012:BV9978

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/700429-11
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Van der Bijl-de Jong
  • mr. Van Lieshout
  • mr. Laukens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de opname van een in het buitenland geadopteerd kind in Nederland zonder vereiste toestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 maart 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met zijn medeverdachte, zijn echtgenote, een in Brazilië geadopteerd kind naar Nederland heeft overgebracht zonder de vereiste beginseltoestemming van de Minister van Justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte opzettelijk gebruik hebben gemaakt van een geboorteakte met valse gegevens, waarin de medeverdachte als ouder van het kind werd vermeld. De rechtbank heeft het standpunt van de officier van justitie verworpen dat de geboorteakte vals was, omdat deze was gebaseerd op een beslissing van de Braziliaanse rechter. De rechtbank oordeelde dat het vereiste van beginseltoestemming niet alleen geldt voor de opname van een kind met het oog op adoptie in Nederland, maar ook voor reeds in het buitenland geadopteerde kinderen. De verdachte is vrijgesproken van het eerste ten laste gelegde feit, maar is schuldig bevonden aan het tweede feit, namelijk het opnemen van het kind zonder de vereiste toestemming. De rechtbank heeft een geldboete van € 2.400,- opgelegd, te vervangen door 34 dagen hechtenis, en heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn medeverdachte, die inmiddels de voogdij over het kind hebben.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: 10/700429-11
Datum uitspraak: 20 maart 2012
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres],
raadsman mr. M. Jansen, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 6 maart 2012.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. De Beer heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 80 uur ten aanzien van feit 1 primair en tot een werkstraf voor de duur van 20 uur ten aanzien van feit 2.
MOTIVERING VRIJSPRAAK FEIT 1
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte samen met de medeverdachte [naam medeverdachte] opzettelijk een geboorteakte met valse gegevens heeft aangeboden aan een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam, bestaande die valse gegevens hierin dat [naam kind] het kind van medeverdachte [naam medeverdachte] is.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en heeft hiertoe aangevoerd dat de geboorteakte niet valselijk is opgemaakt en geen onjuistheden of afwijkingen van de waarheid bevat, zodat het voorhanden hebben of het gebruik maken van deze akte geen strafbaar feit oplevert.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende vast komen te staan:
- op 26 februari 2010 hebben [namen ouders] ingestemd met de adoptie van hun kind [naam kind] door [naam medeverdachte] (medeverdachte);
- op 17 juni 2010 heeft de Braziliaanse rechter het verzoek van [naam medeverdachte] tot adoptie van [naam kind] toegewezen en heeft bepaald dat deze beslissing dient te worden ingeschreven bij de burgerlijke stand onder de naam [naam kind], waarbij de naam van de adoptiemoeder als ouder geregistreerd dient te worden. Daarbij is tevens bevolen de eerdere inschrijving onder de naam [naam kind] te annuleren en daar geen uittreksel meer van uit te geven;
- op 17 juni 2010 is door de ambtenaar van de burgerlijke stand te Tangará (Brazilië) een geboorteakte opgemaakt en is het kind ingeschreven onder de naam [naam kind], geboren op [geboortedatum kind], welke akte als ouder noemt [naam medeverdachte].
Uit het voorgaande dient te worden geconcludeerd dat de vermelding in de geboorteakte van [naam medeverdachte] als ouder van [naam kind] is gebaseerd op de beslissing van de Braziliaanse rechter van 17 juni 2010 en dat deze vermelding derhalve niet vals is.
Gelet op bovenstaande is het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
BEWEZENVERKLARING
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde bepleit en heeft hiertoe aangevoerd dat er geen sprake is van het “opnemen van een kind met het oog op adoptie in Nederland” in de zin van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (hierna: Wet Wobka) nu de adoptie van [naam kind] in Brazilië is voorafgegaan aan de opname van [naam kind] in Nederland.
De rechtbank overweegt het volgende.
Blijkens de Memorie van toelichting op de Wet Wobka geldt het vereiste van een krachtens de Wet Wobka te verlenen beginseltoestemming niet alleen voor het overbrengen van een kind naar Nederland met het oog op adoptie in Nederland maar ook voor het overbrengen naar Nederland van een reeds in het buitenland geadopteerd kind. Men dient eerst te beschikken over beginseltoestemming, voordat men een adoptieprocedure in het buitenland mag starten. Daaruit volgt dat de zinsnede ‘opnemen met het oog op adoptie’ niet zo strikt dient te worden geïnterpreteerd dat hieronder niet zou vallen de situatie dat reeds in het buitenland is geadopteerd, voordat het kind naar Nederland is overgebracht.
Het verweer wordt derhalve verworpen.
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij in of omstreeks de periode van 4 juli 2008 tot en met 22 juli 2010 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een buitenlands kind (te weten: [naam kind], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] uit een verder onbekend gebleven biologische moeder en biologische vader, vermoedelijk in het bezit zijnde van de Braziliaanse nationaliteit) in Nederland heeft/hebben opgenomen met het oog op adoptie zonder dat zij verdachte en/of haar medeverdachte(n) daartoe een voorafgaande schriftelijke mededeling heeft/hebben verkregen van de Minister van Justitie dat deze in beginsel voor zodanige opneming toestemming verleent.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het onder 2 bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
STRAFBAARHEID FEIT
Het bewezen feit levert op:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 2 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.
Het feit is strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De verdachte is strafbaar.
STRAFMOTIVERING
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte en de medeverdachte - zijn echtgenote - hebben hun door de medeverdachte in Brazilië geadopteerde kind [naam kind] naar Nederland overgebracht zonder dat hiervoor aan hen de vereiste beginseltoestemming van de Minister van Justitie was verleend.
Hoewel bovenstaande “slechts” een overtreding is, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstig strafbaar feit.
De verdachte heeft samen met de medeverdachte getracht de Nederlandse adoptiewet –en regelgeving te omzeilen.
Hij heeft door aldus te handelen op geen enkele wijze acht geslagen op de mogelijke consequenties hiervan, namelijk dat er rond het kind onduidelijkheden en problemen in familierechtelijke zin en ten aanzien van zijn verblijfsstatus zouden ontstaan. Deze situatie brengt grote onzekerheid voor hem met zich mee. Het is echter niet de strafrechter maar de civiele rechter respectievelijk de vreemdelingenrechter die hierover gaan.
Uit het dossier en het verhandelde op de terechtzitting komt het beeld naar voren dat verdachtes echtgenote de drijvende kracht is geweest achter de adoptie en de overbrenging van [naam kind] naar Nederland. De verdachte heeft zich op geen enkele wijze van dit handelen van zijn echtgenote gedistantieerd en ingestemd met het opnemen van [naam kind] in het gezin, hetgeen de rechtbank de verdachte aanrekent.
Nu de strafbedreiging op overtreding van artikel 2 van de Wet Wobka beperkt is tot een geldboete en - gelet op artikel 9 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht - het opleggen van een taakstraf dan niet tot de mogelijkheden behoort, zal de rechtbank - in afwijking van de eis van de officier van justitie - aan de verdachte een geldboete opleggen. Bij het bepalen van de hoogte daarvan is rekening gehouden met de beperkte draagkracht van de verdachte en zijn echtgenote en de omstandigheid dat zij thans wel de voogdij over het kind hebben en derhalve ook de kosten van zijn verzorging en opvoeding dragen.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Naast de reeds genoemde wetsartikelen is gelet op de artikelen 23, 24a, 24c en 47 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 28 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
legt de verdachte een geldboete op ten bedrage van € 2.400,- (zegge: vierentwintighonderd euro) te vervangen door 34 dagen hechtenis en bepaalt dat dit bedrag mag worden betaald in 24 termijnen elk groot € 100,- (zegge: honderd euro).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van der Bijl-de Jong, voorzitter,
en mrs. Van Lieshout en Laukens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Kuijs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 maart 2012.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13 juli 2010, althans in de maand juli 2010 in de gemeente
Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) authentieke akte(n) met daarin
opgenomen een valse opgave aangaande een feit van welks waarheid de akte moet
doen blijken, te weten: certidão de nascimento nome: [naam kind] dd 17 juni 2010, als ware de inhoud in overeenstemming met de waarheid, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij en/of zijn medeverdachte toen, aldaar aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam deze akte heeft aangeboden en/of overhandigd teneinde inschrijving
in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam te
bewerkstelligen van [naam kind] [geboortedatum kind] en bestaande die
valse opgave hierin dat die [naam kind] kind is van medeverdachte -[naam medeverdachte], althans opzettelijk de akte heeft afgeleverd of voorhanden heeft
gehad, terwijl zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die akte bestemd
was voor zodanig gebruik;
[art 225/2 Sr]
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juli 2010, althans in de maand juli 2010 in de gemeente
Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst geschrift met
daarin opgenomen een valse opgave, te weten: certidão de nascimento nome:
[naam kind] dd 17 juni 2010, zijnde een geschrift
(waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd
is/was voor zodanig gebruik), als ware dat geschrift echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij en/of zijn medeverdachte toen,
aldaar aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam dit
geschrift heeft aangeboden en/of overhandigd teneinde inschrijving in de
gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam te bewerkstelligen
van [naam kind] [geboortedatum kind] en bestaande die valse opgave
hierin dat die [naam kind] kind is van medeverdachte [naam medeverdachte],
althans opzettelijk dit geschrift heeft afgeleverd of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die akte bestemd was
voor zodanig gebruik;
[art 225 Sr]
2.
hij in of omstreeks de periode van 4 juli 2008 tot en met 22 juli 2010 te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een buitenlands kind (te weten: [naam kind], geboren te
[geboorteplaats] op [geboortedatum] uit een verder onbekend gebleven biologische moeder en biologische vader, vermoedelijk in het bezit zijnde van de Braziliaanse
nationaliteit) in Nederland heeft/hebben opgenomen met het oog op adoptie
zonder dat hij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) daartoe een voorafgaande
schriftelijke mededeling heeft/hebben verkregen van de Minister van Justitie
dat deze in beginsel voor zodanige opneming toestemming verleent;
[art 8 WOBKA]