ECLI:NL:RBROT:2013:4273
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.I. van Strien
- H. Bedee
- A.M.E.A. Neuwahl
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van subsidieaanvraag met uitzondering van wachtgeldkosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een organisatie die subsidie aanvroeg voor afbouwkosten, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, de verweerder. Eiseres had een subsidieaanvraag ingediend voor een bijdrage in de afbouwkosten, inclusief loonkosten en wachtgeldkosten voor ontslagen personeel. De subsidieaanvraag werd gedeeltelijk toegewezen, maar de kosten voor wachtgeld werden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat op basis van vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet vereist dat het subsidiërend orgaan een garantie moet verstrekken voor wachtgeldverplichtingen die voortvloeien uit de beëindiging van de subsidierelatie. Dit zou alleen anders zijn als de subsidieverstrekker invloed had gehad op de aanstelling van personeel.
De rechtbank constateerde dat er geen bewijs was dat verweerder een beslissende invloed had gehad op de aanstelling van het personeel bij eiseres. De langdurige subsidierelatie tussen eiseres en verweerder was beëindigd, en de rechtbank oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor de wachtgeldverplichtingen bij eiseres lag. Eiseres had niet aangetoond dat verweerder enige verplichting had om de wachtgeldkosten te vergoeden. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat het bestreden besluit zorgvuldig en deugdelijk was gemotiveerd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de scheiding van verantwoordelijkheden tussen subsidieverstrekkers en subsidieontvangers, vooral in het kader van wachtgeldverplichtingen, en bevestigt de noodzaak voor subsidieontvangers om zelf financiële reserveringen te maken voor dergelijke verplichtingen.