In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een bemiddelaar en een tandarts over de verschuldigdheid van een succesfee. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. O. Planten, vorderde een bedrag van € 4.165,00 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de gedaagde, een tandarts, in gebreke was gebleven met de betaling van de succesfee na de verkoop van zijn praktijk. De overeenkomst van opdracht was op 3 maart 2011 gesloten, waarbij de eiseres de bemiddeling van de verkoop van de tandartspraktijk op zich nam. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat de koper uit zijn eigen netwerk kwam, waardoor er geen recht op succesfee zou zijn. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres voldoende werkzaamheden had verricht die bijgedragen hebben aan de verkoop van de praktijk, en dat de voorwaarden voor de verschuldigdheid van de succesfee waren vervuld. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd.