ECLI:NL:RBROT:2012:BY5972
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Opschorting van verzekering door Achmea wegens uitblijven betaling premies ziektezekerheidsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Achmea (eiseres) en een gedaagde partij. De zaak betreft de opschorting van de dekking van een ziektezekerheidsplan door Achmea, als gevolg van het uitblijven van tijdige betalingen van premies door de gedaagde. De eiseres vorderde een bedrag van € 3.694,93 aan hoofdsom, € 700,00 aan buitengerechtelijke kosten en € 1.344,19 aan verschenen rente, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagde erkende een deel van de vordering, maar betwistte het restant, onder andere op basis van financiële problemen en het beëindigen van de verzekering per 10 januari 2008.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de tijdige betaling van de premies en dat de verzekering op grond van de algemene voorwaarden van Achmea terecht is opgeschort. De rechter heeft de vordering van Achmea voor een groot deel toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, die zijn afgewezen omdat onvoldoende bewijs was geleverd van de verrichte werkzaamheden. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 3.165,61, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De zaak illustreert de gevolgen van het niet tijdig voldoen aan betalingsverplichtingen in het kader van een verzekeringsovereenkomst en de rechten van de verzekeraar om dekking op te schorten. De rechter heeft de argumenten van de gedaagde verworpen en bevestigd dat de opschorting van de verzekering rechtmatig was, gezien de betalingsachterstand en de voorwaarden van de overeenkomst.