ECLI:NL:RBROT:2013:5263

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2013
Publicatiedatum
15 juli 2013
Zaaknummer
10/660016-12 en 10/661280-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Maximale gevangenisstraf voor verdachte wegens meerdere gewapende overvallen in Rotterdam

Op 15 juli 2013 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij negen overvallen op supermarkten, een winkel en een apotheek in de regio Rotterdam tussen 20 december 2011 en 6 januari 2012. De rechtbank heeft de verdachte, die eerder al was veroordeeld voor soortgelijke feiten, veroordeeld tot de maximale gevangenisstraf van twaalf jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De eis van de officier van justitie om de verdachte ter beschikking te stellen (TBS) werd niet gevolgd door de rechtbank, die de verdachte vrijsprak van drie van de negen ten laste gelegde overvallen.

De rechtbank heeft de zaken inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 7 juni en 1 juli 2013, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de verdachte hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig waren en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft de tenlasteleggingen beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij enkele feiten, wat leidde tot vrijspraak voor die specifieke overvallen.

De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de overige feiten gebaseerd op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en videobeelden. De rechtbank heeft de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan gewapende overvallen, waarbij hij dreigde met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en geweld gebruikte. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar, zonder TBS, en heeft de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld en gedeeltelijk toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team straf 3
parketnummers: 10/660016-12 en 10/661280-12 (gevoegd) [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 juli 2013
in de strafzaken tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
wonende te [adres en woonplaats],
thans gedetineerd in de PI Rotterdam, locatie De Schie, te Rotterdam,
hierna: verdachte.
Raadsman mr. A.S. van der Biezen, advocaat te ‘s-Hertogenbosch.

1.Onderzoek van de zaken

De zaken zijn inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 7 juni 2013 en 1 juli 2013, waarbij de officier van justitie mr. H. Rebel, de verdachte en zijn raadsman hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. De rechtbank heeft kennis genomen van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Ter zitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd. De rechtbank heeft de feiten die in de dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden.

2.De tenlasteleggingen

De tenlastelegging met parketnummer 10/660016-12 is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet samen met een ander of anderen:
feit 1:
op 6 januari 2012 te Rotterdam een filiaal van Blokker heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 2:
op 6 januari 2012 te Capelle aan den IJssel een supermarkt van C1000 heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 3:
op 2 januari 2012 te Capelle aan den IJssel een supermarkt van C1000 heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 4:
op 23 december 2011 te Hendrik-Ido-Ambacht een supermarkt van Albert Heijn heeft overvallen en daarbij sigaretten en een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 5:
op 21 december 2011 te Vlaardingen een supermarkt van Albert Heijn heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 6:
op 30 december 2011 te Zwijndrecht een supermarkt van Albert Heijn heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 7:
op 28 december 2011 te Beesd een supermarkt van MCD heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 8:
op 20 december 2011 te Rotterdam een apotheek van Mediq heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt;
feit 9:
op 10 december 2011 te Rotterdam een supermarkt van Albert Heijn heeft overvallen en daarbij een geldbedrag heeft buitgemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaardingen voldoen aan alle wettelijke eisen en zijn dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht feit 7 (overval supermarkt Beesd) niet bewezen en heeft gevorderd verdachte ten aanzien van dit feit vrij te spreken.
De officier van justitie heeft – in overeenstemming met zijn ter terechtzitting overhandigde schriftelijke requisitoir - gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de overige ten laste gelegde feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – in overeenstemming met zijn ter terechtzitting overhandigde pleitnotities – vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Motivering vrijspraak
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs voorhanden is voor de betrokkenheid van verdachte bij het onder 6 ten laste gelegde feit.
Op grond van de inhoud van het dossier staat vast dat op 30 december 2011 een overval heeft plaatsgevonden op een filiaal van Albert Heijn aan de Kort Ambachtlaan in Zwijndrecht. Weliswaar heeft getuige [getuige 1] verklaard dat hij aan de hand van videobeelden verdachte heeft herkend, maar deze herkenning wordt niet ondersteund door andere wettige bewijsmiddelen. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het bewijs ontbreekt dat verdachte feit 7 (overval supermarkt Beesd) heeft gepleegd. Verdachte zal daarom ook van dit feit worden vrijgesproken.
Op 10 december 2011 is een filiaal van Albert Heijn aan het Marinus Bolkplein te Rotterdam overvallen. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij verdachte op videobeelden uit het programma Opsporing Verzocht heeft herkend aan zijn manier van lopen. Andere bewijsmiddelen, in het bijzonder de verklaringen van [getuige 2], de zus van verdachte, en getuige [getuige 3], zijn onvoldoende ondersteunend om de betrokkenheid van verdachte bij deze overval vast te stellen. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dit feit.
4.3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

1.(feit 1 – parketnummer 10/660016-12)

hijop
of omstreeks06 januari 2012 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
Blokker,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of een of
meer andere /onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld iemand, genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of een of meer anderen/onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft gedwongen tot
afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Blokker, in elk geval aan een ander of anderen da aan
verdachte,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit het
meermalen, althans eenmaal
  • vastpakken en
  • bij die [slachtoffer 1] en/of anderende indruk wekken dat hij, verdachte, over
een (vuur)wapen beschikte
door een in voorwerp in zijn, verdachtes, tas op die
[slachtoffer 1] en/of anderen te richtenen
/of
  • dreigend) zeggen dat zij, [slachtoffer 1], de kassa moest openen en
  • dreigend) zeggen van de woorden: "Rustig blijven, ik wil alleen het geld"
en
/of"Open maken" en
/of"Heb je nog meer geld?"
, althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;

2.(feit 2 – parketnummer 10/660016-12)

hijop
of omstreeks06 januari 2012 te Capelle aan den IJssel
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan C1000
Voordeelmarkt,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld
en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/ofeen
of
meerander
e / onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
en
/of
met het oogmerk om zich
en/of anderenwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld iemand
, genaamd [slachtoffer 3] en/of een
of meer anderen/onbekend gebleven perso(o)n(en)heeft gedwongen tot afgifte
van een geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan C1000 Voordeelmarkt,
in elk geval aan een ander of anderen da aan
verdachte,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit het
meermalen, althans eenmaal
-(dreigend) zeggen van de woorden van de strekking: "Dit is een overval, geef
me geld" en/of "Kassa's open", "Doe de lade open", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking, en
/of
-bij die [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/ofanderen de indruk wekken dat hij,
verdachte, over een wapen beschikte door een voorwerp in zijn, verdachtes, tas
op die [slachtoffer 3] en
/ofanderen te richten;

3.(feit 3 – parketnummer 10/660016-12)

hijop
of omstreeks02 januari 2012 te
Capelle aan den IJssel
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
C1000 (gelegen aan de Wingerd),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld
en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en
/ofeen
of meerander
e /
onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
en
/of
met het oogmerk om zich
en/of anderenwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld iemand, genaamd [slachtoffer 5] en
/ofeen
of
meerander
en/onbekend gebleven perso(o)n(en)heeft gedwongen tot afgifte van
een geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
BlokkerC1000,
in elk geval aan een ander of anderen da aan verdachte,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit het
meermalen, althans eenmaal(dreigend)
-richten van een vuurwapen op die [slachtoffer 5]
en/of anderenen
/ofhet tonen
en/of
voorhoudenvan een vuurwapen en
/of(daarbij)
-zeggen "Rustig blijven, geld in de tas doen", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;

4.(feit 1 – parketnummer 10/661280-12)

(zaak Hendrik-Ido-Ambacht)
hijop
of omstreeks23 december 2011 te Hendrik-Ido-Ambacht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een
geldbedrag en/ofsigaretten,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Albert Heijn,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld
en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] en
/of[slachtoffer 7]
en/of een of meer andere /onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
/of
met het oogmerk om zich
en/of een ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen
door
geweld en/ofbedreiging met geweld
iemand, genaamd[slachtoffer 6]
en
/of[slachtoffer 7]
en/of een of meer anderen/onbekend gebleven
perso(o)n(en)heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag
en/of sigaretten,
toebehorende aan Albert Heijn,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit het
meermalen,
althans eenmaal
- richten van
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
,
op (het lichaam van) die [slachtoffer 6] en
/of[slachtoffer 7] en
/of
  • onverhoeds) trekken van geld uit de handen van die [slachtoffer 7] en/of
  • daarbij) (dreigend) zeggen tegen die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] van
de woorden: "La openmaken" en/of "Doe de kassa open"en/of "In de zak doen"
en/of "In de tas. In de tas" en/of "Sloffen Marlboro, sloffen Marlboro",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

5.(feit 2 - parketnummer 10/661280-12)

(zaak Wiardi Beckmansingel 111221)
hijop
of omstreeks21 december 2011 te Vlaardingen
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Albert
Heijn,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welke diefstal
werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging
met geweld tegen [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]
en/of een of meer andere
/onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
en
/of
met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en
/ofbedreiging met geweld
iemand, genaamd[slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]
en/of een of meer anderen/onbekend gebleven perso(o)n(en)heeft
gedwongen tot afgifte van een geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of
ten deletoebehorende aan Albert Heijn,
in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit het
meermalen,
althans eenmaal
- richten van
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
,
op (het lichaam van) die [slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] en
/of
  • vervolgens) duwen van die [slachtoffer 8] en
  • daarbij) (dreigend) zeggen tegen die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] van de
woorden: "Dit is een overval" en/of "Ik moet geld hebben, maak je la open"
en/of "Waar zijn de tassen nou, ik moet tassen hebben" en/of Waar zijn die
vijftigjes nou", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

8.(feit 5 - parketnummer 10/661280-12)

(zaak Marshallweg 111220)
hijop
of omstreeks20 december 2011 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
Apotheek Medi
q,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld
en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 10]
en/of een of meer andere
/onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld iemand, genaamd [slachtoffer 10] en/of
een of meer anderen/onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft gedwongen tot
afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Apotheek Medic, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit het
meermalen,
althans eenmaal
- richten van een
op eenvuurwapen gelijkend voorwerp, op (het lichaam van) die [slachtoffer 10]
en
/of
- ( daarbij)
(dreigend
)zeggen tegen die [slachtoffer 10] van de woorden: "Geld,
geld, de kassa moet open" en
/of"Nee, geen alarm"
althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. In het bijzonder is de rechtbank van oordeel dat het bewijs ontbreekt dat verdachte de bewezen verklaarde feiten samen met een ander of anderen heeft gepleegd.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
4.4
Motivering bewezenverklaarde
De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het overzicht van de bewijsmiddelen en de voor het bewijs redengevende inhoud daarvan is als bijlage II aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
4.5
Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft verzocht de beelden van bewakingscamera’s in de onderhavige zaken te laten onderwerpen aan een analyse door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI). Hij heeft aangevoerd dat hij de beelden heeft bekeken en dat hem is opgevallen dat er niets specifieks aan de bewegingen van de overvaller te zien is, dat de kleding van de overvaller niet opvallend en wisselend is, dat het gezicht van de overvaller niet herkenbaar is en volledig bedekt. Daarnaast is het postuur en de omgeving ‘meetbaar’ en ‘herleidbaar’ zodat een vergelijkingsanalyse mogelijk en noodzakelijk is, aldus de raadsman.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de herkenningen door familieleden van verdachte niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt, omdat vóór het bekijken van de beelden al in familieverband het vermoeden werd uitgesproken dat het verdachte was die betrokken zou zijn bij de betreffende overvallen. Bovendien zou de in het vooruitzicht gestelde beloning door justitie herkenning van verdachte door familieleden hebben bevorderd.
De rechtbank is van oordeel dat de ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten gedane herkenningen voldoende specifiek en onderscheidend zijn om, in samenhang met de overige bewijsmiddelen, voor het bewijs gebezigd te kunnen worden. De rechtbank heeft, gelet op de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen, geen enkele reden om te twijfelen aan deze herkenningen. Dat er door familieleden van verdachte over werd gesproken en dat er een beloning in het vooruitzicht werd gesteld doet daar niet aan af. Temeer daar de eerste herkenningen door familieleden werden gemeld na het zien van de uitzending van Hart van Nederland, dus nog vóór het moment dat er sprake was van een beloning. Onder die omstandigheden is er bovendien geen enkele aanleiding om de beelden te laten analyseren, zodat het verzoek van de raadsman daartoe wordt afgewezen.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman betoogd dat het onmogelijk is dat verdachte de overval op het filiaal van Blokker aan de Griendwerkerstraat in Rotterdam heeft gepleegd, omdat de overval werd gepleegd omstreeks 10.45 uur, terwijl de telefoon van verdachte om 10.49 uur aanstraalde op een zendmast aan de Viervantstraat in Rotterdam. De afstand tussen de Griendwerkerstraat en de Viervantstraat bedraagt ruim vijf kilometer en per fiets kost het meer dan twintig minuten om die afstand te overbruggen, aldus de raadsman.
De rechtbank gaat voorbij aan het betoog van de raadsman, omdat tegenover de bewijsmiddelen die wijzen op betrokkenheid van verdachte bij deze overval, de omstandigheid staat dat niet bekend is waar en op welke afstand de zendmast aan de Viervantstraat heeft aangestraald. Bovendien staat niet vast dat de telefoon in handen van verdachte was toen deze aanstraalde.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
1.
DIEFSTAL, VOORAFGEGAAN EN VERGEZELD VAN GEWELD EN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN;

2.+ 3. + 4. telkens

VOORTGEZETTE HANDELING VAN:

DIEFSTAL, VOORAFGEGAAN EN VERGEZELD VAN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN
EN
AFPERSING;
5.
VOORTGEZETTE HANDELING VAN:
DIEFSTAL, VOORAFGEGAAN EN VERGEZELD VAN GEWELD EN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN
EN
AFPERSING;
8.
DIEFSTAL, VOORAFGEGAAN EN VERGEZELD VAN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van voorarrest, en daarnaast te gelasten dat verdachte ter beschikking wordt gesteld (hierna: TBS), met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging).
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat het gelasten van TBS niet is geadviseerd en voorts heeft hij gewezen op het gedegen privéleven van verdachte en zijn motivatie voor behandeling bij Het Dok.
De raadsman heeft verzocht de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen, dan wel te schorsen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zes gewapende overvallen, feiten die zo ernstig zijn en voor de direct betrokkenen en de samenleving zo verontrustend dat alleen een vrijheidsbenemende straf in aanmerking komt.
De gewapende overvallen op vijf supermarkten en een apotheek heeft verdachte gepleegd binnen een zeer korte tijdspanne van ruim twee weken. Bij alle overvallen heeft verdachte een geldbedrag buitgemaakt en eenmaal werden sigaretten weggenomen.
Verdachte heeft bij de overvallen gedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, althans heeft hij de indruk gewekt dat hij beschikte over een vuurwapen en uitte hij dreigende taal. Bij een van de overvallen werd daadwerkelijk geweld gebruikt, een medewerker van een supermarkt werd door verdachte geduwd. Aangenomen kan worden dat de slachtoffers van de overvallen ernstig zijn geschokt, terwijl de ervaring leert dat zij nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen zullen ondervinden van wat hun is overkomen.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij de overvallen heeft gepleegd minder dan een jaar nadat hij een langdurige gevangenisstraf ter zake van eerder door hem gepleegde overvallen had ondergaan. Verdachte is in het recente verleden, laatstelijk in 2008, eerder veroordeeld voor diefstal met geweld en afpersing. De rechtbank zal deze omstandigheid ten nadele van verdachte meewegen.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of, naast een langdurige vrijheidsstraf, tevens een TBS-maatregel met dwangverpleging dient te worden opgelegd.
Verdachte heeft geweigerd medewerking te verlenen aan het onderzoek dat ten behoeve van het advies van een gedragsdeskundige moet worden verricht. Psychiater L. Beverloo heeft op 25 april 2012 gerapporteerd dat geen uitspraak is te doen over de aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling en/of psychiatrische stoornis bij verdachte. Psycholoog drs. J.F.L.M. van Kemenade heeft op 31 mei 2012 gerapporteerd niet in staat te zijn vanuit eigen onderzoek zich een oordeel te vormen over de psychische toestand van betrokkene.
De rechtbank dient daardoor op andere wijze te beoordelen of bij verdachte tijdens het begaan van de bewezen verklaarde feiten gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond én of het opleggen van een TBS-maatregel wenselijk of noodzakelijk is.
De laatste rapportages van gedragsdeskundigen betreffende onderzoek naar de geestvermogens van verdachte, waaraan hij zijn medewerking heeft verleend, dateren van augustus 2007. Gerapporteerd werd dat verdachte leed aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline en theatrale kenmerken. Daarnaast was er sprake van een diepgewortelde afhankelijkheid van middelen. Naar het oordeel van de deskundigen waren de destijds aan de orde zijnde strafbare feiten grotendeels voortgekomen uit misbruik en afhankelijkheid van roesmiddelen en in mindere mate uit een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van verdachte. Door de deskundigen is destijds niet geadviseerd TBS met dwangverpleging op te leggen.
Niet is uit te sluiten dat bij verdachte tijdens het begaan van de thans bewezen verklaarde feiten nog steeds een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis bestond en ook in de onderhavige zaken fors middelengebruik daarbij een voorname rol heeft gespeeld. In dat licht bezien en omdat de eerdere rapportages daarvoor onvoldoende basis vormen, acht de rechtbank het opleggen van een TBS-maatregel met dwangverpleging thans niet opportuun en zal zij volstaan met het opleggen van een vrijheidsstraf.
Volgens de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) wordt, voor iemand die voor het eerst met de strafrechter in aanraking komt, voor een overval op een winkel een uitgangspunt van twee jaren gevangenisstraf gehanteerd.
Gelet op het strafblad van verdachte en de hoeveelheid gepleegde overvallen zal de rechtbank verdachte veroordelen tot het wettelijk maximum, te weten een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, met aftrek van voorarrest.
De rechtbank zal, op grond van de bewezen verklaarde feiten en de op te leggen straf, het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte afwijzen.
Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis zal eveneens worden afgewezen, omdat de daartoe aangevoerde persoonlijke omstandigheden niet zodanig zwaarwegend zijn dat die dienen te prevaleren boven het voortduren van de voorlopige hechtenis van verdachte.

8.De benadeelde partijen

(feit 2)
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert een vergoeding van € 5.534,00 ter zake van schade veroorzaakt door feit 2. Uit de inhoud van het voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces valt op te maken dat deze schade betrekking heeft op de overval op de supermarkt van C1000 Voordeelmarkt te Capelle aan den IJssel op 6 januari 2012. Omdat niet is gebleken dat de indiener van het voegingsformulier gemachtigd is om namens C1000 Voordeelmarkt een schadevergoeding te vordering, rest de rechtbank niets anders dan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet ontvankelijk te verklaren in de vordering.
(feit 8)
De benadeelde partijen [slachtoffer 10] en[benadeelde partij 2] vorderen beiden een vergoeding van
€ 1.300,00 ter zake van immateriële schade veroorzaakt door feit 8 (overval apotheek Mediq te Rotterdam), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 december 2011.
Nu de bedreiging van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet is opgenomen in de tenlastelegging kan de rechtbank niet anders oordelen dan dat niet is gebleken dat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade door dit feit is toegebracht. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
De rechtbank is van oordeel dat de schade van de benadeelde partij [slachtoffer 10] tot een bedrag van € 500,00 een rechtstreeks gevolg is van het onder 8. bewezen verklaarde feit, ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en de rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij [slachtoffer 10] niet ontvankelijk in haar vordering, omdat de behandeling van het resterende deel van de vordering van de benadeelde partij een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Voor dat deel zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering zal tevens de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd.

9.De wettelijke voorschriften

De opgelegde straf en maatregel berusten op de artikelen 36f, 56, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 10/661280-12 onder 3., 4. en 6. ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen op de wijze als hierboven onder 4.3.2 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van hetgeen meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte;
- wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte;
Benadeelde partijen
(feit 2)
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
(feit 8)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 10] van € 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 20 december 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet ontvankelijk en bepaalt dat dat gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10], een bedrag van € 500,00 (vijfhonderd euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 20 december 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
(feit 8)
- verklaart de benadeelde partij[benadeelde partij 2] niet ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Mourik, voorzitter, mr. G.J. Schiffers-Hanssen en mr. C.M.A.T. van der Geest, rechters, in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juli 2013.
Door afwezigheid zijn mrs. Van Mourik en Van der Geest buiten staat dit vonnis te ondertekenen.