ECLI:NL:RBROT:2012:BW9208

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/996506-10
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Nijen
  • A. Geerars
  • J. Volker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting van de Belastingdienst door wijziging van rekeningnummer

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 mei 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van oplichting van de Belastingdienst. De verdachte heeft samen met een medeverdachte een bedrag van 2.312.092 euro onterecht verkregen door het indienen van een formulier 'Wijziging Rekeningnummer Ondernemers' bij de Belastingdienst, waarbij het rekeningnummer van de medeverdachte werd opgegeven in plaats van dat van de rechtmatige eigenaar. Het onderzoek op de terechtzitting vond plaats op 11 mei 2012, waar de tenlastelegging werd besproken en de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 maanden eiste. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de oplichting. De rechtbank overwoog dat de verdachte, als belastingadviseur, toegang had tot de benodigde gegevens om het wijzigingsformulier in te vullen en dat er sprake was van een nauwe samenwerking tussen hem en de medeverdachte. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en stelde een proeftijd van 2 jaar vast. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder was veroordeeld en dat de Belastingdienst schadeloos was gesteld voor het bedrag. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: 10/996506-10
Datum uitspraak: 25 mei 2012
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres:
[adres],
raadsman mr. R. van den Boogert, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 11 mei 2012.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Mol heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan op die wijze dat:
hij
in de periode van 10 september 2009 tot 17 november 2009,
te Rotterdam en/of 's-Gravenhage
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich eneen ander wederrechtelijk te
bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen ,
de Belastingdienst,
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag,
te weten totaal euro 2.312.092,--,
bestemd voor
[bedrijf]),
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader
met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven -
bedrieglijk en in strijd met de waarheid
op/in een (bij de Belastingdienst in gebruik zijnd) formulier
"Wijziging Rekeningnummer Ondernemers"
opgeven
bij 1a "Nummer van de nieuwe rekening" [nummer]
en/of
1b "Op naam van" [bedrijf]
en/of
2a "Naam bedrijf" [bedrijf]
en/of
2b "Fiscaal nummer" [nummer]
en
vervolgens
dat ingevulde en ondertekende formulier
doen toekomen aan de Belastingdienst,
waardoor de Belastingdienst
werd bewogen tot de afgifte op het rekeningnummer [nummer] van
bovenbedoeldgeldbedrag.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
NADERE BEWIJSOVERWEGING TEN AANZIEN VAN HET PRIMAIRE FEIT
Namens de verdachte heeft de raadsman bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, aangezien er geen bewijs voorhanden is dat de verdachte betrokken is geweest bij het opstellen en/of invullen en/of indienen van het formulier “Wijziging Rekeningnummer Ondernemers”.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan als vaststaand worden aangenomen dat:
- de verdachte en de medeverdachte [naam] vrienden van elkaar zijn, elkaar kennen van de voetbalclub en elkaar regelmatig telefonisch spreken;
- de verdachte in de ten laste gelegde periode als belastingadviseur werkzaam was bij [bedrijf];
- de verdachte bij [bedrijf[ als enige medewerker de omzetbelastingaangiften deed voor [bedrijf[ en andere [groepsbedrijven];
- de verdachte uit hoofde van zijn functie op de hoogte was van het feit dat er grote bedragen aan omzetbelasting teruggaven zouden gaan komen voor [bedrijf];
- de verdachte uit hoofde van zijn functie bij [bedrijf] toegang had tot alle gegevens die nodig waren om het formulier “Wijziging Rekeningnummer Ondernemers” d.d. 10 september 2009 voor [bedrijf] in te kunnen vullen of te wijzigen;
- op voornoemd wijzigingsformulier als telefoonnummer van de contactpersoon van [bedrijf] was opgenomen een telefoonnummer dat in gebruik was bij de verdachte;
- behoudens met de verdachte, er geen andere contacten of relaties zijn vastgesteld tussen de medeverdachte [naam] en andere medewerkers van [bedrijf];
- de medeverdachte [naam] op 5 november 2009, kort na de eerste stortingen van omzetbelasting teruggaven op zijn bankrekening, zich in Luxemburg heeft laten voorlichten omtrent het openen van een bankrekening door een medewerkster van de bank [bedrijf], genaamd [naam], waarbij over miljoenen euro’s werd gesproken;
- de verdachte op maandag 2 november 2009 in een email aan een vriendin bericht dat hij op donderdag (5 november 2009) met een vriend een dagje op en neer gaat naar Luxemburg;
- [naam] voornoemd op 5 november 2009 door twee mannen, waaronder de medeverdachte [naam], werd geconsulteerd omtrent het openen van een bankrekening.
De rechtbank heeft de hiervoor opgesomde feiten in hun onderlinge samenhang bezien. Nu er geen andere aannemelijke verklaring voor die samenhang van feiten is gesteld of gebleken, kan daaruit niet anders worden afgeleid dan dat er sprake is geweest van een nauwe, volledige en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte [naam], gericht op het medeplegen van oplichting van de Belastingdienst.
Het verweer wordt dan ook verworpen.
STRAFBAARHEID FEIT
Het bewezen feit levert op:
medeplegen van oplichting.
Het feit is strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De verdachte is strafbaar.
STRAFMOTIVERING
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met zijn medeverdachte de Belastingdienst opgelicht door op/in een bij de Belastingdienst in gebruik zijnd formulier “Wijziging Rekeningnummer Ondernemers”, als nieuw rekeningnummer het particuliere bankrekeningnummer van zijn medeverdachte op te geven en deze te doen toekomen aan de Belastingdienst waardoor deze werd bewogen tot afgifte van 2.312.092 euro. Genoemd bedrag was als teruggave omzetbelasting feitelijk bestemd voor de onderneming [bedrijf]. De verdachte heeft zich hierbij kennelijk uitsluitend laten leiden door zijn drang naar geldelijk gewin. Door zijn handelen heeft de verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat hij in zijn functie genoot en heeft hij zich een groot bedrag aan gemeenschapsgeld toegeëigend waardoor er sprake is van grote maatschappelijke schade.
Op een dergelijk feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van geruime duur.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het voordeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 13 maart 2012 niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en dat de Belastingdienst voor het gehele bedrag is schadeloos gesteld. Hierin wordt aanleiding gezien een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het plegen van het bewezen verklaarde feit.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair tenlastegelegde feit, zoals hiervoor omschreven heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren en stelt de volgende algemene voorwaarden:
-de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van Nijen, voorzitter,
en mrs. Geerars en Volker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Lemm, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 mei 2012.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis ten aanzien van: [verdachte]
TEKST TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 9 juli 2009 tot 17 november 2009,
te Rotterdam en/of 's-Gravenhage en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
de Belastingdienst, en/althans de Staat der Nederlanden,
heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en),
te weten totaal euro 2.312.092,--, in elk geval een of meer geldbedrag(en),
bestemd voor
[bedrijf] (fiscaal nummer [nummer]), in elk geval
een of meer geldbedrag(en)
(euro 1.143.953,00 en/of euro 749.048,00 en/of euro 337.981,00 en/of
euro 5.766,00 en/of euro 75.344,00),
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(telkens) met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
op/in een (bij de Belastingdienst in gebruik zijnd) formulier
"Wijziging Rekeningnummer Ondernemers" (bijlage D-02)
ingevuld en/of vermeld en/of opgegeven en/of doen invullen en/of vermelden
en/of opgeven
bij 1a "Nummer van de nieuwe rekening" [bedrijf]
en/of
1b "Op naam van" [bedrijf]
en/of
2a "Naam bedrijf" [bedrijf]
en/of
2b "Fiscaal nummer" [bedrijf]
en/of
dat formulier voorzien en/of doen voorzien van een handtekening welke moest
doorgaan van de hand- en/of ondertekening van [persoon],
en/of
(vervolgens)
dat (als vorenomschreven) ingevulde en/of ondertekende formulier verzonden
en/of verstrekt en/of doen toekomen aan de Belastingdienst/Centrale
Administratie te Apeldoorn,
waardoor (telkens) de Belastingdienst en/of de Staat der Nederlanden
werd(en) bewogen tot de afgifte op het rekeningnummer [nummer] van
bovenbedoeld(e) goed(eren)/geldbedrag(en);
art 326 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 27 oktober 2009 tot en met 5 januari 2010
te Rotterdam en/of Zoetermeer, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
een of meer geldbedrag(en),
te weten totaal euro 2.312.092,--
(euro 1.143.953,00 en/of euro 749.048,00 en/of euro 337.981,00 en/of
euro 5.766,00 en/of euro 75.344,00), in elk geval een of meer
geldbedrag(en),
en/of althans
te weten euro 100.000,-- en/of (totaal) euro 31.000,--, in elk geval een
of meer geldbedrag(en),
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of zijn mededader(s)
door het (telkens) (ten onrechte) door de Belastingdienst overboeken en/of
overmaken van dat/die geldbedrag(en) op/naar de (bank)rekening nummer
[nummer] ten name van de heer [nummer], in elk geval anders dan
door misdrijf,
onder zich had(den),
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 27 oktober 2009 tot en met 5 januari 2010
te Rotterdam en/of Zoetermeer, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) (een) voorwerp(en),
te weten een of meer charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) geldbedrag(en),
te weten totaal euro 2.312.092,--
(euro 1.143.953,00 en/of euro 749.048,00 en/of 337.981,00 en/of
euro 5.766,00 en/of euro 75.344,00), in elk geval een of meer geldbedrag(en),
en/of althans euro 100.000,-- en/of (totaal) euro 31.000,--, in elk geval een
of meer geldbedrag(en),
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben
overgedragen en/of heeft/hebben omgezet,
en/althans
(telkens) van (een) voorwerp(en),
te weten een of meer charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) geldbedrag(en),
te weten totaal euro 2.312.092,--
(euro 1.143.953,00 en/of euro 749.048,00 en/of 337.981,00 en/of
euro 5.766,00 en/of euro 75.344,00), in elk geval een of meer geldbedrag(en),
en/of althans euro 100.000,-- en/of (totaal) euro 31.000,--, in elk geval een
of meer geldbedrag(en),
gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), en/althans redelijkerwijs
moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag(en)
- onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven;
artikel 420bis Wetboek van Strafrecht
artikel 420quater Wetboek van Strafrecht