ECLI:NL:RBROT:2012:BY7593
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Vordering tot bewijs van afspraak over huurinkomsten tussen ex-partners na beëindiging van affectieve relatie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2012, gaat het om een vordering van eiser, die een bewijsopdracht heeft gekregen van de kantonrechter. Eiser en gedaagde hadden een affectieve relatie en woonden samen in Nederland en later op Curaçao. Tijdens hun samenleven hebben beide partijen bijgedragen aan de kosten van de huishouding, maar er is geen schriftelijke overeenkomst over de verdeling van de huurinkomsten van de woning in Nederland. Eiser stelt dat er een afspraak was dat de huurinkomsten uitsluitend aan hem zouden toekomen, terwijl gedaagde betwist dat er een dergelijke afspraak is gemaakt. De kantonrechter heeft eiser toegelaten tot het leveren van bewijs van het bestaan van deze afspraak. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij eiser de gelegenheid krijgt om getuigen te horen om zijn stelling te onderbouwen. De kantonrechter heeft de zaak naar de rolzitting van 18 december 2012 verwezen, waar eiser moet aangeven hoe hij aan de bewijsopdracht wil voldoen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral wanneer het gaat om afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.