In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder om de gemeentelijke monumentenstatus van een object niet in te trekken. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de monumentenstatus behouden moest blijven, ondanks een deskundig rapport dat aangaf dat de belangrijke kenmerken van de redengevende omschrijving niet meer op het object van toepassing waren. De rechtbank heeft verweerder eerder in de gelegenheid gesteld om de gebreken in de motivering te herstellen, maar concludeerde dat de heroverweging van verweerder op 10 januari 2013 niet voldeed aan de vereisten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de status van het object als gemeentelijk monument niet langer gerechtvaardigd is en heeft het verzoek van eisers tot intrekking van de monumentenstatus toegewezen. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het griffierecht en de proceskosten aan eisers dient te vergoeden.