In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over het bewind van [Rechthebbende], die onder bewind was gesteld na het overlijden van haar vader op 5 juli 2009. De bewindvoerder, [bewindvoerder], heeft substantiële schenkingen gedaan aan zichzelf en zijn kinderen, zonder de vereiste toestemming van de rechthebbende of machtiging van de kantonrechter. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder tekort is geschoten in zijn zorgplicht en dat er gewichtige redenen zijn voor ontslag op basis van artikel 4:164 lid 2 BW. De kantonrechter heeft de bewindvoerder veroordeeld tot terugbetaling van de schenkingen, die in totaal € 122.000,00 bedragen, en heeft de schade vastgesteld op € 134.700,00, inclusief renteverlies. De kantonrechter heeft tevens een opvolgend bewindvoerder benoemd en de ontslagen bewindvoerder verplicht om rekening en verantwoording af te leggen over de periode van 1 januari 2011 tot heden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.