Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 november 2012, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 maart 2013.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Immediate advice on good-in-transit claim’ van de heer [Q] van [Y], waarin staat “
… the police are satisfied that the incident was due to a tyre blow-out”. Voor enig andere oorzaak van het van de weg raken van de combinatie bevatten de stukken geen aanwijzingen.
final letter report’ van [Y] rijst veeleer het beeld dat nagenoeg alle goederen behouden zijn gebleven, zij het dat delen daarvan als een economisch ‘total loss’ dienden te worden beschouwd. Een economisch totaal verlies is echter te beschouwen als een waardevermindering door beschadiging als bedoeld in artikel 25 CMR, en niet als een feitelijk verlies als bedoeld in artikel 23 CMR. Bij gebrek aan cijfermatige aanknopingspunten waarmee de rechtbank onderscheid kan maken tussen het verloren deel van de lading en het beschadigde deel van de lading, zal de rechtbank er bij de schadebegroting van uitgaan dat zich alleen het geval van beschadiging van de lading als bedoeld in artikel 25 CMR voordoet.
goederen’ verstaat de rechtbank in dit verband zowel de oplegger van Mammoet als de daarin gestuwde goederen. Hoewel partijen onder ‘
de goederen’ kennelijk verstaan de in de oplegger van Mammoet bijeen gebrachte goederen, is duidelijk dat deze goederen in een door Mammoet aan [gedaagde] ter beschikking gestelde oplegger van Mammoet moesten worden vervoerd. Hieruit volgt dat ook de oplegger naar het Verenigd Koninkrijk moest worden vervoerd, zoals ook is geschied. Dat in de vrachtbrief van [gedaagde] als afleveradres een vestiging van Mammoet in het Verenigd Koninkrijk is genoemd, maakt aannemelijk dat de oplegger daar door [gedaagde] zou worden achtergelaten. Aanwijzingen die erop duiden dat voor de oplegger een andere vervoerovereenkomst of een overeenkomst strekkend tot langer durend gebruik was gesloten, ontbreken. Waar in de CMR van beschadiging van de (vervoerde) goederen wordt gesproken, ziet dit op de beschadiging van het geheel van de oplegger en de daarin gestuwde zaken.
- Ajinomoto producten € 216.998,60
- Elastosil ([X]) € 37.777,71
- Adhesion Promotor ([X]) € 4.840,00
- Silres MK Powder ([X]) € 4.940,00
- oplegger
sound invoice value’ daarvan. Daarbij is [Y] kennelijk uitgegaan van ter beschikking gestelde facturen waaruit deze gezonde waarde bleek, en deze facturen zijn ook aan haar rapportage gehecht. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom uit deze facturen niet de afzendwaarde van de goederen zou kunnen worden afgeleid.
salvage result’ genoemd door [Y]) de kosten daarvan dicht lijken te benaderen. Al met al acht de rechtbank de bereddingskosten in redelijkheid gemaakt, zodat zij deel uitmaken tot de voor vergoeding in aanmerking komende schade, die daarmee oploopt tot € 276.247,16.
- Ajinomoto producten: 6.829 kilogram
- Elastosil ([X]): 8.497 kilogram
- Adhesion Promotor ([X]) 913 kilogram
- Silres MK Powder ([X]) 346 kilogram
- oplegger (volgens kentekenbewijs bij het rapport)
6.De beslissing
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,