ECLI:NL:RBROT:2012:BX8651

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
396947 / JE RK 12-610
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Marseille
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter in zaken van minderjarigen met verblijfplaats in België

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 7 maart 2012, betreft het een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd bij beschikking van 6 juni 2011 tot 16 april 2012. De stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam heeft op 15 februari 2012 verzoekschriften ingediend om de ondertoezichtstelling opnieuw te verlengen. De minderjarigen, die hun hoofdverblijfplaats bij hun met gezag belaste moeder in België hebben, zijn betrokken in deze procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen sinds augustus 2011 met hun moeder in België wonen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gelet op artikel 8 van de Europese verordening betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (Brussel-II bis) in relatie tot artikel 5 van boek 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Op basis van deze bepalingen is de Nederlandse rechter niet bevoegd om kennis te nemen van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling, aangezien de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats in België hebben.

De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open, dat binnen drie maanden na de dag van de beschikking moet worden ingesteld door een advocaat. Voor andere belanghebbenden geldt een termijn van drie maanden na betekening of bekendmaking van de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht, team jeugd
Enkelvoudige kamer
Datum uitspraak: 7 maart 2012
Zaak-/rekestnummer: 396947 / JE RK 12-610
Beschikking in de zaak van:
de stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
hierna: de stichting,
met betrekking tot de minderjarigen:
[naam kind], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
[naam kind], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
kinderen van de met het gezag belaste ouders,
[naam vader], wonende te [adres],
en [naam moeder], wonende te [adres].
[naam kind], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
kind van de met het gezag belaste ouder, [naam moeder], voornoemd.
Het verloop van de procedure
Bij beschikking van 6 april 2011 is de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [namen kinderen] verlengd tot 16 april 2012.
Bij beschikking van 6 juni 2011 is de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind] verlengd tot 16 april 2012.
De stichting heeft op 15 februari 2012 verzoekschriften ingediend strekkende tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen.
De plannen van aanpak en de verslagen van het verloop van de ondertoezichtstelling zijn daarbij gevoegd.
De beoordeling
De minderjarigen hebben hun hoofdverblijfplaats bij hun met gezag belaste moeder.
Sinds augustus 2011 wonen zij met hun moeder in België.
Gelet op artikel 8 van de Europese verordening betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (Brussel-II bis) in relatie tot artikel 5 van boek 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de Nederlandse rechter niet bevoegd kennis te nemen van het onderhavige verzoek.
De beslissing
Verklaart zich onbevoegd.
Deze beschikking is gegeven door mr. Marseille, kinderrechter, in bijzijn van Van der Aa, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Voor zover in deze beschikking een of meer eindbeslissingen zijn opgenomen, staat tegen deze beschikking hoger beroep open. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.
Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden voor het instellen van hoger beroep.