In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2013, heeft de kantonrechter zich gebogen over een vordering van eiseres tot betaling van een succesfee door gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. O. Planten, had een overeenkomst van opdracht gesloten met gedaagde voor de bemiddeling bij de verkoop van zijn tandartspraktijk. De overeenkomst bevatte voorwaarden voor de verschuldigdheid van een succesfee, die niet afhankelijk was van het netwerk van de bemiddelaar. Eiseres stelde dat zij voldoende werkzaamheden had verricht om de succesfee te rechtvaardigen, terwijl gedaagde betwistte dat hij deze fee verschuldigd was, stellende dat de koper uit zijn eigen netwerk kwam en dat eiseres tekort was geschoten in haar verplichtingen.
De procedure begon met een dagvaarding op 28 januari 2013, gevolgd door een conclusie van antwoord en een comparitie van partijen op 21 mei 2013. Tijdens deze comparitie zijn beide partijen gehoord en zijn er verschillende processtukken in het geding gebracht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres diverse werkzaamheden heeft verricht ter bemiddeling van de verkoop, waaronder het verstrekken van informatie aan potentiële kopers. De rechter oordeelde dat de succesfee verschuldigd was, ongeacht het netwerk van de koper, en dat gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van de factuur voor de succesfee.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van € 4.165,00, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis bevestigt de verplichtingen van partijen in een bemiddelingsovereenkomst en de voorwaarden waaronder een succesfee verschuldigd is.