ECLI:NL:RBROT:2012:BZ8873
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens aantreffen hennepplanten in de tuin
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder over de ontbinding van een huurovereenkomst. De verhuurder, aangeduid als [eiseres], vorderde ontbinding van de huurovereenkomst omdat in de tuin van het gehuurde pand dertien hennepplanten waren aangetroffen. De huurder, aangeduid als [gedaagde], betwistte de vordering en stelde dat de hennepplanten bestemd waren voor eigen gebruik en dat hij niet in strijd had gehandeld met de huurvoorwaarden, aangezien het verbod enkel betrekking had op het kweken in de woning zelf.
De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van hennepplanten in de tuin weliswaar in strijd was met de huurvoorwaarden, maar dat de tekortkoming van [gedaagde] niet voldoende ernstig was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De kantonrechter overwoog dat er geen bewijs was dat [gedaagde] de hennepplanten bedrijfsmatig kweekte en dat de risico's voor de verhuurder en de omgeving verwaarloosbaar klein waren. Bovendien had [gedaagde] al jarenlang zonder overlast in het gehuurde gewoond en had hij verklaard geen nieuwe hennepplanten te zullen houden.
De rechtbank wees de vordering van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten, omdat zij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. Dit vonnis benadrukt het belang van de omstandigheden van de huurder en de aard van de tekortkoming in huurrelaties, waarbij niet elke overtreding van de huurvoorwaarden automatisch leidt tot ontbinding van de overeenkomst.