Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 november 2013;
- de akte houdende overlegging producties van Mammoet;
- de conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van Bom-Be, met 28 producties;
- de conclusie van antwoord van Mammoet in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid, tevens akte vermindering van eis, met drie producties;
- de akte uitlating nieuwe stellingen en producties van Bom-Be;
2.De vordering in de hoofdzaak
- Als onderdeel van de ontwikkeling van een windmolenpark voor de Nederlands-Belgische kust heeft de hoofdaannemer het bedrijf Tideway B.V. (hierna: Tideway) ingeschakeld voor het leggen van de energiekabel (zgn. “export kabel”) op de zeebodem; in dat verband heeft Tideway op haar beurt Bom-Be ingeschakeld voor het lokaliseren en verwijderen van eventuele obstakels; Bom-Be heeft met het oog op die werkzaamheden materieel, waaronder het schip ‘JUMBO’ (hierna: de ‘JUMBO’) en bemanning gehuurd van Mammoet, de eigenaar van de ‘JUMBO’; voor de verhuur van de ‘JUMBO’ inclusief haar bemanning heeft Mammoet op 29 februari 2012 een overeenkomst met Bom-Be (hierna: de Huurovereenkomst) gesloten;
- In de Huurovereenkomst is bepaald dat bepaalde sets (algemene) voorwaarden, waaronder de “Special Terms and Conditions Hire of Equipment and/or Personnel” (hierna: SCEP) deel uitmaken van de Huurovereenkomst; datzelfde geldt voor de “Standard Terms and Conditions Mammoet 2010” (hierna: STCM) en de “Offer of Owner dated 08-02-2012 with reference number 12067 and the additional information dated 09-02-2012”;
- Gedurende de werkzaamheden in sectie A van het windmolenpark verzocht Tideway Bom-Be een aantal locaties van energiekabel B te onderzoeken omdat een onderaannemer tijdens het ‘intrillen’ van deze energiekabel geconstateerd zou hebben dat zich op het tracé van deze energiekabel grote stenen bevonden; in opdracht van Bom-Be heeft de ‘JUMBO’ zich hierna naar dit tracé begeven; bij vorenbedoelde onderzoekswerkzaamheden is vervolgens schade ontstaan aan een op de zeebodem liggende energiekabel; gebleken is dat de oorzaak hiervan is dat één van de ankers van de ‘JUMBO’ achter deze kabel is blijven steken;
- Vanwege vorenbedoelde schade aan energiekabel B heeft Bom-Be geen betaling ontvangen van haar opdrachtgever, Tidaway;
- Eerstgenoemde vordering (vordering nakoming betalingsverplichtingen) baseert Mammoet op de Huurovereenkomst: Bom-Be heeft niet alle facturen van Mammoet (volledig) betaald ondanks haar gehoudenheid daartoe;
- Wat de tweede vordering van Mammoet (vordering tot vergoeding anker) betreft: op grond van het bepaalde in artikel 1.7 en artikel 1.10 SCEP is Bom-Be voor de schade aan het anker van de ‘JUMBO’ aansprakelijk;
- Ter zake van de derde vordering van Mammoet (vordering tot verklaring voor recht dat Mammoet niet aansprakelijk is jegens Bom-Be voor schade): het gaat hier om schade die is opgetreden toen Bom-Be geheel zelfstandig van Mammoet werkzaamheden uitvoerde onder een voor Mammoet onbekende overeenkomst met Tideway, de opdrachtgever van Bom-Be; op grond van de artikelen 11.1, 10.2 en 10.3 STCM en (art. 2.3 van) de SCEP is Mammoet jegens Bom-Be voor zulke schade niet aansprakelijk;
- Waar het gaat om de vierde vordering van Mammoet (vordering tot verklaring voor recht met betrekking tot vrijwaringsverplichting van Bom-Be jegens Mammoet): gezien de keten van belanghebbenden bij het project, in het bijzonder bij energiekabel B, bestaat de mogelijkheid dat Mammoet buitencontractueel zal worden aangesproken door een of meerdere van deze belanghebbenden; in artikel 10.5 STCM is bepaald dat de aansprakelijkheid van Mammoet beperkt is tot de contractprijs, met daaraan gekoppeld een vrijwaringsverplichting van Bom-Be voor alles wat dit bedrag te boven gaat; artikel 10.7 STCM bevat een algemene vrijwaringsregeling; in artikel 2.3 SCEP is bepaald dat Bom-Be volledig verantwoordelijk en aansprakelijk zal zijn en Mammoet dient te vrijwaren voor alle schade en kosten die voortvloeien uit enig handelen of nalaten van het ingeleende personeel, tenzij er opzet in het spel is; van opzet of schuld van personeel van Mammoet ter zake van de beweerdelijke schade is geen sprake; Mammoet vordert derhalve een verklaring voor recht dat Bom-Be gehouden is Mammoet te vrijwaren voor alle aanspraken en vorderingen van derden die verband houden met het incident van 11 juni 2012 waardoor zulke schade zou zijn veroorzaakt;
- Deze rechtbank is bevoegd op grond van het in artikel 17.2 STCM neergelegde beding inzake een exclusieve forumkeuze; in dit artikellid is namelijk als exclusief forum overeengekomen de rechtbank in Nederland die jurisdictie heeft in de vestigingsplaats van Mammoet, Schiedam.
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
nietin geschil dat de vier onderhavige vorderingen enerzijds en de voor de Rechtbank van Koophandel van Hasselt ingestelde vorderingen aanhangig zijn tussen dezelfde partijen, namelijk Mammoet en Bom-Be en dat laatstgenoemde vorderingen op een eerder tijdstip zijn aangebracht dan de onderhavige vorderingen ingevolge het bepaalde in artikel 30 EEX-Vo.
Rechtbank] integraal, in hoofdsom, interesten en kosten, te vrijwaren voor alle schade die verzoekster zal lijden ten gevolge van de fout van Mammoet Maritime BV bij de uitvoering van werken op 11 juni 2012 aan de Export Kabel B en dit zowel ten aanzien van Tideway BV als ten aanzien van eventuele vorderingen die zouden worden gesteld door andere bij dit project betrokken partijen met inbegrip van, doch niet beperkt tot, C-Power of de Tijdelijke Handelsvennootschap DOS en/of enige andere derde.”
(vordering nakoming betalingsverplichtingen) is het vaststellen van de aansprakelijkheid van Bom-Be voor haar verplichtingen tot factuurbetaling op grond van de Huurovereenkomst. Deze vordering heeft derhalve een ander doel dan de vrijwaringvordering van Bom-Be. Met haar onderhavige tweede vordering (vordering tot vergoeding anker) beoogt Mammoet het vaststellen van de aansprakelijkheid van Bom-Be voor de schade met betrekking tot het anker van de ‘JUMBO’ dat verloren is gegaan. Ook wat deze vordering betreft is geen sprake van een identiek doel.
5.De beslissing
2 april 2014opdat de meest gerede partij zich uitlaat over de vraag of de bevoegdheid van de Rechtbank van Koophandel van Hasselt vaststaat of, indien dit moment zich eerder aandient, niet is voldaan aan genoemde voorwaarde dat de hoofdvordering van Bom-Be tegen Tideway is afgewezen, en/of de Rechtbank van Koophandel van Hasselt een eindbeslissing heeft genomen ten aanzien van de toe- of afwijzing van de vrijwaringvordering tegen Mammoet;
2 oktober 2013voor conclusie van antwoord.