In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 4 september 2013, staat de aansprakelijkheid van een advocaat centraal. De eiser, vertegenwoordigd door mr. L.M. Dragtenstein, heeft de gedaagden, waaronder een advocaat en de maatschap [X Advocaten], aangeklaagd wegens een beroepsfout. De zaak betreft een huurovereenkomst tussen de eiser en de Gemeente Rotterdam, waarbij de huurovereenkomst op 31 maart 2004 werd opgezegd. De advocaat van de eiser heeft nagelaten om tijdig een appeldagvaarding in te dienen tegen een vonnis van de kantonrechter, waardoor de eiser zijn recht op schadevergoeding heeft verloren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden, en met name de advocaat, een fout hebben gemaakt door de appeldagvaarding niet aan te brengen. De eiser vorderde schadevergoeding van € 459.327,00, die hij heeft geleden als gevolg van deze beroepsfout. De rechtbank heeft de hoogte van de schade vastgesteld op € 19.500,00, te vermeerderen met wettelijke rente, en heeft de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.
De rechtbank oordeelde dat de gedaagden niet konden aantonen dat de eiser geen schade had geleden en dat er een causaal verband bestond tussen de fout van de advocaat en de geleden schade. De rechtbank heeft de vordering van de eiser voor zover gericht tegen de individuele advocaat afgewezen, maar de maatschap [X Advocaten] aansprakelijk gesteld voor de schade die de eiser heeft geleden door het niet tijdig aanbrengen van de appeldagvaarding. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van advocaten in het proces en de gevolgen van nalatigheid in het rechtsproces.