ECLI:NL:RBROT:2013:6673

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2013
Publicatiedatum
28 augustus 2013
Zaaknummer
C-10-412899 - HA ZA 12-1011 13-08-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van verlies uit samenwerking voor reisorganisatie naar Winter Music Conference

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, vordert de eiseres, Buitenlandsche Zaken B.V., betaling van € 51.000,00 van de gedaagde, Revolt Projecten B.V., als gevolg van een samenwerkingsovereenkomst voor het organiseren van een reis naar de Winter Music Conference in Miami. De partijen hadden afgesproken dat de kosten, baten en arbeid gelijkelijk verdeeld zouden worden. De eiseres stelt dat zij een verlies heeft geleden en dat de gedaagde haar helft van dit verlies dient te vergoeden. De gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst is gesloten en stelt dat de samenwerking in januari 2012 is beëindigd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad een overeenkomst tot stand is gekomen tussen de partijen, waarbij Buitenlandsche Zaken handelde namens haar vennootschap en Revolt Projecten namens haar vennootschap. De rechtbank concludeert dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat de overeenkomst is beëindigd en dat zij derhalve nog steeds gebonden is aan de verplichtingen uit de overeenkomst. De rechtbank heeft de vordering van Buitenlandsche Zaken voor een deel afgewezen, omdat niet voldoende bewijs is geleverd voor de gevorderde kosten, met uitzondering van de hotelkosten, waarvoor de eiseres in de gelegenheid wordt gesteld om aanvullende informatie te verstrekken. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Het vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2013 door mr. A. Eerdhuijzen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/412899 / HA ZA 12-1011
Vonnis van 21 augustus 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUITENLANDSCHE ZAKEN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. M.J. Aantjes,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REVOLT HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REVOLT PROJECTEN B.V.,
beiden gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaat mr. M. Bonarius.
Partijen zullen hierna ‘Buitenlandsche Zaken’ en tezamen in enkelvoud ‘Revolt’ (of afzonderlijk ‘Revolt Holding’ en ‘Revolt Projecten’) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 februari 2013 en de daarin genoemde stukken;
  • het proces-verbaal van comparitie van 4 juli 2013, welk proces-verbaal abusievelijk tweemaal Revolt Holding, in plaats van Revolt Holding en Revolt Projecten, als procespartijen vermeldt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Buitenlandsche Zaken is een reisbureau dat zich onder meer bezig houdt met de organisatie van verzorgde reizen. [bestuurder van BZ](hierna: [bestuurder van BZ]) is bestuurder van Buitenlandsche Zaken. [werknemer van BZ] (hierna: [werknemer van BZ]) is werknemer van Buitenlandsche Zaken.
2.2.
Revolt Projecten is een vennootschap die enkele clubs exploiteert en feesten organiseert. Revolt Holding is enig aandeelhouder van Revolt Projecten. [bestuurder van Revolt] (hierna: [bestuurder van Revolt]) is bestuurder van zowel Revolt Holding als Revolt Projecten.
2.3.
Special Journeys is een eenmanszaak van [werknemer van BZ].
2.4.
In 2011 zijn [werknemer van BZ] en [bestuurder van Revolt], beiden al dan niet handelend in privé, een zakelijke samenwerking aangegaan. [werknemer van BZ] en [bestuurder van Revolt] hebben afgesproken samen een reis naar de Winter Music Conference van 21 tot 27 maart 2012 in Miami te organiseren (hierna: het project). De kosten, baten en arbeid ten behoeve van het project zouden gelijkelijk (50/50) verdeeld worden.
2.5.
Op 27 oktober 2011 heeft [werknemer van BZ] aan [bestuurder van Revolt] bericht (vanaf het e-mailadres info@specialjourneys.nl):
“[bestuurder van Revolt], ik had je ook al ge whatsupped maar mail me even de tenaamstelling voor jou gedeelte van de aanbetalingen (hotel en tickets) en de gewenste omschrijving erbij dan kan dat ook geregeld worden . Gr b”
2.6.
Op 28 oktober 2011 heeft [bestuurder van Revolt] aan [werknemer van BZ] (op het e-mailadres info@specialjourneys.nl) bericht:
“Revolt Projecten BV
[bestuurder van Revolt]
[adres 1]
[woonplaats]
Kan je de factuur als volgt opmaken;
Eerste deposit Hotel Victor 50%
Aanbetaling KLM vlucht 12,5%
Kan je aub voor mij de contract van Victor en factuur klm als bijlage toevoegen (moet bij mijn mede aandeelhouders een heel klein beetje verantwoording geven. Volgende deposit Victor doe ik denk ik wel cash langs brengen.”
2.7.
Op 28 oktober 2011 is door Special Journeys ten behoeve van het project een factuur opgemaakt ten bedrage van € 16.463,00. De factuur is gericht aan Revolt Projecten.
2.8.
Op 30 november 2011 is er ten behoeve van het project een overeenkomst gesloten met hotel Victor, het toekomstige hotel Thompson Ocean Drive, in Miami (hierna: het hotel).
2.9.
Op 24 januari 2012 heeft [bestuurder van Revolt] per e-mail aan [werknemer van BZ] (op het e-mailadres van [werknemer van BZ] bij Buitenlandsche Zaken) bericht:
“Beste [werknemer van BZ],
Ik denk dat alle tumult rondom de prijzen van de tickets, wat er met mijn geld is gebeurd en een transparante samenwerking allemaal een storm in een glas water is. Ik neem Ferry ook helemaal niks kwalijk want als die jongen via een andere kanaal een beter deal voor ons allen mogelijk maakt dan profiteren ook jij en ik daarvan.
Je zat er zelf bij en hij komt ZWART OP WIT met een aantoonbare offerte. Zoals het hoort wanneer je transparant zaken doet met elkaar. AANTONEN! Ondanks dat er een heldere logica is in jouw argument omtrent de nu wel beschikbare stoelen op een vlucht is het van de zotte dat jij weigert mee te werken de hemel te klaren. Je weet ik zal je nooit laten vallen en jouw blind vertrouw maar als je zonder argument weigert transparant en verifieerbaar mij in ONZE afspraken, facturen, e-mail-verkeer en BETALINGSBEWIJZEN mee laat te kijken dan stel ik meer waarde aan onze vriendschap dan aan dit project en TREK IK MIJ TERUG.
Dit heeft niets met onze partners te maken maar ik heb jouw 16k overgemaakt dus het is MIJN recht om alle afspraken bij jou in te mogen zien wanneer ik daarnaar vraag. Een argument dat ik niets te maken heb met de boekhouding van Buitenlandsche zaken wekt bij mij alleen meer het vermoeden dat er iets speelt wat ik niet weet. Ik hoef niet eens in de boekhouding te kijken als je gewoon betaalbewijzen naar mij kan mailen die je ook naar het hotel stuurt bijvoorbeeld. Dit gaat aan mij blijven knagen en jij bent de enige die heel deze discussie kan beëindigen. Ferry en Chiel delen deze mening.
(…)
Ik vraag je dus AUB om zowel bij mij de lucht te klaren en wat documenten naar mij kan mailen;
(…)
Als jij deze punten voor mij vandaag in orde maakt dan zorg ik dat iedereen zijn aandeel van het hotel zsm overmaakt en kunnen we gewoon verder gaan met waar we gebleven zijn. Ik stuur alle aanvragen naar jou door en we pakken gewoon die 50 stoelen via Ferry. Ik heb morgen 12 bevestigingen als de prijs zakt met 350 euro.
[bestuurder van Revolt]
2.10.
Op 9 februari 2012 heeft [werknemer van BZ] per e-mail (vanaf het e-mailadres [werknemer van BZ]@buitenlandschezaken.nl) aan [bestuurder van Revolt] bericht:
“He [bestuurder van Revolt],
? Wat is dit ? Heb je een lange anderhalve week alweer niet gehoord ? Dat jij nieuwe ontwikkelingen heb ik Arnhem enz is super en ben ik blij voor je maar we doen dit samen en het minste is wel dat je me belt als ik even een verzoek indien ? Lijkt me reeel toch?
Ondertussen weer veel dingen gebeurd en ik moet je spreken en mail mij de bevestigingen van jou kant ook even want het is dadelijk al een maand verder en we moeten naast de deposit die ik heb gedaan naar het hotel straks wel nog meer lappen ! Ik ben iedereen aan het ronselen en ben zelfs met sponsors en poolpartys bezig maar je laat niets van je horen vriend? Valt me tegen. Ik hoor vandaag van Ferry dat je hem wel terugbelt? Apart? Ik krijg ook niets door alleen dat je druk bent en dat jullie vandaag de hele dag weer Miami gaan doen zoals ook afgelopen maandag. Als ik vragen heb of jullie bel dan neemt alleen niemand op ? Hee vriend even back naar reality en beloftes nakomen , actie nu en bel me zodat we heel veel dingen moeten bespreken!
Bel me
[werknemer van BZ]
Reisbureau Buitenlandsche Zaken (…)”
2.11.
Op 10 februari 2012 heeft [bestuurder van Revolt] per e-mail aan [werknemer van BZ] (op het e-mailadres van [werknemer van BZ] bij Buitenlandsche Zaken) bericht:
“Baret ondanks telefonisch en per e-mail slecht bereikbaar vanwege nieuwe zaak in Arnhem, gewoon nog steeds aan t lobbyen. Stuur morgen een bulk emails naar je toe die je er in kan koppen.
Marijn kan t beste alles mailen mbt pool Events. Met 50 kamers verkoop je makkelijk uit want t wmc gaat voor ons kamers verkopen. Ben vanaf morgen weer in Rdam en haal nieuwe simkaart bij KPN.
Heb jij Ferry of Chiel nog gesproken?
En hoeveel betalingen moeten er nog gedaan worden vs beschikbare kamers met types? Als jij een update stuurt dan zitten we op 1 lijn.
Grt [bestuurder van Revolt]
2.12.
Op 13 februari 2012 heeft [werknemer van BZ] per e-mail (vanaf zijn e-mailadres bij Buitenlandsche Zaken) aan [bestuurder van Revolt] bericht:
“[bestuurder van Revolt]?
Waar blijft de lijst van dingen die we kunnen inkoppen? En bel me even we hebben veel dingen door te nemen , ik weet niet wat er allemaal speelt met de poolpartys en openstaande kamers?
Baret
Reisbureau Buitenlandsche Zaken (…)”
2.13.
Op 24 februari 2012 heeft [werknemer van BZ] per e-mail (vanaf zijn e-mailadres bij Buitenlandsche Zaken) aan [bestuurder van Revolt] bericht:
“Contact ! Graag na 2 weken ! ik heb 1000 vragen . Geen nette manier van samenwerken of wel?
Contact !
[werknemer van BZ]
Reisbureau Buitenlandsche Zaken (…)”
2.14.
Op 2 maart 2012 heeft [bestuurder van BZ] per e-mail aan de assistente van [bestuurder van Revolt] bericht:
“Hallo Fufu,
Kun je mij laten weten wat de stand van zaken is?
Dank, hoor graag met spoed.
Reisbureau BuZa
[bestuurder van BZ]”
2.15.
Op 5 maart 2012 heeft de assistente van [bestuurder van Revolt] per e-mail aan [bestuurder van BZ] bericht:
“Beste [bestuurder van BZ],
Bedankt voor je e-mail.
Gezien de uitval van [bestuurder van Revolt] en de stagiaire ivm ziekte heeft mijn reply wat langer op zich laten wachten. Mijn excuses ervoor.
Wat er heeft afgespeeld de afgelopen weken is tussen de heren, daar weet ik niks van.
[bestuurder van Revolt] komt morgen op kantoor en heeft mij gezegd morgenavond een lijst met definitieve bevestigingen door te geven.
En zal dan ook contact met je opnemen.
Gr,
Phuong”
2.16.
Op 5 maart 2012 heeft [bestuurder van Revolt] per e-mail aan [werknemer van BZ] (op het e-mailadres van [werknemer van BZ] bij Buitenlandsche Zaken) bericht:
“Ik ben morgen niet beschikbaar maar zal op elke email binnen 24 uur antwoorden mits jij over de brug komt met overzicht en financiën. Als je zou willen reageren op mijn tekst hieronder graag dus. Ik wil het zwart op wit namelijk. Volgens mij heb je het niet gelezen of begrepen. Nogmaals wij boeken niet en gaan ook niet over de financiën. Als er potentiele reserveringen zijn dan sturen we die door naar jou. Heb net een aantal potentiële kandidaten doorgestuurd naar info@buitenlandsche zaken en zal ook nu bellen met WMC en Ultra.
Ik zal een afspraak met ferry en chiel inplannen. Niet dat zij er nu nog maar iets mee te maken hebben maar zij delen denk ik goed onderstaande mening. Ik laat je weten wanneer en of zij kunnen.
Groet [bestuurder van Revolt]
2.17.
Op 5 maart 2012 heeft het hotel een factuur opgemaakt ten bedrage van
US$ 87.404,63.
2.18.
De Winter Music Conference heeft plaatsgevonden van 21 tot en met 27 maart 2012. Op 26 maart 2012 heeft het hotel een factuur opgemaakt. Uit de factuur blijkt dat er een totaalbedrag van US$ 186.760,66 in rekening is gebracht, waarvan – op de factuurdatum – nog een bedrag van US$ 15.616,96 voldaan diende te worden.

3.Het geschil

3.1.
Buitenlandsche Zaken vordert, na vermindering van haar eis ter comparitie, veroordeling van Revolt tot betaling van € 51.000,00, vermeerderd met rente en kosten. Zij stelt hiertoe dat zij een overeenkomst met Revolt heeft gesloten en dat Revolt uit hoofde van die overeenkomst gehouden is om de helft van het op het project geleden verlies voor haar rekening te nemen.
3.2.
Revolt voert verweer. Zij betwist dat Revolt Holding en Revolt Projecten partij zijn bij een overeenkomst met Buitenlandsche Zaken. Buitenlandsche Zaken heeft daarom niets van Revolt te vorderen. Voorts stelt Revolt dat de overeenkomst in januari 2012 is beëindigd. Ten slotte betwist Revolt het beweerde verlies op het project.

4.De beoordeling

Partijen bij de overeenkomst?

4.1.
Gelet op het debat tussen partijen dient allereerst de vraag te worden beantwoord namens welke vennootschappen [werknemer van BZ] en [bestuurder van Revolt] handelden en derhalve tussen welke partijen er een overeenkomst tot stand is gekomen.
4.2.
Onduidelijkheden met betrekking tot de vraag wie partij is bij een overeenkomst, dienen te worden opgelost aan de hand van artikel 3:33 BW (wil) en artikel 3:35 BW (gerechtvaardigd vertrouwen). Daarbij is van belang wat beide partijen over en weer hebben verklaard en wat zij uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
4.3.
Partijen hebben uit elkaars verklaringen en gedragingen kunnen afleiden dat [werknemer van BZ] handelde namens Buitenlandsche Zaken en [bestuurder van Revolt] namens Revolt Projecten. Tussen deze twee vennootschappen is er derhalve in 2011 ten behoeve van het project een overeenkomst gesloten.
4.3.1.
Dat in 2011 bij [werknemer van BZ] bekend was dat [bestuurder van Revolt] handelde namens Revolt Projecten, blijkt uit de e-mail van 28 oktober 2011 van [bestuurder van Revolt] aan [werknemer van BZ]. [bestuurder van Revolt] heeft [werknemer van BZ] bericht dat de factuur ten behoeve van het project op naam moet worden gesteld van Revolt Projecten. Diezelfde dag is er ten behoeve van het project een factuur gezonden aan Revolt Projecten.
4.3.2.
Door [bestuurder van Revolt] is voorts een Facebook-pagina aangemaakt, waarop Buitenlandsche Zaken en Revolt Projecten als organisatoren van het project staan vermeld, zoals door Buitenlandsche Zaken gesteld en door Revolt Projecten niet betwist. Hieruit blijkt dat Revolt Projecten wist dat Buitenlandsche Zaken haar contractspartij was.
4.3.3.
Dat Revolt Projecten wist dat Buitenlandsche Zaken haar contractspartij was, volgt bovendien uit de e-mails van 24 januari 2012 en 5 maart 2012 van [bestuurder van Revolt] aan [werknemer van BZ], en uit de e-mail van 5 maart 2012 van de assistente van [bestuurder van Revolt] aan [bestuurder van BZ].
[bestuurder van Revolt] refereert in zijn e-mail van 24 januari 2012 aan de boekhouding van Buitenlandsche Zaken, die hij van [werknemer van BZ] – kennelijk – niet mocht inzien. In zijn e-mail van 5 maart 2012 schrijft [bestuurder van Revolt] net enkele potentiële kandidaten te hebben doorgestuurd naar het
e-mailadres van Buitenlandsche Zaken. Niet valt in te zien waarom [bestuurder van Revolt] de boekhouding of betalingsbewijzen van Buitenlandsche Zaken zou willen inzien, of een lijst van potentiële kandidaten ten behoeve van het project door zou sturen aan Buitenlandsche Zaken, indien [bestuurder van Revolt] niets met deze vennootschap van doen had.
De assistente van [bestuurder van Revolt] doet in haar e-mail van 5 maart 2012 de toezegging dat [bestuurder van Revolt] de volgende avond een lijst met definitieve bevestigingen door zal sturen en contact met [bestuurder van BZ] zal opnemen. Niet valt in te zien waarom ten behoeve van het project dergelijke toezeggingen aan de bestuurder van Buitenlandsche Zaken worden gedaan, indien Revolt Projecten geen zaken met deze vennootschap deed.
4.3.4. Dat [werknemer van BZ] handelde namens Buitenlandsche Zaken en dus Buitenlandsche Zaken als partij heeft gebonden blijkt voorts uit het feit dat [werknemer van BZ] na het sluiten van de overeenkomst regelmatig met [bestuurder van Revolt] communiceerde middels zijn e-mailadres bij Buitenlandsche Zaken en onder vermelding van de contactgegevens van Buitenlandsche Zaken.
4.3.5.
Het feit dat Revolt Projecten ook enkele e-mails van [werknemer van BZ] vanaf een
e-mailadres van Special Journeys en een factuur op briefpapier van Special Journeys heeft ontvangen, doet aan het voorgaande niets af. [werknemer van BZ] heeft ter comparitie toegelicht dat hij op verzoek van [bestuurder van Revolt] een specifieke omschrijving op de factuur moest zetten, hetgeen wordt ondersteund door de e-mail van [bestuurder van Revolt] van 28 oktober 2011. Omdat het in het systeem van Buitenlandsche Zaken niet mogelijk was om deze omschrijving op de factuur te plaatsen, en in het systeem van Special Journeys wel, heeft [werknemer van BZ] de factuur opgemaakt op briefpapier van Special Journeys. Dit maakt echter niet dat Special Journeys contractspartij van Revolt Projecten is geworden.
4.4.
Gelet op het voorgaande was Revolt Holding geen partij bij de overeenkomst. De vordering van Buitenlandsche Zaken zal daarom, voor zover deze betrekking heeft op Revolt Holding, worden afgewezen, met veroordeling van Buitenlandsche Zaken in de proceskosten, geschat op nihil. Hierna zal uitsluitend nog worden ingegaan op de vordering van Buitenlandsche Zaken op Revolt Projecten.
Einde van de overeenkomst?
4.5.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de overeenkomst reeds in januari 2012 door Revolt Projecten is beëindigd, zoals zij heeft gesteld. Ter comparitie heeft [bestuurder van Revolt] toegelicht dat dit zou blijken uit de e-mail die hij op 24 januari 2012 aan [werknemer van BZ] heeft gezonden.
4.6.
Uit de e-mail van 24 januari 2012 van [bestuurder van Revolt] blijkt niet dat Revolt Projecten de overeenkomst met Buitenlandsche Zaken heeft beëindigd. Weliswaar bestond er blijkens deze e-mail enige onenigheid tussen partijen, maar [bestuurder van Revolt] verzoekt [werknemer van BZ] uitdrukkelijk om “de lucht te klaren” en sluit zijn e-mail af met de mededeling dat als [werknemer van BZ] enkele punten in orde maakt, hij zal zorgen dat iedereen zijn aandeel van het hotel overmaakt zodat partijen “gewoon verder gaan met waar we gebleven zijn”. Buitenlandsche Zaken heeft uit die e-mail niet begrepen – en evenmin behoren te begrijpen – dat Revolt Projecten de samenwerking wenste te beëindigen. Dat blijkt ook uit de e-mails van 9, 13 en 24 februari 2012 van [werknemer van BZ] aan [bestuurder van Revolt], waarin [werknemer van BZ] aandringt op overleg met [bestuurder van Revolt] over het project.
4.7.
Daar komen nog bij de e-mails van 5 maart 2012 van de assistente van [bestuurder van Revolt] alsmede van [bestuurder van Revolt] zelf. De assistente van [bestuurder van Revolt] doet in haar e-mail van 5 maart 2012 de toezegging dat [bestuurder van Revolt] de volgende avond een lijst met definitieve bevestigingen door zal sturen. [bestuurder van Revolt] zegt in zijn e-mail van 5 maart 2012 toe potentiële reserveringen te zullen doorsturen aan Buitenlandsche Zaken en te zullen bellen met WMC en Ultra. De rechtbank gaat er, in het licht van de stellingen van partijen, van uit dat de toegezegde telefoongesprekken zouden worden gevoerd ten behoeve van het project. Mede op basis van deze e-mails van 5 maart 2012 mocht Buitenlandsche Zaken erop vertrouwen dat Revolt Projecten zich op dat moment – twee weken voordat het evenement in Miami zou plaatsvinden – nog steeds gebonden achtte aan de overeenkomst tussen partijen.
4.8.
De overeenkomst is niet in januari 2012 door Revolt Projecten beëindigd. Nu gesteld noch gebleken is dat Revolt Projecten de overeenkomst op een later moment heeft beëindigd, is zij steeds aan de overeenkomst gebonden gebleven.
Verschuldigdheid op grond van de overeenkomst?
4.9.
Ten derde dient de vraag te worden beantwoord of Revolt Projecten op grond van de overeenkomst enig bedrag verschuldigd is aan Buitenlandsche Zaken.
4.10.
Zoals gesteld door Buitenlandsche Zaken en niet betwist door Revolt Projecten, hebben [werknemer van BZ] en [bestuurder van Revolt] met betrekking tot het project afgesproken dat de kosten, baten en arbeid ten behoeve van het project gelijkelijk verdeeld zouden worden. Op basis daarvan is Revolt Projecten, uit hoofde van nakoming, gehouden de helft van de gemaakte kosten aan Buitenlandsche Zaken te voldoen, voor zover deze niet zijn voldaan uit de inkomsten van het project.
4.11.
Bij dagvaarding heeft Buitenlandsche Zaken verschillende kostenposten opgevoerd, te weten kosten voor “DJ’s en Stage” (ad € 12.911,00) en hotelkosten (van in totaal € 130.309,17). De totale inkomsten van het project bedroegen € 57.122,00. Ter onderbouwing van deze bedragen verwijst Buitenlandsche Zaken naar productie 4 bij dagvaarding. Productie 4 bevat echter enkel een onderbouwing van de inkomsten van het project ad € 57.122,00 en niet van de opgevoerde kostenposten.
4.12.
Voor de stelling van Buitenlandsche Zaken dat een bedrag van € 12.911,00 zou zijn besteed aan “DJ’s en Stage”, is geen (begin van) onderbouwing gegeven. Ter comparitie heeft [werknemer van BZ] enkel toegelicht dat deze kosten gemaakt moesten worden ten behoeve van de poolparty’s. Volgens [werknemer van BZ] zou [bestuurder van Revolt] zorg dragen voor de organisatie hiervan. Toen [bestuurder van Revolt] het liet afweten, heeft [werknemer van BZ] de organisatie op zich genomen en betreffende kosten gemaakt. Buitenlandsche Zaken laat echter na te stellen aan welke partijen er bedragen zijn voldaan en wanneer dit zou zijn gebeurd. Voorts zijn er geen stukken in het geding gebracht die de verschuldigdheid en betaling van deze kosten bevestigen. Buitenlandsche Zaken heeft op dit punt derhalve niet aan haar stelplicht voldaan, zodat haar bewijsaanbod wordt gepasseerd en haar vordering, voor zover deze betrekking heeft op de kosten voor “DJ’s en Stage”, zal worden afgewezen.
4.13.
Ten aanzien van de hotelkosten zijn bij dagvaarding facturen van het hotel overgelegd (zie productie 2 van Buitenlandsche Zaken en 2.17-2.18 hiervoor). Uit deze facturen van 5 en 26 maart 2012 blijkt dat er hotelkosten in rekening zijn gebracht. Hoe de twee facturen – in Amerikaanse dollars – zich echter tot elkaar alsmede tot het opgevoerde bedrag ad 130.309,17 – in Euro’s – verhouden, is onduidelijk. Buitenlandsche Zaken zal daarom in de gelegenheid worden gesteld zich hierover bij akte uit te laten. Voorts wordt Buitenlandsche Zaken verzocht bij akte een nieuwe berekening van haar vordering, uitgaande van haar ter comparitie gewijzigde eis en rekening houdend met het feit dat door Revolt Projecten reeds een bedrag van € 16.463,00 is voldaan, in het geding te brengen. Revolt Projecten zal hier vervolgens op mogen reageren.
4.14.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van 18 september 2013 voor het nemen van een akte door Buitenlandsche Zaken uitsluitend ter zake hetgeen is overwogen in r.o. 4.13;
5.2.
Revolt Projecten zal vervolgens een antwoordakte mogen nemen uitsluitend ter zake hetgeen is overwogen in r.o. 4.13;
5.3.
houdt iedere nadere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2013.