Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2012, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met
- het tussenvonnis van 7 november 2012;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie;
- het proces-verbaal van comparitie van 24 mei 2013.
2.De vaststaande feiten in conventie en reconventie
3.De vordering in conventie
- de vraag van zijn moeder en zijn ex-echtgenote aan de gemeente om de naastgelegen woning, die door het vertrek van de buren leeg kwam te staan, ook te mogen gebruiken;
- de brief van [eiser] aan de burgemeester van Rotterdam uit 2010, waarin hij verzoekt om woningruil.
5.De vordering in reconventie
6.Het verweer in reconventie
7.De beoordeling
in conventie en in reconventie
“dat het in die tijd waarin dhr. [eiser] de woning heeft betrokken niet ongebruikelijk was om slooppanden tijdelijk op basis van mondelinge afspraken te verhuren”maakt dat niet anders. De verklaring is daarvoor te algemeen, nog daargelaten dat bruikleen en verhuur verschillende soorten overeenkomsten betreffen.
- dagvaarding € 90,64
- vast recht € 267,00
- salaris advocaat