ECLI:NL:RBROT:2013:5161
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor gehuwde verzoekers met aanzienlijke schuldenlast
Op 6 mei 2013 hebben verzoekers, een gehuwd paar in gemeenschap van goederen, ieder een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoekers zijn gehoord op 3 juli 2013, waarna de rechtbank op 10 juli 2013 uitspraak deed. De totale schuldenlast van de verzoekers bedraagt € 110.934,24, waaronder aanzienlijke schulden aan drie verschillende schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers niet te goeder trouw zijn geweest ten aanzien van het ontstaan van hun schulden, aangezien zij eerder zijn veroordeeld tot betaling van grote bedragen aan hun schuldeisers. De rechtbank heeft in haar beoordeling onder andere gekeken naar de schulden aan [belanghebbende 1], [belanghebbende 2] en [belanghebbende 3], waarbij is vastgesteld dat de verzoekers niet beschikten over de financiële middelen om hun verplichtingen na te komen. De rechtbank concludeert dat de verzoeken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moeten worden afgewezen, omdat de schulden niet te goeder trouw zijn ontstaan en er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn die toelating rechtvaardigen. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en verzoekers hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.