Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de overgelegde producties
- de conclusie van antwoord
- de akte eiswijziging
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Westerdale
- de pleitnota van de curator.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 september 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap ONROEREND GOED MAATSCHAPPIJ WESTERDALE B.V. (hierna: Westerdale) en mr. E.A.E.G.J. Libosan, curator in het faillissement van [X] B.V. Westerdale vorderde de curator te veroordelen tot medewerking aan de levering van twee onroerende zaken die zij op 18 maart 2013 van [X] B.V. had gekocht voor een bedrag van € 850.000,-. De curator had de koopovereenkomst vernietigd op grond van artikel 42 van de Faillissementswet, stellende dat de overeenkomst paulianeus was, omdat de koopprijs te laag zou zijn en er sprake zou zijn van benadeling van de schuldeisers.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Westerdale een spoedeisend belang heeft bij de levering van de onroerende zaken, aangezien de bescherming die zij geniet op basis van de inschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers op 19 september 2013 zou vervallen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de curator onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de koopovereenkomst paulianeus was. De rechtbank heeft de vordering van Westerdale tot medewerking aan de levering van de onroerende zaken toegewezen, maar de vordering tot medewerking aan het vestigen van een hypotheek afgewezen, omdat dit niet binnen het gesloten stelsel van zekerheidsrechten valt.
De curator is veroordeeld in de proceskosten van Westerdale, die zijn begroot op € 1.485,48. De voorzieningenrechter heeft de curator ook verplicht om binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van de onroerende zaken. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.