In deze zaak, die op 3 september 2013 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben de eiseressen, Nováccent Group B.V., Nováccent ICT Solutions B.V. en Datáccent B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, Teamsoft Holding B.V. en Teamsoft Webdienst B.V., met als doel betaling van een openstaande vordering van € 42.041,35. De eiseressen zijn actief in de automatisering en consultancy en hebben een overeenkomst gesloten met een entiteit aangeduid als 'Teamsoft' voor de levering van softwarelicenties en bijbehorende diensten. De gedaagden hebben echter geweigerd te betalen, wat heeft geleid tot conservatoir beslag op hun activa.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden, en met name [gedaagde 3], aansprakelijk zijn voor de betaling van de vordering. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aannemelijk was dat de eiseressen een vordering hadden en dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de betalingsachterstanden en de noodzaak om aan een Amerikaanse leverancier te betalen voor de licenties. De rechter heeft ook geoordeeld dat [gedaagde 3] in privé aansprakelijk kan worden gehouden voor de overeenkomst, omdat de vennootschap die hij vertegenwoordigde nog niet was opgericht.
De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen. Dit vonnis benadrukt de juridische principes van vereenzelviging en de aansprakelijkheid van bestuurders in het geval van misbruik van identiteitsverschillen tussen rechtspersonen.