ECLI:NL:RBROT:2013:10796
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Reinds
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte van de verzoeker. De verzoeker, die voorheen handelde onder een bepaalde handelsnaam, heeft op 26 november 2013 in raadkamer zijn verzoek toegelicht. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het doel van een faillissement is om een gemeenschappelijk verhaal op het vermogen van de schuldenaar te realiseren ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Echter, de verzoeker heeft niet kunnen aantonen dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te dekken. Bovendien is er geen verwachting van enige uitkering aan de schuldeisers. Hierdoor is het verzoek tot faillietverklaring niet in het belang van de Faillissementswet. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat het verzoek tot faillietverklaring wordt afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. W. Reinds, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Verberne, griffier. Tegen deze uitspraak staat de mogelijkheid van hoger beroep open voor degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, binnen acht dagen na de uitspraak. Hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, dat ingediend moet worden ter griffie van het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.