De voorzieningenrechter stelt voorop dat in een geval waarin een verzoek om beslaglegging wordt gedaan om zekerheid voor een vordering te krijgen, informatie over zaken als verstrekte borgstellingen en garanties essentieel is voor de beoordeling van het gevraagde verlof. Immers, indien al zekerheid verstrekt is, ligt het in de rede dat een verzoek, bij voorbeeld om redenen van proportionaliteit wordt afgewezen, althans dat op dat punt vragen gesteld worden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door Sempra Energy aan de rechtsvoorgangster van Big Clare verstrekte garantie (productie E1), wezenlijke informatie betreft die bij de indiening van het beslagrekest had moeten worden overgelegd althans in ieder geval had moeten worden vermeld. Nu dat niet is gebeurd, is dat aan te merken als een dusdanig ernstig verzuim dat reeds op die grond het beslag opgeheven dient te worden. Daarbij zij benadrukt dat de advocaat van TTMI ter zitting heeft aangegeven dat hij begrijpt dat de advocaat die het beslagrekest heeft ingediend niet volledig door zijn cliënt is geïnformeerd, zodat van een persoonlijk verwijt aan de advocaat geen sprake is. Dat kan echter niet wegnemen dat het weglaten van deze informatie wel voor rekening en risico van Big Clare als verzoekende partij komt.
Ook inhoudelijk is de voorzieningenrechter van oordeel dat het beslag moet worden opgeheven nu de vraag of de verstrekte garantie kan worden aangemerkt als voldoende zekerheid in de zin van artikel 705 Rv, naar voorlopig oordeel bevestigend moet worden beantwoord. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Voor de beantwoording van de vraag of de zekerheid voldoende is, kan aansluiting worden gezocht bij de maatstaf van artikel 6:51 lid 2 BW. De aangeboden zekerheid moet zodanig zijn dat de vordering en de daarop vallende rente en kosten behoorlijk gedekt zijn en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen.
In dit geval is sprake van een in 2006 door Sempra Energy (Trading Corp) verstrekte garantie aan de rechtsvoorgangster van Big Clare. In 2007 is bevestigd dat de garantie is overgegaan op Big Clare. In de tekst van deze garantie staat dat de “Guarantor, absolutely, unconditionally and irrevocably guarantees to the Counterparty and its successors, endorsees and assigns the prompt payment when due, subject to any applicable grace periode, of all present and future payment obligations of TTMI to the Counterparty arising out of Transactions”. De enkele omstandigheid dat Sempra Eenergy, anders dan in 2006, niet langer de moedermaatschappij van TTMI is, brengt niet met zich dat aannemelijk is dat niet onder deze garantie kan worden getrokken. De voorzieningenrechter slaat daarbij acht op de brief van Sempra Energy van 14 november 2013. Weliswaar zegt Sempra Energy daarmee de garantie op maar in de brief wordt herhaald en bevestigd dat de opzegging alleen ziet op de toekomst. Daar komt bij dat uit de bijlagen bij de brief volgt dat (ook al bestaat er blijkbaar geen vennootschapsrechtelijke relatie meer tussen Sempra Energy en TTMI) deze betrekking heeft op in relatie tot TTMI verstrekte garanties. Dat Sempra Energy een brief van Big Clare waarin is verzocht om betaling niet heeft beantwoord, doet hier niet aan af. Niet duidelijk is wanneer die, ongedateerde, brief in 2013 gestuurd is, waarbij het heel wel mogelijk is dat dit voorafgaand aan de brief van 14 november 2013 is geweest. Bovendien is tussen partijen blijkbaar niet in geschil dat de garantie pas kan worden ingeroepen nadat in de arbitrageprocedure in Londen een eindbeslissing is gegeven.
Dat niet betaalde vrachtgelden niet onder de garantie vallen, of deze niet is afgegeven voor bedragen waar het in de arbitrageprocedure om gaat, zoals door Bic Clare is aangevoerd, vindt geen steun in de tekst van de garantie. Het gaat blijkbaar om transactions en voorshands aannemelijk is dat dit nou juist ziet op de verschuldigde tijdvracht, ook kent de tekst geen maximum. De door Big Clare overgelegde legal opinion kan daar niet aan afdoen, temeer niet nu Sempra Energy het bestaan van de verplichtingen in de brief van 14 november 2013 nou juist erkend heeft. Ook overigens heeft Big Clare onvoldoende aangevoerd om ook maar summierlijk aannemelijk te achten dat de afgegeven garantie uiteindelijk materieel geen zekerheid biedt of zal gaan bieden. Op dit moment lijkt er geen reden om te betwijfelen dat na een, overigens nog onzekere, toewijzing van de vordering van Big Clare, Sempra Energy niet goed is voor haar geld of oneigenlijk zal dralen met betalen.
Het voorgaande brengt met zich mee dat de voorzieningenrechter voorshands van oordeel is dat de door TTMI, althans haar voormalige moedermaatschappij, verstrekte garantie voldoende zekerheid biedt. Het enkele feit dat Sempra Energy slechts in algemene zin en nog niet specifiek aan Bic Clare heeft bevestigd garant te zullen staan voor (door haar gegarandeerde) vorderingen op TTMI leidt niet tot een ander oordeel.
Gelet op het voorgaande zal het onder I gevorderde als na te melden worden toegewezen.