Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 februari 2013 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 juni 2013.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Ik hoor het wel wanneer ik de automaten kan terugplaatsen.”, althans woorden van gelijke strekking èn de omstandigheid dat hij vervolgens zeven maanden heeft gewacht met het dagvaarden van [gedaagde], zijn onvoldoende om aan te nemen dat op basis daarvan bij [gedaagde] het gerechtvaardigd vertrouwen kon zijn gewekt dat [eiser] zijn aanspraak op het kettingbeding niet (meer) geldend zou maken danwel de positie van [gedaagde] onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard indien hij (later) alsnog aanspraak op dat kettingbeding zou maken.
“Ik hoor wel wanneer het café open gaat, dan kan ik de automaten terugplaatsen,”althans woorden van gelijke strekking. [eiser] betwist daarnaast dat de onderhavige zaak nadien zeven maanden heeft stilgelegen.
5.De beslissing
Administratie privaat, Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht, faxnummer 078 6391323-
Administratie privaat, Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht, faxnummer 078 6391323-
Administratie privaat, Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht, faxnummer 078 6391323-