Zaak-/rolnummers: 338817 / HA ZA 09-2600
378535 / HA ZA 11-1157
Uitspraak: 7 november 2012 (bij vervroeging)
VONNIS van de enkelvoudige kamer
in de zaak onder zaak-/rolnummer: 338817 / HA ZA 09-2600 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KR CONSULTING B.V.,
gevestigd te Beek (L),
als rechtsopvolger van de vennootschap onder firma K.G.B. SALES V.O.F.,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr W.J.F. Geertsen (Maastricht),
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEAMSOFT INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Dordrecht (in sommige stukken staat: Alblasserdam),
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEAMSOFT WEBDIENST B.V.,
gevestigd te Dordrecht (of Alblasserdam),
gedaagde (in conventie),
advocaat mr P.W. Tubbergen,
en in de zaak onder zaak-/rolnummer 378535 / HA ZA 11-1157 van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEAMSOFT INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Dordrecht (of Alblasserdam),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEAMSOFT WEBDIENST B.V.,
gevestigd te Dordrecht (of Alblasserdam),
eiseressen,
advocaat mr P.W. Tubbergen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te Sittard,
gedaagde,
advocaat mr M.R.E. Gelok (Roosendaal).
Partijen worden hierna aangeduid als "KRC", "Teamsoft c.s." en "[gedaagde]".
1. Het verdere verloop van het geding in de zaak met rolnummer 09/2600
1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de in deze zaak gewezen vonnissen van
18 augustus 2010, 6 oktober 2010 en 13 april 2011 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
1.2 Teamsoft c.s. heeft bij akte de schorsing van het geding ingeroepen, nu de eiseres KGB Sales V.O.F. (hierna: KGB) was ontbonden. Nadat KGB hierop bij akte had geantwoord, heeft KRC bij exploit van 4 juli 2011 aan Teamsoft c.s. twee aktes betekend en Teamsoft c.s. opgeroepen tot hervatting van het geding ingevolge art. 225 j° art. 227 Rv.
Het geding is daarna, in de stand waarin dit zich bevond, voortgezet op naam van KRC in plaats van KGB als eisende, respectievelijk verwerende partij. Deze procespartij wordt hierna aangeduid als KRC.
1.3 Vervolgens zijn de volgende stukken gewisseld:
-conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie;
-conclusie van repliek in conventie en conclusie van antwoord in reconventie;
-conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie;
-conclusie van dupliek in reconventie;
-nadere conclusie houdende vermeerdering van eis in reconventie;
-nadere conclusie van antwoord in reconventie.
1.4 Nadat bij rolbeschikking van 9 mei 2012 was bepaald dat gelegenheid werd gegeven voor pleidooi, hebben partijen op 9 oktober 2012 hun standpunten doen bepleiten door hun raadslieden, die zich daarbij bedienden van pleitnotities.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het verloop van het geding in de zaak met rolnummer 11-1157
2.1 De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende stukken:
-dagvaarding van 3 mei 2011;
-conclusie van antwoord van [gedaagde];
-conclusie van repliek;
-conclusie van dupliek van [gedaagde];
-nadere conclusie houdende wijziging en vermeerdering van eis;
-nadere antwoord conclusie van [gedaagde].
De vordering van Teamsoft c.s. tegen twee medegedaagden (Digit Design B.V. en
KRC) is ingetrokken.
2.2 Nadat bij rolbeschikking van 4 januari 2012 was bepaald dat pleidooi werd toegestaan, hebben partijen op 9 oktober 2012 hun standpunten doen bepleiten door hun raadslieden, waarbij de raadsman van Teamsoft c.s. zich bediende van pleitnotities.
Ten slotte is vonnis bepaald.
3. De vordering en het verweer in conventie in de zaak met rolnummer 09-2600
3.1 Voor de vordering van KRC en de grondslag daarvan wordt verwezen naar het vonnis van 18 augustus 2010 onder 2.1 en 2.2.
3.2 Het verweer van Teamsoft c.s. strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van KRC in de kosten van het geding.
3.3 Teamsoft c.s. heeft daartoe, verkort en zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd:
-Teamsoft International heeft gedwaald ten aanzien van een essentieel onderdeel van de overeenkomst en zij is door KGB misleid; door het beroep op dwaling is de overeenkomst met terugwerkende kracht vernietigd; KGB heeft nimmer enig recht op provisie gehad;
-KGB had haar recht op provisie verwerkt of dit prijsgegeven, nu een implementatie-partnerovereenkomst was gesloten tussen Teamsoft en BBS Group B.V.;
-KGB kwam slechts recht op provisie toe tijdens de looptijd van de overeenkomst en slechts voor zover Teamsoft de feitelijke betaling van de afnemer zou hebben ontvangen; bij de ASP-licentiecontracten werd maandelijks afgerekend zo lang deze licentiecontracten zouden lopen; KGB ontving slechts van maand tot maand 20% provisie van het over die maand gedeclareerde en ontvangen ASP-licentiebedrag; na de ontbinding van de overeenkomst per 11 december 2008 had KGB ten aanzien van de ASP-licentiecontracten geen recht meer op provisie over de rest van de looptijd van die contracten; in elk geval was dat recht afhankelijk van betaling door de afnemer;
-KRC gaat bij de gevorderde provisie uit van onjuiste gebruikersaantallen en een onjuiste berekening van de toekomstige duur van de licentiecontracten, terwijl bovendien enkele van deze contracten mede als gevolg van KGB's gedrag waren opgezegd of zelfs niet tot stand waren gekomen;
-zonder opzegging van de overeenkomst zou op grond van de werkelijke duur van de licentiecontracten en de daadwerkelijk ontvangen ASP-licentievergoedingen niet meer dan
€ 33.607,86 aan provisie verschuldigd zijn geworden.
4. De vordering en het verweer in reconventie in de zaak met rolnummer 09-2600
4.1 De gewijzigde vordering van Teamsoft c.s. luidt, verkort weergegeven, dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
(1) KRC zal veroordelen tot betaling van € 67.467,26 met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de onverschuldigde betalingen, althans vanaf 14 september 2011,
(2) zal verklaren voor recht dat KRC aansprakelijk is voor de schade geleden door Teamsoft International als gevolg van of in verband met de onjuiste en/of onvolledige inventarisatie van wensen en eisen van eindgebruikers van de Teamsoft programmatuur en de daaruit voortvloeiende implementatieproblemen en KRC terzake zal veroordelen tot betaling van
€ 118.008,84 met de wettelijke handelsrente vanaf 14 september 2011,
(3) KRC zal veroordelen in de kosten van het geding.
4.2 Daaraan heeft Teamsoft c.s., behalve hetgeen zij in conventie als verweer heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven ten grondslag gelegd:
-Teamsoft heeft op grond van de ontbonden of vernietigde overeenkomst € 67.467,26 betaald; dit bedrag is onverschuldigd voldaan en moet door KRC worden terugbetaald; subsidiair moet dit bedrag na de ontbinding omdat KGB niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, bij wijze van ongedaanmaking worden terugbetaald;
-KGB was ingevolge de overeenkomst verplicht de specifieke eisen en wensen van de afnemers van de Teamsoft-programmatuur te inventariseren; KGB heeft daarin gefaald;
-op grond van de overeenkomst was KGB gehouden de softwareproducten van Teamsoft bij de afnemers te implementeren; KGB zou van de afnemers/licentienemers implementatieopdrachten ontvangen, waarvoor de afnemers haar rechtstreeks zouden betalen, terwijl Teamsoft erop mocht vertrouwen dat de software dan ook behoorlijk en tot tevredenheid van de afnemers zou worden geimplementeerd; KGB is deze implementatieverplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet behoorlijk en tijdig nagekomen;
-KRC heeft implementatiewerkzaamheden voor Teamsoft International verricht; bij de afnemers Intend en Roder Consult is aanzienlijke schade aangericht omdat de voor KRC optredende [A] deze afnemers een verkeerd beeld heeft voorgespiegeld van de mogelijkheden van de software, onjuiste verwachtingen heeft gewekt en vervolgens niet in staat was de software te implementeren;
-Teamsoft heeft door een en ander een schade geleden van € 118.008,84 die KRC dient te vergoeden.
4.3 Het verweer van KRC strekt tot afwijzing van de vordering met veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van Teamsoft c.s. in de proceskosten.
4.4 KRC heeft daartoe, naast haar stellingen in conventie, kort gezegd, aangevoerd:
-er was geen sprake van dwaling bij Teamsoft c.s. of misleiding door KGB (de rechtbank vermeldt KGB waar door KRC KRC wordt genoemd doch kennelijk KGB is bedoeld); de vordering tot terugbetaling van provisie moet worden afgewezen;
-subsidiair beroept KRC zich op art. 6:230 lid 2 BW (wijziging van de gevolgen van de overeenkomst in plaats van vernietiging);
-KGB bemiddelde bij de verkoop van licenties; KGB had zich niet verbonden tot het verrichten van implementatiewerkzaamheden; eventuele problemen met betrekking tot de implementatie van de Teamsoft-software zijn in deze zaak niet van belang;
-problemen met afnemers ontstonden toen en doordat Teamsoft c.s. niet tijdig operationele software kon opleveren, terwijl in het uiteindelijk geleverde product een groot aantal fouten bleek te zitten; dat levert een zodanige medeschuld van Teamsoft International op dat een eventuele schuld van KGB daarbij in het niet valt;
-ook overigens wordt de vordering tot terugbetaling van provisie, tot het geven van een verklaring voor recht en tot het betalen van schadevergoeding betwist; hieronder zal waar nodig die betwisting nader worden aangeduid.
5. De beoordeling in conventie en in reconventie in de zaak met rolnummer 09-2600
5.1 Van de volgende feiten kan, als vaststaand, worden uitgegaan:
(a) Op 3 juli 2007 heeft KGB met Teamsoft International een "TeamSoft Reseller overeenkomst" (hierna: de overeenkomst) gesloten, waarbij KGB het exclusieve recht kreeg om producten van Teamsoft International door te verkopen aan afnemers (prod 1a van KRC bij dagvaarding).
(b) Bij deze producten ging het in het bijzonder om softwareprogrammatuur (Open-S Care), die kon worden gebruikt door zorginstellingen en bedrijven in de reïntegratiebranche.
(c) In de overeenkomst was bepaald dat KGB voor haar werkzaamheden een provisie ontving.
(d) KGB heeft per kwartaal bedragen aan provisie in rekening gebracht door middel van facturen die - op verzoek van Teamsoft International - waren gericht aan Teamsoft Webdienst. Deze facturen zijn door Teamsoft Webdienst voldaan. In totaal is € 67.467,26 betaald.
(e) Teamsoft International heeft bij brief van 11 december 2008, ondertekend door haar directeur [B], aan KGB meegedeeld dat zij de overeenkomst met onmiddellijke ingang ontbond, waarvoor als reden werd aangegeven dat KGB niet het in de overeenkomst afgesproken minimum aantal user licenties over 2007 en 2008 had gerealiseerd (prod.2 van KRC bij dagvaarding).
(f) KGB heeft aan Teamsoft Webdienst een factuur d.d. 30 januari 2009 gestuurd, waarbij restant provisiebedragen ter zake van een aantal afnemers in rekening werd gebracht, tot een totaalbedrag van € 173.307,13 (incl. BTW) (prod. 4a van KRC bij dagvaarding).
(g) In een namens KGB en haar firmanten door [A] aan Teamsoft International verstuurde brief d.d. 30 januari 2009 was sprake van de ingevolge de overeenkomst te maken eindafrekening. Bij de brief was een formulier gevoegd met daarin per klant gespecificeerd de nog te ontvangen provisie van reeds gesloten verkoopovereenkomsten en latere uitbreidingen, alsmede een bijlage met een verdere toelichting (prods. 4b en 5 a/b van KRC bij dagvaarding). Verzocht werd om de factuur binnen 14 dagen te betalen. Dat is niet gebeurd.
(h) In een e-mail van 4 februari 2009 heeft [B] namens Teamsoft International aan [A] bericht dat de factuur kant noch wal geraakte en werd betwist (prod. 11 van KRC).
(i) Bij factuur d.d. 15 februari 2009 heeft KGB aan Teamsoft Webdienst laten weten dat op de factuur d.d. 30 januari 2009 een bedrag van € 12.847,45 (incl. BTW) in mindering kon worden gebracht (prod. 7 van KRC).
(j) De drie vennoten van KGB waren: [gedaagde] (bestuurder [X]), Digit Design B.V. (middellijk bestuurder [C]) en KR Consulting B.V. (middellijk bestuurder mw [D]). [A] was volledig gevolmachtigd om voor KGB te handelen.
(k) KRC is KGB in juni 2011 opgevolgd in al haar rechten en verplichtingen.
(l) Op 16 januari 2009 heeft Beyond Business Solutions Group B.V. (hierna: BBS) met Teamsoft International een overeenkomst gesloten, die ertoe strekte software van Teamsoft bij haar afnemers in te voeren (implementeren, verzorgen van trainingen), hierna: de implementatieovereenkomst. Deze is namens BBS ondertekend door [A] en [X] als directeur (prod. 10 van KRC). In een overgelegd uittreksel uit het handelsregister (prod. 3 bij dupliek in conventie) staat overigens dat Rani Holding B.V. de bestuurder was van BBS. Rani Holding is ook enig bestuurder van KRC.
(m) Bij brief van 10 april 2009 heeft Teamsoft International deze implementatieovereen-komst met onmiddellijke ingang opgezegd wegens grove nalatigheid en ondeskundig handelen van BBS.
5.2 Uit wat partijen over en weer naar voren hebben gebracht blijkt dat het bij de activiteiten van KGB ingevolge de "resellerovereenkomst" van 3 juli 2007 niet ging om het wederverkopen van software (waarbij KGB deze kocht van Teamsoft International en vervolgens doorverkocht aan een afnemer), maar om een vorm van bemiddeling door KGB, die erin resulteerde dat Teamsoft International en/of Teamsoft Webdienst contracteerde met een afnemer, die een licentie verkreeg om de softwareprogrammatuur te gebruiken, met name door een zogenaamde webdienst (ASP, application service provider licentie). Bij dat laatste maakte de afnemer vervolgens voor zijn bedrijf gebruik van deze programmatuur die zich bevond ("draaide") op een server in Londen. Gedurende de looptijd van dat licentiecontract moest de afnemer maandelijks een bepaald bedrag betalen aan Teamsoft c.s.
Wat partijen voor ogen stond bij de bemiddeling door KGB kan worden opgemaakt uit
art. 3.3 van de overeenkomst: het vinden van een "lead" (potentiële afnemer), het verzorgen van de entree bij een potentiële lead en het voorbereiden en bijwonen van een demo (demonstratie van de programmatuur van Teamsoft c.s. bij de potentiële afnemer), die werd verzorgd door Teamsoft, welke demo - na een offerte van Teamsoft c.s. - moest leiden tot een contract tussen Teamsoft en de afnemer.
5.3 Teamsoft c.s. beroept zich in de eerste plaats op dwaling en vernietiging van de overeenkomst (met de door Teamsoft c.s. in dit verband ook gebruikte term ontbinding met terugwerkende kracht wordt kennelijk gedoeld op vernietiging). Later spreekt Teamsoft c.s. ook van bedrog.
5.4 De gestelde dwaling en misleiding zouden - als de rechtbank het goed begrijpt - blijkbaar hun grond vinden in het feit dat Teamsoft International er op basis van de beweringen van [A], [gedaagde] en [C] vanuit ging dat deze personen prominente posities in de zorgsector bekleedden dan wel bijzondere ervaring hadden met het implementeren van software in de zorgsector, waardoor zij bij uitstek geschikt zouden zijn om de software van Teamsoft International aan de zorgsector aan te bieden en dat deze combinatie van personen als vennootschap onder firma KGB naar buiten zou treden en bij de contacten met afnemers door hun kennis en ervaring geen onjuiste en overtrokken toezeggingen zou doen.
5.5 Kennelijk ging het bij een prominente positie in de zorgsector alleen om [gedaagde], door Teamsoft c.s. aangeduid als 'kroonjuweel'. Uit wat Teamsoft c.s. zelf daarover aanvoert (dupliek in conventie onder 15 - 20) volgt dat zij [A] en [C] niet beschouwde als automatiseerders met bijzondere expertise of vaardigheden op het gebied van de zorgsector. Evenmin bekleedden [A] en [C] een prominente positie in de zorgsector. Dat [gedaagde] een prominente positie in de zorgsector bekleedde staat tussen partijen vast.
Uit het voorgaande volgt dat ten aanzien van de positie, kennis en ervaring van deze drie personen bij Teamsoft International geen verkeerde verwachtingen zijn gewekt. Voor het overige is het beroep op dwaling of misleiding onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd, zodat het van de hand moet worden gewezen. Het gestelde niet nakomen door KGB van aangegane verplichtingen vormt op zichzelf geen grond voor vernietiging wegens dwaling. De overeenkomst kon niet wegens dwaling of bedrog worden vernietigd. Dat betekent dat de betaalde provisie niet op basis daarvan kan worden teruggevorderd.
5.6 Teamsoft International heeft de overeenkomst op 11 december 2008 ontbonden verklaard, waarbij zij verwees naar een bepaling in de overeenkomst over ontbinding met onmiddellijke ingang voor de toekomst (art. 9.2). Partijen zijn het erover eens dat in art. 9 van de overeenkomst de termen ontbinding en opzegging door elkaar zijn gebruikt, zonder dat deze daar een verschillende betekenis hebben. Waar in de overeenkomst sprake is van ontbinding wordt kennelijk opzegging bedoeld.
Daarnaast heeft Teamsoft International aangevoerd dat KGB haar verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen. Dat kon voor Teamsoft International een reden zijn de overeenkomst ontbonden te verklaren, wat zij in deze procedure ook heeft gedaan.
In deze procedure kan ervan worden uitgegaan dat KGB de opzegging/ontbinding per 11 december 2008 heeft aanvaard. Welke gronden daaraan ten grondslag zijn gelegd kan op zichzelf buiten beschouwing blijven. In geschil is hoe na de opzegging/ontbinding tussen partijen moet worden afgerekend, of er nog provisie moet worden betaald, dan wel provisie moet worden terugbetaald en of er een grond is voor het vergoeden van schade. Daarbij is mede van belang of KGB in haar verplichtingen toerekenbaar is tekortgeschoten.
5.7 Bij de beoordeling daarvan zijn de volgende bepalingen van de overeenkomst van belang:
Art. 3.2 bepaalde dat KGB als "Reseller" het exclusieve recht kreeg voor de verkoop van de programmatuur (en bijbehorende diensten) van Teamsoft International op de markt van de zorg en de bedrijven in de reïntegratiebranche;
Art. 7.1 van de overeenkomst bevatte een staffel voor de aan KGB verschuldigde provisie, waarvan het percentage (20% tot 25%) was gerelateerd aan de verkopen per kalenderjaar.
Tevens stond daarin dat de uitkering van de provisie gebonden was aan de feitelijke betaling van de afnemer aan Teamsoft.
Art. 7.2 van de overeenkomst bepaalde onder meer: "Ingeval van ASP is dit gerealiseerde provisiepercentage gedurende de gehele looptijd van het (initiele of vervolg) licentie-gebruikerscontract van toepassing, met een maximum van 3 jaren."
Art. 7.5 bepaalde onder meer: "ASP licenties worden maandelijks afgerekend zolang als de gebruikerslicentie-overeenkomst loopt."
Art. 7.6 luidde: "Door Reseller gefactureerde bedragen worden uiterlijk 14 dagen na ontvangst van de factuur betaald, mits inhoudelijk akkoord bevonden door "Teamsoft". Indien "Teamsoft" zich inhoudelijk niet kan verenigen met de inhoud van de factuur, is zij gehouden dit terstond, doch uiterlijk binnen 2 werkdagen na ontvangst van de factuur te melden aan "KGB". "
Art. 9.5 bepaalde dat, indien door Teamsoft de resellerovereenkomst werd opgezegd, reseller de nog niet gefactureeerde provisies van lopende contractonderhandelingen direct bij Teamsoft in rekening kon brengen, voorzover de uitkomst van deze onderhandelingen in redelijke mate leek vast te staan. Binnen 60 dagen na datum beëindiging van de overeenkomst diende dan wel de verkoop (een getekende licentie-overeenkomst) tot stand te zijn gekomen.
Art. 9.6 luidde: "Partijen zullen bij opzegging van de overeenkomst hun eventuele vorderingen verrekenen teneinde tot een eindafrekening te komen. Aan de hand van deze eindafrekening verklaren Partijen, over en weer niets meer van elkaar te vorderen te hebben."
5.8 Gelet op wat partijen daarover hebben aangevoerd kan als vaststaand worden aangenomen dat de provisie over lopende ASP-contracten tussen partijen per kwartaal werd afgerekend, te weten telkens over de ervoor verstreken drie maanden, waarbij aan KGB een provisie werd toegekend van 20% over het door Teamsoft c.s. aan de afnemer gefactureerde maandelijkse termijnbedrag.
5.9 KGB heeft bij de factuur van 30 januari 2009 de provisie over de nog resterende termijnen van de reeds afgesloten en nog lopende ASP-licentiecontracten (met een maximum van drie jaar / 36 maanden) in rekening gebracht, volgens de haar bekende stand van zaken op het moment van de opzegging op 11 december 2008. Deze factuur had betrekking op de periode van september 2008 tot en met september 2011 en beliep in totaal € 173.307,13 (incl. BTW). Daarin was begrepen een bedrag van € 12.847,45 (incl. BTW) over de periode van september tot en met december 2008. Dit laatste bedrag kwam overeen met de door Teamsoft voor die periode berekende provisie voor KGB (€ 10.796,18 excl. BTW is € 12.847,45 incl. BTW). Dat laatste bedrag is door KGB ook nog apart in rekening gebracht bij factuur van 15 februari 2009, met de mededeling dat dit weer in mindering kon worden gebracht op de factuur van 30 januari 2009 (vgl. prods. 4a/b, 6 en 7 van KRC).
Het totaal gefactureerde bedrag was aldus € 173.307,13 (incl. BTW), waarbij het bedrag van
€ 12.847,45 zag op de periode tot en met december 2008 (vóór de opzegging van de overeenkomst). Teamsoft c.s. heeft daarvan niets betaald.
5.10 De rechtbank verwerpt de stelling van KRC dat het verweer van Teamsoft c.s. tegen de factuur van 30 januari 2009 tardief is omdat daartegen niet overeenkomstig art. 7.6 van de overeenkomst tijdig (inhoudelijk) bezwaar was gemaakt. In die bepaling staat dat Teamsoft uiterlijk binnen 2 werkdagen na ontvangst van de factuur moet protesteren.
Deze factuur met de bijbehorende brief (prod. 4a en 5a van KRC bij dagvaarding) zijn gedateerd op (vrijdag) 30 januari 2009. Niet blijkt op welke datum deze door KGB zijn verzonden en op welke datum deze door Teamsoft International zijn ontvangen. Daarom is evenmin duidelijk dat het protest bij e-mail van (woensdag) 4 februari 2009 te laat was. Dit protest beantwoordde aan art. 7.6 van de overeenkomst, ook al werd daarin niet nader gespecificeerd op welke punten Teamsoft International zich met de factuur niet kon verenigen.
5.11 Wat betreft de provisie over de periode tot en met december 2008, die overeenkomstig de opgave van Teamsoft c.s. in rekening is gebracht, eerst bij factuur van 30 januari 2009 en vervolgens opnieuw bij factuur van 15 februari 2009 (prods. 6 en 7 van KRC) is door Teamsoft c.s. geen gemotiveerd verweer gevoerd. Dat betekent dat het bedrag van
€ 12.847,45 door Teamsoft International verschuldigd is, vermeerderd met de wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) vanaf 14 februari 2009.
5.12 KRC stelt zich op het standpunt dat de bij de factuur van 30 januari 2009 in rekening gebrachte provisie over de periode na december 2008 door de opzegging van de overeenkomst meteen verschuldigd en opeisbaar werd. KRC verwijst daartoe naar de
artt. 9.5 en 9.6 van de oveeenkomst.
5.13 Art. 9.5 van de overeenkomst heeft echter blijkens de tekst alleen betrekking op provisie voor contracten waarover ten tijde van de opzegging nog werd onderhandeld maar die binnen 60 dagen nadien tot stand kwamen. De bij de factuur van 30 januari 2009 berekende provisie zag kennelijk op reeds vóór de opzegging van de overeenkomst gesloten ASP-licentiecontracten, zodat art. 9.5 hier niet toepasselijk is (ook het nog genoemde
art. 9.4 mist hier toepassing: dat had betrekking op licentieovereenkomsten die na de opzegging tot stand kwamen, waarbij KGB een rol van betekenis had gespeeld; de factuur zag kennelijk ook niet op dergelijke contracten).
5.14 Art. 9.6 geeft geen eigen regeling over het moment waarop de provisie over toekomstige maandelijkse termijnen van ASP-licentiecontracten verschuldigd en opeisbaar werd. Uit de bepaling dat partijen tot een eindafrekening zouden moeten komen volgt niet dat bij opzegging van de overeenkomst die provisie direct en geheel verschuldigd en opeisbaar zou zijn. Ook volgt daaruit niet dat bij het bepalen van die provisie in alle gevallen ervan zou moeten worden uitgegaan dat de betreffende ASP-licentiecontracten zouden doorlopen tot het einde van de contractsduur, noch dat geen rekening ermee hoefde te worden gehouden of de afnemer de hem in rekening gebrachte termijnbedragen aan Teamsoft c.s. wel of niet zou betalen.
5.15 Anderzijds kan niet worden aangenomen dat door de opzegging van de overeenkomst het recht op provisie over reeds afgesloten ASP-licentiecontracten verviel voor zover deze provisie nog niet door Teamsoft c.s. hoefde te worden betaald omdat de betreffende termijnen nog niet waren verstreken en de termijnbedragen nog niet door de afnemers waren betaald. Uit de bepalingen van de overeenkomst leidt de rechtbank, mede gelet op de stellingen van partijen, af dat KGB aanspraak kreeg op provisie door en bij het afsluiten van het ASP-licentiecontract, doch dat de provisie pas aan KGB hoefde te worden betaald nadat de achtereenvolgende termijnen waren verschenen en de overeenkomstige bedragen door de afnemers waren voldaan. Inmiddels is de maximale looptijd van 3 jaar van de betreffende ASP-licentiecontracten verstreken.
5.16 Teamsoft c.s. heeft een opstelling gemaakt van de bedragen die volgens haar verschuldigd zouden zijn indien de overeenkomst zou zijn voortgezet op basis van daadwerkelijk ontvangen betalingen (dupliek in conventie onder 62), waarbij ook de verschillen zijn aangegeven met de bedragen op de factuur van 30 januari 2009. Het totaal van deze opstelling is € 33.608,80 (kennelijk: exclusief BTW).
De rechtbank neemt aan dat in deze opstelling van erkende bedragen ook de bedragen zijn opgenomen van de factuur van 15 februari 2009 die Teamsoft c.s. in elk geval verschuldigd is (zie hiervoor onder 5.11). Over de periode na december 2008 wordt dan nog een bedrag erkend van (33.608,80 - 10.796,18 =) € 22.812,62 excl. BTW of € 27.147,02 incl. BTW.
Het verschil met de door KGB over die periode gefactureerde bedragen (€ 134.840,06 excl. BTW of € 160.459,68 incl. BTW) bedraagt dan € 112.027,44 excl. BTW of € 133.312,65 incl. BTW.
5.17 Uit de toelichtingen van partijen wordt niet duidelijk waarin dit verschil precies bestaat en wat daarvan precies de achtergrond is. Weliswaar rust op KRC als eiseres in conventie de last om haar vordering te bewijzen, doch in de gegeven situatie, waarin de verschuldigdheid van provisie mede moet blijken uit de administratie van Teamsoft c.s. en andere bij haar berustende gegevens en waarin KRC een duidelijke specificatie van haar vordering heeft gegeven, heeft Teamsoft c.s. de verplichting om haar opstelling en de feiten waarop zij deze baseert nauwkeurig de specificeren en toe te lichten en om deze met stukken te onderbouwen. Met dat doel zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen voor het nemen van een akte door Teamsoft c.s.. KRC zal daar vervolgens op kunnen reageren.
Een verder oordeel over de provisievordering in conventie wordt aangehouden.
5.18 De rechtbank verwerpt het standpunt van Teamsoft c.s. dat KGB haar recht op provisie over lopende ASP-licentiecontracten heeft verwerkt of heeft prijsgegeven vanwege het feit Teamsoft in januari 2009 een implementatieovereenkomst heeft gesloten met BBS. Dat KGB haar recht wilde prijsgeven en dat Teamsoft c.s. dat redelijkerwijs zo mocht begrijpen kan niet worden afgeleid uit de brief van KGB d.d. 15 december 2008 (prod. 3 van KRC). Andere concrete feiten heeft Teamsoft c.s. aan haar stelling op dit punt niet ten grondslag gelegd.
5.19 Aan het recht van KGB op provisie voor de bemiddeling bij het sluiten van licentiecontracten doet niet af dat KGB is opgericht als 'verrekenvehikel' om de beloning voor het bemiddelingswerk te verdelen tussen haar drie vennoten, noch dat KGB niet onder die naam op de markt opereerde. De overeenkomst was gesloten tussen KGB en Teamsoft International. Aan die overeenkomst is ook uitvoering gegeven: er werden licentiecontracten gesloten tussen Teamsoft c.s. en afnemers, kennelijk na bemiddelingswerkzaamheden van [A] en mogelijk ook [gedaagde], door KGB werd daarvoor de in de overeenkomst bepaalde provisie in rekening gebracht, die ook geruime tijd door Teamsoft c.s. is betaald. Dat geen sprake was van wederverkoop maar van een vorm van bemiddeling staat niet eraan in de weg dat op basis van de overeenkomst aan KGB provisie verschuldigd werd en betaald werd.
5.20 Tussen partijen staat vast dat, vóórdat - door bemiddeling van KGB - een licentiecontract werd afgesloten, moest worden vastgesteld wat de specifieke eisen en wensen waren van de afnemer, welke softwaremodules de afnemer nodig had en hoeveel gebruikerslicenties voor elk van de modules nodig waren.
Ook werd dan bezien hoe het implementatietraject zou moeten verlopen. Onder de term implementatie vallen de werkzaamheden die nodig waren om de afnemer na het verwerven van de softwarelicentie of het sluiten van een ASP-licentiecontract in staat te stellen daarmee te werken: het installeren, testen en configureren van de software om deze geschikt te maken voor het bedrijf van de afnemer.
5.21 Volgens KRC (repliek in conventie p. 10 en 13) werd door het consultancybedrijf BBS (al dan niet 'in oprichting'; BBS werd opgericht op 25 april 2008) bepaald welke modules de afnemer nodig had, neergelegd in een zogenaamde blauwdruk. KGB trad slechts op als 'verkoper', dat wil zeggen als bemiddelaar bij het afsluiten van het licentiecontract. De blauwdruk werd besproken tussen de afnemer, KGB en Teamsoft, waarna Teamsoft met een offerte kwam, aldus KRC.
5.22 Volgens Teamsoft c.s. (dupliek in conventie onder 35) was het KRC die een blauwdruk maakte voor de implementatie van de software en heeft KRC - in de persoon van [A] - onvoldoende de behoefte van de afnemers geanalyseerd en bij hen omtrent de software verkeerde verwachtingen gewekt. Ter onderbouwing van haar stellingname op dit punt legt Teamsoft c.s. twee berichten over afkomstig van twee afnemers, Roder Consult en Intend (prods. 4 en 5 bij dupliek in conventie), waarin wordt geklaagd over de werkzaamheden van [A].
5.23 Blijkens de inhoud van deze berichten hebben die klachten betrekking op het verloop van de implementatiewerkzaamheden (en de daarvoor berekende bedragen) en valt daarin niet de klacht te lezen dat vóór het afsluiten van het contract niet goed was onderzocht wat de specifieke eisen en wensen waren van deze afnemers en dat niet de juiste softwaremodules waren aangeboden en geleverd. Er is daarin ook geen sprake van verkeerde verwachtingen omtrent de software. Hetzelfde geldt voor enkele andere berichten van Roder Consult en Intend die Teamsoft c.s. nog in het geding heeft gebracht (prods. 3 en 5 bij haar nadere conclusie, met deels dezelfde berichten als de twee eerstbedoelde). Nu Teamsoft c.s. op dat punt geen nadere concrete feiten heeft gesteld die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden moeten leiden, concludeert de rechtbank dat het verwijt dat niet juist is geanalyseerd of geïnventariseerd welke software de afnemers nodig hadden en het verwijt dat verkeerde verwachtingen zijn gewekt over het beantwoorden van de software aan die behoefte niet steekhoudend zijn.
5.24 Tussen partijen is verder in geschil wie verantwoordelijk was voor de implementatie van de software van Teamsoft c.s. na het afsluiten van de licentiecontracten.
Volgens KRC behoorde dat niet tot de verplichtingen van KGB ingevolge de overeenkomst, volgens Teamsoft c.s. wel.
5.25 De rechtbank kan in het door Teamsoft c.s. in dat verband genoemde art. 3.2 van de overeenkomst (dupliek in conventie onder 36; kennelijk bedoelt zij 3.2 waar zij art. 3.1 noemt) niet lezen dat KGB zich tegenover Teamsoft International verplichtte tot het verrichten van implementatiewerkzaamheden van de aan de afnemer verkochte softwarelicenties. Met "Producten (en bijbehorende diensten) van TeamSoft" wordt klaarblijkelijk gedoeld op de programmatuur van Teamsoft International en de daarbij behorende diensten van Teamsoft c.s., waarbij het kennelijk in elk geval gaat om webdiensten.
Ook elders in de overeenkomst staan dergelijke verplichtingen van KGB niet genoemd, noch zijn concrete feiten aangevoerd waaruit volgt dat KGB deze verplichtingen wel had.
De rechtbank concludeert dat niet blijkt dat KGB verantwoordelijk was voor implementatie-werkzaamheden nadat het licentiecontract met de afnemer was gesloten. Dat betekent dat Teamsoft c.s. niet aan KGB kan verwijten dat deze implementatieverkzaamheden niet naar behoren zijn verricht en voorts dat Teamsoft International de met KGB gesloten overeenkomst niet ontbonden kon verklaren wegens tekortkomingen bij de implementatiewerkzaamheden. Ook kan daarop jegens KGB geen aanspraak op schadevergoeding worden gebaseerd.
5.26 Nu niet is gebleken dat KGB op de hiervoor bedoelde punten is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst, was Teamsoft International niet bevoegd om de overeenkomst op grond daarvan ontbonden te verklaren.
5.27 Indien KGB is tekortgeschoten ten aanzien van het realiseren van het overeengekomen minimale aantal user licenties over 2007 en 2008 (zie de brief van Teamsoft van 11 december 2008) en dit grond zou zijn voor ontbondenverklaring van de overeenkomst, betekent dit niet dat reeds betaalde provisie onverschuldigd is voldaan. Evenmin kan dit er in het onderhavige geval toe leiden dat KGB/KRC op basis van ongedaanmakingsverplichtingen verplicht zou zijn tot terugbetaling van reeds ontvangen provisie. De aard van de door KGB verrichte bemiddelingswerkzaamheden sloot uit dat deze ongedaan werden gemaakt. Voor die werkzaamheden was de tussen partijen overeengekomen vergoeding verschuldigd. Niet is aangevoerd dat de waarde van die werkzaamheden lager zou zijn. Dat brengt mee dat reeds door KGB ontvangen provisie niet hoeft te worden terugbetaald. Voorts betekent dit dat de bestaande aanspraken van KGB/KRC op provisie voor reeds afgesloten ASP-licentiecontracten niet wegens de ontbondenverklaring vervielen.
5.28 Voor zover Teamsoft c.s. wil aanvoeren dat KGB tegenover Teamsoft c.s. onrechtmatig heeft gehandeld - dat zij dit standpunt inneemt is niet geheel duidelijk - moet deze stellingname worden verworpen omdat deze niet behoorlijk is onderbouwd.
5.29 Teamsoft c.s. stelt zich - blijkbaar subsidiair - tevens op het standpunt dat - indien niet KGB is tekortgeschoten bij de implementatiewerkzaamheden bij de afnemers Intend en Roder Consult of Roder Sana - dat verwijt kan worden gericht aan het adres van KRC in de persoon van [A].
Volgens KRC werden de implementatiewerkzaamheden niet verricht door KRC maar door BBS, die daartoe een overeenkomst sloot met de betreffende afnemers. Blijkbaar trad [A] op namens BBS. KRC wijst erop dat BBS in deze procedure geen partij is.
5.30 Teamsoft c.s. stelt niet dat zij met KRC was overeengekomen dat deze de nodige implementatiewerkzaamheden bij die afnemers zou verrichten. Zij stelt evenmin dat KRC jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door het ondeugdelijk verrichten van implementatiewerkzaamheden bij die afnemers.
Teamsoft c.s. heeft niet door concrete en onderbouwde stellingen duidelijk gemaakt dat [A], handelende namens KRC (en niet BBS), de implementatiewerkzaamheden bij die afnemers ondeugdelijk heeft verricht, terwijl evenmin duidelijk is dat dit jegens haar onzorgvuldig moet worden geacht. Daarop moet de tegen KRC gerichte vordering tot het geven van een verklaring voor recht en tot het betalen van schadevergoeding afstuiten.
5.31 De rechtbank komt tot de slotsom dat de reconventionele vordering dient te worden afgewezen, met veroordeling van Teamsoft c.s. in de proceskosten. Deze worden tot op heden begroot op nihil aan verschotten en op
€ 5.684,- (4 x € 1421,-) aan salaris van de advocaat.
5.32 Van de vordering in conventie is thans al toewijsbaar het door Teamsoft c.s. erkende bedrag van
€ 33.608,80 excl. BTW is € 39.994,47 incl. BTW. Over € 12.847,45 daarvan is de wettelijke handelsrente verschuldigd vanaf 14 februari 2009. De ingangsdata van de rente over het meerdere (€ 27.147,02) zijn nog niet duidelijk. Op dat punt wordt de beoordeling aangehouden.
6. De vordering en het verweer in de zaak met rolnummer 11-1157
6.1 De gewijzigde vordering van Teamsoft c.s. luidt, verkort weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(1) [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van € 67.467,26, met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de onverschuldigde betalingen, althans vanaf 20 juni 2012,
(2) zal verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade geleden door Teamsoft c.s. als gevolg van of in verband met de onjuiste en/of onvolledige inventarisatie van wensen en eisen van eindgebruikers van de Teamsoft programmatuur en de daaruit voortvloeiende implementatieproblemen en [gedaagde] terzake te veroordelen tot betaling van
€ 118.008,84, met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 14 september 2011, althans 20 juni 2012,
(3) [gedaagde] voor zover mogelijk gelijktijdig met het vonnis in de hoofdzaak met zaak-/rolnummer 338817/HA ZA 09-2600 zal veroordelen tot betaling van een bedrag gelijk aan het bedrag dat in de hoofdzaak zal worden toegewezen, te vermeerderen met de proceskosten en rente tot betaling waarvan Teamsoft c.s. zal worden veroordeeld;
(4) [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van het geding.
6.2 Teamsoft c.s. heeft daaraan, zeer in het kort en zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd:
-tussen Teamsoft c.s. als gedaagde en KGB is bij deze rechtbank een procedure aanhangig onder zaak-/ rolnummer 338817 / HAZA 09-2600; daarin vordert KGB betaling van
€ 173.307,13 met rente en kosten, stellende dat zij tot dat bedrag recht heeft op provisie ingevolge een tussen Teamsoft International en KGB op 3 juli 2007 gesloten "reseller-overeenkomst" (hierna: de overeenkomst);
-deze overeenkomst is vernietigd wegens dwaling en/of bedrog bij het totstandkomen van de overeenkomst; ook is de overeenkomst opgezegd dan wel ontbonden verklaard wegens wanprestatie; KGB had bovendien geen aanspraak op provisie ingevolge de overeenkomst;
-de door Teamsoft c.s. aan KGB betaalde provisie van € 67.467,26 is onverschuldigd betaald en dient te worden terugbetaald;
-de vordering van KGB tot het betalen van provisie is ondeugdelijk; KGB heeft haar aanspraak op provisie prijsgegeven of haar recht ter zake verwerkt;
-KGB is haar verplichtingen uit de overeenkomst niet behoorlijk en tijdig nagekomen, met name door een onjuiste en/of onvolledige inventarisatie van wensen en eisen van de afnemers van de Teamsoft programmatuur en door het niet goed en tijdig bij de afnemers implementeren van de programmatuur; Teamsoft c.s. heeft daardoor een schade geleden van
€ 118.008,84 met rente;
-als vennoot van KGB is [gedaagde] hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van deze vennootschap; [gedaagde] dient Teamsoft c.s. ook te vrijwaren, indien zij tot betaling aan KGB of haar rechtsopvolger KRC mocht worden veroordeeld.
6.3 Het verweer van [gedaagde] strekt, verkort weergegeven, tot afwijzing van de vordering, subsidiair toewijzing zonder uitvoerbaar bij voorraadverklaring althans tegen zekerheidstelling en veroordeling van Teamsoft c.s. en haar advocaat - uitvoerbaar bij voorraad - in de kosten van het geding.
6.4 [gedaagde] heeft daartoe, zakelijk en verkort weergegeven, het volgende aangevoerd:
-er was geen sprake van dwaling of bedrog;
-de door KGB ontvangen provisie was wel degelijk verschuldigd, net als de nu door KGB/KRC gevorderde provisie;
-de vordering tot vrijwaring ten aanzien van hetgeen Teamsoft c.s. aan KGB/KRC moet betalen mist iedere grond;
-KGB is niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en is niet uit dien hoofde aansprakelijk jegens Teamsoft c.s.; [gedaagde] is dat dus evenmin;
-een eventueel toewijzend vonnis dient niet uitvoerbaar bij voorraad te worden verklaard, althans dient daaraan de voorwaarde van zekerheidstelling te worden verbonden.
7. De beoordeling in de zaak met rolnummer 11-1157
7.1 In de zaak met rolnummer 09-2600 heeft de rechtbank onder meer het volgende geoordeeld:
-de overeenkomst kon niet wegens dwaling of bedrog worden vernietigd; dat betekent dat de betaalde provisie niet op basis daarvan kan worden teruggevorderd (ro. 5.5);
-over de periode tot en met december 2008 is Teamsoft International aan KGB/KRC wegens provisie een bedrag van
€ 12.847,45 met rente verschuldigd (ro. 5.11);
-hoeveel provisie Teamsoft International over de periode vanaf december 2008 nog verschuldigd is dient nader te worden onderzocht (ro. 5.17);
-het standpunt van Teamsoft c.s. dat KGB haar recht op provisie over lopende
ASP-licentiecontracten heeft verwerkt of heeft prijsgegeven wordt verworpen (ro. 5.18);
-het verwijt van Teamsoft c.s. aan KGB dat niet juist is geanalyseerd of geïnventariseerd welke software de afnemers nodig hadden en het verwijt dat verkeerde verwachtingen zijn gewekt over het beantwoorden van de software aan die behoefte zijn niet steekhoudend
(ro. 5.23);
-niet blijkt dat KGB verantwoordelijk was voor implementatiewerkzaamheden nadat het licentiecontract met de afnemer was gesloten; dat betekent dat Teamsoft c.s. niet aan KGB kan verwijten dat deze implementatieverkzaamheden niet naar behoren zijn verricht en voorts dat Teamsoft International de met KGB gesloten overeenkomst niet ontbonden kon verklaren wegens tekortkomingen bij de implementatiewerkzaamheden; daarop kan jegens KGB geen aanspraak op schadevergoeding worden gebaseerd (ro. 5.25);
-nu niet blijkt dat KGB is tekortgeschoten in haar hiervoor bedoelde verplichtingen uit de overeenkomst, was Teamsoft International niet bevoegd om de overeenkomst op grond daarvan ontbonden te verklaren (ro.5.26);
-ontbondenverklaring wegens het niet halen van de 'targets' kan er niet toe leiden dat reeds ontvangen provisie moet worden terugbetaald, of dat verschuldigde maar nog niet betaalde provisie niet langer hoeft te worden betaald (ro. 5.27);
-een eventuele stelling van Teamsoft c.s. dat KGB tegenover haar onrechtmatig heeft gehandeld moet worden verworpen (ro. 5.28).
De rechtbank verwijst verder naar hetgeen daarover in die zaak is overwogen.
7.2 Daaruit volgt ten eerste dat Teamsoft c.s. verplicht is om aan KRC provisie met rente te betalen, waarbij de totale omvang van deze provisie nog niet vaststaat, ten tweede dat KGB niet verplicht is de ontvangen provisie van
€ 67.467,26 terug te betalen en ten derde dat KGB niet tegenover Teamsoft c.s. aansprakelijk is en gehouden tot schadevergoeding op grond van toerekenbaar tekortschieten in haar verplichtingen uit de overeenkomst of uit hoofde van onrechtmatige daad.
7.3 Teamsoft c.s. heeft niet duidelijk gemaakt waarom [gedaagde] gehouden zou zijn om de provisie die Teamsoft c.s. nog aan KGB/KRC dient te betalen, weer aan Teamsoft c.s. te vergoeden. Een rechtsgrond daarvoor ontbreekt.
7.4 Waarom KGB en dus [gedaagde] als haar vennoot aansprakelijk zouden zijn voor gedragingen van KRC is niet gemotiveerd; deze stelling van Teamsoft c.s. is daarom ondeugdelijk.
7.5 Waar KGB niet tegenover Teamsoft c.s. aansprakelijk is uit overeenkomst, onverschuldigde betaling of onrechtmatige daad, is [gedaagde] dat als vennoot evenmin.
7.6 Voor zover Teamsoft c.s. [gedaagde] verwijt dat deze - naast KGB of KRC - zelf toerekenbaar is tekortgeschoten of onzorgvuldig heeft gehandeld jegens Teamsoft c.s. - dat zij dit standpunt inneemt is niet goed duidelijk - zijn die verwijten onvoldoende met concrete feiten onderbouwd.
7.7 De conclusie moet zijn dat de vordering dient te worden afgewezen. Teamsoft c.s. wordt veroordeeld in de proceskosten. Deze worden tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 3.537,- aan vast recht en € 8.000,- (4 x € 2.000) aan salaris van de advocaat, samen € 11.537,- en voor het overige zoals gevorderd. Voor een veroordeling van de advocaat van Teamsoft c.s. in de kosten ziet de rechtbank geen goede grond.
in de zaak met rolnummer 09-2600:
veroordeelt Teamsoft c.s. om aan KRC te betalen een bedrag van € 39.994,47, vermeerderd met de wettelijke handelsrente (art. 6:120 lid 2 BW) over € 12.847,45 vanaf 14 februari 2009 tot de dag van voldoening;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
en alvorens verder te beslissen:
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 19 december 2012 voor akte aan de zijde van Teamsoft c.s. zoals bedoeld in ro. 5.17;
veroordeelt Teamsoft c.s. in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van KRC begroot op € 5.684,-;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de zaak met rolnummer 11-1157:
veroordeelt Teamsoft c.s. in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 11.537,- nog te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,- zonder betekening dan wel € 199,- in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en - indien voldoening van de (na)kosten niet binnen die termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf de dag waarop die termijn verliep;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik en uitgesproken in het openbaar op
7 november 2012.
10/1278