Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[interveniënt 1],
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en het verweer daartegen
Namens de procespartijen is verzocht het verzoek van de rechter toe te wijzen.
3. De beoordeling
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig was. Ook overigens is voor zodanig oordeel bij het onderzoek ter terechtzitting geen houvast gevonden.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde en anderszins aannemelijk geworden omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
De door de rechter aangevoerde omstandigheden leveren naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen
4.De beslissing
[eiser] als eiser, [gedaagde 1],[gedaagde 2] en [gedaagde 3] als gedaagden, en [interveniënt 1] als interveniënt.
mr. M. Fiege en mr. H. van Lokven- van der Meer, rechters.