ECLI:NL:RBROT:2012:BW0074
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- P.H. Veling
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 27 maart 2012 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend tegen de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van een strafzaak. Het verzoek tot wraking was gedaan door de advocaat van de verzoeker, die van mening was dat de rechter-commissaris partijdig was door een deel van het antwoord van een getuige niet op te nemen in het proces-verbaal van het getuigenverhoor. De getuige had een mogelijke verdenking geuit over de broer van de verzoeker, maar de rechter-commissaris weigerde deze informatie op te nemen, omdat hij dit niet relevant achtte voor de zaak. De rechtbank oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechter-commissaris. De beslissing van de rechter-commissaris om het antwoord van de getuige niet op te nemen, werd als een procedurele beslissing beschouwd, die niet op zichzelf grond voor wraking opleverde. De rechtbank benadrukte dat een voor een partij onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking is, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de door de advocaat aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter-commissaris niet onpartijdig was. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.