Parketnummer: 10/960107-11
Datum uitspraak: 22 juni 2012
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [1950] te [plaats],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam], [plaats],
raadsman mr. J.P. Plasman advocaat te Amsterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 5 en 8 juni 2012.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. G. H. Rip heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van acht (8) jaar met aftrek van voorarrest;
- verbeurdverklaring van de onder de verdachte in beslag genomen geldbedragen van € 40.000,- en € 60.403,35 euro;
- onttrekking aan het verkeer van de onder de verdachte in beslag genomen patronen.
Feit 2 (witwassen 40.000 euro)
Vast staat dat tijdens een doorzoeking van de woning van de vriendin van de verdachte in een tas een bedrag van 40.000 euro is aangetroffen. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit bedrag niet aan hem toebehoort en dat hij niet wist dat dit in de woning van zijn vriendin verborgen was. De vriendin van verdachte, die aanvankelijk heeft ontkend dat zij van dit bedrag wist, heeft later verklaard dat dit bedrag aan haar toebehoort en afkomstig is uit een textieltransactie. Ook al roepen de verklaringen van de vriendin van verdachte minstgenomen de nodige vraagtekens op, het dossier bevat geen bewijsmiddelen waarmee die verklaring en daarmee de verklaring van verdachte kan worden weerlegd. Daarom dient de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 1 juli 2010 tot 2 juni 2011 te Waalwijk en Amsterdam en elders in Nederland en te Antwerpen en te Curaçao en te Venezuela (Isla de Margarita) en de Britse Maagdeneilanden, en te Southampton (GB),
ter uitvoering van het door hem en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een grote hoeveelheid cocaïne (ongeveer 1000 kilogram), zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, binnen het grondgebied van Nederland te brengen,
tezamen en in vereniging met zijn mededaders toen en daar opzettelijk heeft gepoogd om die cocaïne, verborgen in een motorjacht (Louise), via Southampton naar Nederland te vervoeren,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk:
-één of meermalen afgereisd naar Venezuela, en/of de Britse Maagdeneilanden
en/of Groot Brittannië en/of Antwerpen en/of aldaar verbleven en
-dat motorjacht naar het Caribisch gebied verscheept of laten verschepen en
-een grote hoeveelheid cocaïne verborgen of laten verbergen in dat motorjacht
en
-zorg gedragen voor het vervoer van dat motorjacht en de daarin verborgen cocaïne van het Caribisch gebied naar Southampton en
-betalingen gedaan aan personen in het Caribisch gebied ten behoeve van het vervoer en het onderhoud en de reparatie van dat motorjacht en
-betalingen gedaan en geldbedragen ter beschikking gesteld aan zijn mededaders ten behoeve van het vervoer en het onderhoud en de reparatie van dat motorjacht en de reiskosten van zijn mededader en van deze betalingen een administratie bijgehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.
hij op of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 1 juli 2011, in België
en in Luxemburg, voorwerpen, te weten geldbedragen van in totaal (ongeveer) 60.678,35 euro, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 60.678,35 euro, de herkomst of de vindplaats heeft verborgen en/of verhuld en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was (waren) uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
NADERE BEWIJSOVERWEGINGEN
Standpunt van de verdediging
Namens de verdachte heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] van het bewijs moet worden uitgesloten, omdat - verkort zakelijk weergegeven - deze ongeloofwaardig en onbetrouwbaar zijn. In de visie van de raadsman berust de gang van zaken zoals geschetst door de medeverdachte [medeverdachte 1], waarbij de verdachte volledig op eigen houtje een hoeveelheid van ongeveer 1000 kilo cocaïne ophaalt, die hij vervolgens op klaarlichte dag met zijn zoon aan boord brengt om vervolgens te verstoppen in de Louise op een fantasieverhaal. In dit verband heeft de raadsman verder gewezen op verschillende inconsistenties, alsmede het feit dat de medeverdachte een duidelijk belang heeft gehad om te verklaren zoals hij deed, omdat hij zichzelf heeft hiermee kort gezegd heeft geportretteerd als ondergeschikte en slachtoffer. Tevens zou hier rancune kunnen hebben meegespeeld, aldus de raadsman, nu de medeverdachte [medeverdachte 1] ook heeft verklaard door toedoen van zijn vader in ernstige financiële problemen is geraakt.
De door medeverdachte [de medeverdachte 1] geschetste feitelijke gang van zaken bij het vervoer van de cocaïne naar de Louise komt er in de kern op neer dat de verdachte samen met zijn zoon de cocaïne aan boord heeft gebracht en verstopt. De enkele omstandigheid dat de medeverdachte [medeverdachte 1] zijn vader aanwijst als initiator van het drugstransport maakt zijn verklaringen niet onbetrouwbaar en rechtvaardigt ook niet de conclusie dat zijn verhaal (geheel) is verzonnen om (al dan niet uit rancune) de schuld af te schuiven, of zijn rol te verkleinen. De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft na in het tweede politieverhoor te zijn geconfronteerd met een tapgesprek waaruit zijn wetenschap van de cocaïne in de Louise zou kunnen blijken op eigen initiatief ervoor gekozen uitgebreid en gedetailleerd te verklaren over zijn betrokkenheid en die van zijn vader, waarbij hij zichzelf ook nadrukkelijk en op een zeer in het oog springend punt, namelijk het aan boord brengen van de cocaïne, heeft belast. Zijn verklaring vindt op essentiële punten ondersteuning in het dossier. Zo heeft medeverdachte [medeverdachte 1 ] verklaard over het plaatsen van de cocaïne in de verborgen ruimte van de Louise en de eigenschappen van de pakketten cocaïne: deze waren verschillend van kleur en ieder pakket had een lengte van ongeveer 20 a 30 centimeter. Dit komt overeen met de bevindingen van de Britse douaneambtenaren: zij hebben ongeveer 1000 pakketten, verschillend van kleur met een grote variërend tussen de 20 a 30 centimeter in een verborgen ruimte onder het achterdek van de Louise aangetroffen. Er is dan ook geen reden om de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 1] uit te sluiten voor het bewijs.
Standpunt van de verdediging
Namens de verdachte heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat uit het dossier de criminele herkomst van het geld niet blijkt. De verdachte heeft dit geld contant ontvangen van [de medeverdachte 2] ten behoeve van de inklaring en verschuldigde omzetbelasting ter zake van de invoer van de Louise in Antwerpen. Dit kan niet worden aangemerkt als verhullingsactiviteiten. De medeverdachte [medeverdachte 2] beschikte over legale middelen en genereert als ondernemer legale inkomsten. De bestemming van deze hoefde bij de verdachte geen argwaan of een vermoeden van crimineel geld op te roepen.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat de verdachte zeggenschap had in de buitenlandse vennootschappen [rechtspersoon 1] en [rechtspersoon 2]. Op de bankrekeningen van deze vennootschappen is meermalen contant geld gestort, € 29.500,- op de rekening van [rechtspersoon 2], en € 31.500,- op de bankrekening van [rechtspersoon 1], terwijl op basis van de fiscale gegevens geen inkomen en vermogen van deze (of andere) vennootschappen van de verdachte bekend zijn. De verdachte beschikte ook niet over een financiële administratie waarin deze stortingen zijn gemeld. Uit deze gang van zaken, die minstgenomen als ongebruikelijk moet worden gekenschetst, valt af te leiden dat de verdachte opzet, zo niet dan in elk geval voorwaardelijke opzet heeft gehad in de zin dat hij welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de grote bedragen aan contant geld (€ 61.000,-) van de medeverdachte [de medeverdachte 2] aannam en stortte, aldus de herkomst verhullend, onmiddellijk dan wel middellijk van misdrijf afkomstig waren.
De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van een poging tot het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
De feiten zijn strafbaar.
De verdachte is strafbaar.
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich als organisator samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot invoer van een grote partij cocaïne van 1.000 kilogram in Nederland. De opsporingsautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland hebben in Southampton de cocaïne, die verstopt zat in een verborgen ruimte van het schip de Louise, weten te onderscheppen.
Het in georganiseerd verband smokkelen van een dergelijke hoeveelheid cocaïne is een zeer ernstig feit en dient krachtig bestreden te worden. De internationale handel in harddrugs is uiterst winstgevend en hiermee wordt veel criminele winst behaald. Ook de verdachte heeft zich laten leiden door zijn streven naar geldelijk gewin, zonder zich te bekommeren om de maatschappelijk gevolgen van zijn handelen.
Als deze partij niet zou zijn onderschept, zou deze waarschijnlijk in Nederland of elders op de markt zijn gebracht met alle schadelijke gevolgen van dien. Gelet op de hoeveelheid van ongeveer 1.000 kilogram cocaïne moet dit bestemd zijn voor de handel in en verspreiding van cocaïne. Het op de markt brengen van cocaïne vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en bevordert de toename van vermogensdelicten. Het is algemeen bekend dat gebruikers, teneinde de voor het gebruik benodigde gelden te verkrijgen, veelvuldig strafbare feiten plegen die schade en overlast veroorzaken.
Daarnaast heeft de verdachte een aanzienlijk geldbedrag van € 60.678,35 witgewassen door contante geldbedragen op zijn buitenlandse bankrekeningen te storten voor de inklaring van het schip de Louise. Witwassen is een ernstig feit, vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economisch verkeer aan door de corrumperende invloed hiervan.
Op dergelijke ernstig feiten kan dan ook niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het nadeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 13 januari 2012 reeds eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit uit de Opiumwet.
De rechtbank beschouwt de verdachte gelet op zijn hiervoor geschetste betrokkenheid als mede-organisator van het cocaïnetransport van circa 1.000 kilogram. Gelet op de zeer grote hoeveelheid van 1.000 kilogram cocaïne, de rol van de verdachte als organisator van dit drugstransport, het feit dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit en witwassen bewezen is verklaard, is de rechtbank van oordeel dat vanuit een oogpunt van speciale en generale preventie een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen geldbedragen: € 40.000,- en € 60.403,35 euro verbeurd te verklaren en de in beslag genomen patronen, 28 stuks Long Rifle, kaliber .22, te onttrekken aan het verkeer.
Het in beslag genomen geldbedrag van € 60.403,35 zal worden verbeurd verklaard, nu het onder 3 bewezenverklaarde feit met betrekking tot dit voorwerp is begaan.
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag van € 40.000,- met betrekking tot feit 2, waarvoor de verdachte zal worden vrijgesproken, zal een last tot teruggave worden gegeven aan, mevrouw [naam], zijnde degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De in beslag genomen patronen, 28 stuks Long Rifle, kaliber .22, zullen worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 45, 47, 57, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10 van de Opiumwet.
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van zeven (7) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 3: het geldbedrag van € 60.403,35;
- verklaart onttrokken aan het verkeer: 28 stuks patronen Long Rifle, kaliber .22;
- gelast de teruggave aan [naam] van: een geldbedrag van € 40.000,-.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Geerars, voorzitter,
en mrs. Blagrove en Stalenberg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 juni 2012.
mr. Blagrove is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis van 22 juni 2012:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 juli 2010 tot 1 augustus 2011 te Waalwijk en/of Amsterdam en/of
Raamsdonksveer en/of elders in Nederland en/of te Antwerpen en/of te
Curaçao en/of te Venezuela (Isla Margarita) en/of de Britse Maagdeneilanden,
en/of te Southampton (GB),
ter uitvoering van het door hem en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf
om tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), opzettelijk een
(grote) hoeveelheid cocaïne (ongeveer 1000 kilogram), in elk geval een
(grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een
middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, binnen het
grondgebied van Nederland te brengen,
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s) toen en daar opzettelijk heeft
gepoogd om die cocaïne, verborgen in een motorjacht (Louise), via
Southampton naar Nederland te vervoeren,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk:
-één of meermalen afgereisd naar Venezuela, en/of de Britse Maagdeneilanden
en/of Groot Brittannië en/of Antwerpen en/of aldaar verbleven en/of
-dat motorjacht voorzien van een geprepareerde ruimte waarin smokkelwaar
verborgen kon worden en/of
-dat motorjacht naar het Caribisch gebied verscheept of laten verschepen en/of
-een grote hoeveelheid cocaïne verborgen of laten verbergen in dat motorjacht
en/of
-werkzaamheden verricht aan dat motorjacht (om dat motorjacht vaarklaar te
krijgen) en/of
-gefungeerd als kapitein van dat motorjacht en/of
-zorg gedragen voor het vervoer van dat motorjacht en de daarin verborgen
cocaïne van het Caribisch gebied naar Nederland via Southampton en/of
-betalingen gedaan aan (een) perso(n)en in het Caribisch gebied ten behoeve
van het vervoer en/of het onderhoud en/of de reparatie van dat motorjacht en/of
-betalingen gedaan en/of geldbedragen ter beschikking gesteld aan zijn mededader(s) ten behoeve van het vervoer en/of het onderhoud en/of de
reparatie van dat motorjacht en/of de reiskosten van zijn mededader(s) en van
deze betalingen een administratie bijgehouden en/of
-met één of meer mededaders contact opgenomen en/of met één of meer
mededaders (een) ontmoeting(en) en/of (een) bespreking(en) gehad met
betrekking tot het importeren of vervoeren van een (grote) hoeveelheid cocaïne
en/of het motorjacht waarin de cocaïne was verborgen en/of met betrekking tot
het verwijderen van de cocaïne uit het motorjacht en/of
-één of meer telefoongesprek(ken) met (een) mededader(s) gevoerd met
betrekking tot het importeren of vervoeren een (grote) hoeveelheid cocaïne
en/of het motorjacht waarin de cocaïne was verborgen en/of
-één of meer smsbericht(en) verstuurd en/of ontvangen met betrekking tot het
importeren of vervoeren een (grote) hoeveelheid cocaïne en/of het motorjacht
waarin de cocaïne was verborgen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2, aanhef en onder A jo 10 Opiumwet jo artikel 45 en 47 Wetboek van
Strafrecht)
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 juli 2010 tot 1 augustus 2011 te Waalwijk en/of Amsterdam en/of
Raamsdonksveer en/of elders in Nederland en/of te Antwerpen en/of te
Curaçao en/of te Venezuela (Isla Margarita) en/of de Britse Maagdeneilanden,
en/of te Southampton (GB),
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), opzettelijk heeft
vervoerd (van het Caribisch gebied naar Groot-Brittannie), althans opzettelijk
aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid cocaïne (ongeveer 1000
kilogram), in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
(artikel 2, aanhef en onder B, subsidiair C jo 10 Opiumwet jo artikel 47
Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 juli 2010 tot 1 augustus 2011 te Waalwijk en/of Amsterdam en/of Raamsdonksveer en/of elders in Nederland en/of te Antwerpen en/of te
Curaçao en/of te Venezuela (Isla Margarita) en/of de Britse Maagdeneilanden,
en/of te Southampton (GB),
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet,
te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het
grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid cocaïne
(ongeveer 1000 kilogram), in elk geval een (grote) hoeveelheid van een
materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel als bedoel in de bij de Opiumwet behorende Lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
-een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) teplegen,
te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
-zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft trachten te verschaffen,
en/of
-voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s)
wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het
plegen van hierboven bedoeld feit,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk:
-één of meermalen afgereisd naar Venezuela, en/of de Britse Maagdeneilanden
en/of Groot Brittannië en/of Antwerpen en/of aldaar verbleven en/of
-dat motorjacht voorzien van een geprepareerde ruimte waarin smokkelwaar
verborgen kon worden en/of
-dat motorjacht naar het Caribisch gebied verscheept of laten verschepen en/of
-een grote hoeveelheid cocaïne verborgen of laten verbergen in dat motorjacht
en/of
-werkzaamheden verricht aan dat motorjacht (om dat motorjacht vaarklaar te
krijgen) en/of
-gefungeerd als kapitein van dat motorjacht en/of
-zorg gedragen voor het vervoer van dat motorjacht en de daarin verborgen
cocaïne van het Caribisch gebied naar Nederland via Southampton en/of
-betalingen gedaan aan (een) perso(n)en in het Caribisch gebied ten behoeve
van het vervoer en/of het onderhoud en/of de reparatie van dat motorjachten/of
-betalingen gedaan en/of geldbedragen ter beschikking gesteld aan zijn mededader(s) ten behoeve van het vervoer en/of het onderhoud en/of de
reparatie van dat motorjacht en/of de reiskosten van zijn mededader(s) en van
deze betalingen een administratie bijgehouden en/of
-met één of meer mededaders contact opgenomen en/of met één of meer
mededaders (een) ontmoeting(en) en/of (een) bespreking(en) gehad met
betrekking tot het importeren of vervoeren van een (grote) hoeveelheid cocaïne
en/of het motorjacht waarin de cocaïne was verborgen en/of met betrekking tot
het verwijderen van de cocaïne uit het motorjacht en/of
-één of meer telefoongesprek(ken) met (een) mededader(s) gevoerd met
betrekking tot het importeren of vervoeren een (grote) hoeveelheid cocaïne
en/of het motorjacht waarin de cocaïne was verborgen en/of
-één of meer smsbericht(en) verstuurd en/of ontvangen met betrekking tot het
importeren of vervoeren een (grote) hoeveelheid cocaïne en/of het motorjacht
waarin de cocaïne was verborgen,
(artikel 10a Opiumwet jo artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 02 augustus 2011, te Meppel, althans in Nederland, een
voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 40.000 euro, althans een
groot geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft
overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten een
geldbedrag van (ongeveer) 40.000 euro, althans een groot geldbedrag, de
vindplaats heeft verborgen en/of verhuld en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl
hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven
voorwerp -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(artikel 420 bis Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 1 juli 2011, in België
en/of in Luxemburg, (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in
totaal (ongeveer) 60.678,35 euro, althans een groot geldbedrag, heeft
verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans
van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 60.678,35 euro, althans een groot geldbedrag, de herkomst of de vindplaats
heeft verborgen en/of verhuld en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist,
althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en)
-onmiddellijk of middellijk - afkomstig was (waren) uit enig misdrijf;
(artikel 420 bis Wetboek van Strafrecht)