ECLI:NL:RBROT:2012:BW5703
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Geerars
- A. Vroom
- J. Volker
- Rechtspraak.nl
Prejudiciële vragen over de reikwijdte van het begrip 'afvalstof' in het kader van de Europese regelgeving
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 mei 2012 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte rechtspersoon. De zaak betreft de vraag of een partij Ultra Light Sulphur Diesel (ULSD), die vermengd is geraakt met Methyl Tertiary Butyl Ether (MTBE), kan worden gekwalificeerd als afvalstof volgens de Europese regelgeving. De ULSD werd op 3 september 2006 in een schip verladen en naar een Belgische klant gebracht, maar voldeed niet aan de overeengekomen productkenmerken door de vermenging. De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting geschorst en de zaak verwezen naar de rechter-commissaris voor het horen van getuigen en deskundigen. De verdediging stelt dat de gasolie en/of dieselolie niet als afvalstof kan worden gekwalificeerd en vraagt om vrijspraak. Het Openbaar Ministerie is van mening dat de gasolie en/of dieselolie wel als afvalstof moet worden aangemerkt en pleit voor een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de reikwijdte van het begrip afvalstof. De rechtbank heeft besloten om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie, omdat er behoefte is aan nadere uitleg over de toepasselijke wet- en regelgeving. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de zaak aangehouden om de vragen aan het Hof voor te leggen.