ECLI:NL:RBROT:2013:5711

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juni 2013
Publicatiedatum
25 juli 2013
Zaaknummer
C/10/421045 / FT EA 13/658
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhouding verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling in verband met onderzoeken mogelijkheden beëindigen huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak heeft verzoekster op 18 maart 2013 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 19 juni 2013 is verzoekster gehoord. De rechtbank heeft op 26 juni 2013 uitspraak gedaan. Verzoekster is gehuwd in gemeenschap van goederen en heeft een schuldenlast van € 116.483,34. Haar inkomen bestaat uit loon uit een dienstbetrekking. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om toelating van verzoeksters echtgenoot eerder is afgewezen. De feiten en omstandigheden die voor deze beslissing relevant waren, zijn niet van toepassing op het verzoek van verzoekster. Er is geen sprake van de weigeringsgrond zoals omschreven in artikel 288 lid 2 sub b van de Faillissementswet, wat betekent dat verzoekster te goeder trouw is met betrekking tot haar schulden.

De rechtbank benadrukt dat het doel van de schuldsanering is om te voorkomen dat een persoon in een problematische financiële situatie voor lange tijd met schulden wordt achtervolgd. Dit kan alleen worden bereikt als de gemeenschap van goederen wordt beëindigd, bijvoorbeeld door huwelijkse voorwaarden op te stellen en eventueel afstand te doen van de gemeenschap. Daarom heeft de rechtbank besloten om de zaak drie maanden aan te houden, zodat verzoekster de gelegenheid krijgt om de benodigde huwelijkse voorwaarden op te stellen en de gemeenschap te beëindigen.

De rechtbank heeft de behandeling van het verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling aangehouden tot een nader te bepalen datum. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A. Lablans, rechter, en in aanwezigheid van L. Bree, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, via een verzoekschrift ingediend bij de griffie van het gerechtshof.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
tussenvonnis
rekestnummer: C/10/421045 / FT EA 13/658
nummer verklaring: ROT0111302153
uitspraakdatum: 26 juni 2013
[A],
[adres]
,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 18 maart 2013 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoekster is gehoord ter terechtzitting van 19 juni 2013. De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

Verzoekster is gehuwd in gemeenschap van goederen. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring op grond van artikel 285 Faillissementswet € 116.483,34. Het inkomen van verzoekster bestaat uit loon op basis van een dienstbetrekking.

3.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat verzoekster in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd. Bij vonnis van vandaag van deze rechtbank is het verzoek om toelating van verzoeksters echtgenoot afgewezen. Voorop wordt gesteld dat de feiten en omstandigheden die voor de rechtbank redengevend zijn geweest bij haar beslissing omtrent het verzoek van de echtgenoot van verzoekster geen rol spelen bij de beoordeling van het verzoek om toelating van verzoekster; ten aanzien van verzoekster is geen sprake van de weigeringsgrond als omschreven in art. 288 lid 2 sub b Fw (het niet te goeder trouw zijn ter zake het ontstaan of onbetaald laten van schulden).
Doel van de wettelijke schuldsanering is "... het in het leven roepen van een regeling waarmee kan worden tegengegaan dat een natuurlijk persoon die in een problematische financiële situatie is terechtgekomen tot in lengte van jaren met zijn schulden achtervolgt kan worden" (MvT 1992/1993, 22 969, nr. 3, p. 6). Dit doel kan alleen bereikt worden als de gemeenschap van goederen wordt beëindigd, bijvoorbeeld door het opmaken van huwelijkse voorwaarden, en (eventueel) het afstand doen van de gemeenschap. Daarom zal de zaak drie maanden worden aangehouden om verzoekster in de gelegenheid te stellen om, indien en voor zover mogelijk, huwelijkse voorwaarden op te laten maken en (eventueel) afstand te doen van de gemeenschap.

4.De beslissing

De rechtbank:
- houdt de behandeling van het verzoekschrift tot toepassing van de schuldsanerings- regeling aan tot een nader te bepalen datum.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans, rechter, en in aanwezigheid van L. Bree, griffier in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2013. [1]
Verklaart de griffie buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.