Uitspraak
EUROLIGHT FUN B.V.,
EUROLIGHT B.V.,
EUROLIGHT REUSCH B.V.,
EUROLIGHT HEAD B.V.,
[gedaagde],
- de dagvaarding van 14 juni 2012 en de door Eurolight Fun overgelegde producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 20 februari 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast (tevens in zaak 13-97);
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 27 mei 2013 (tevens in zaak 13-97).
- het tussenvonnis van 20 februari 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast (tevens in zaak 12-571);
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 27 mei 2013 (tevens in zaak 12-571);
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie.
(…)2.Brand representation
3.Guaranteed Margin
4.Marketing
5.Payment Terms – settlement discount
6.Term
Primairde Eurolightvennootschappen hoofdelijk veroordeelt om aan Perry Sport te betalen het bedrag van € 186.500,37,
Subsidiairde Eurolightvennootschappen ieder voor een gelijk deel veroordeelt tot betaling van € 186.500,37,
Meer subsidiairEurolight Head veroordeelt tot betaling van € 163.464,35, althans
Meest subsidiair[gedaagde] persoonlijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van
In de “Algemene Verkoop en- Leveringsvoorwaarden van Eurolight” (zie onder 2.7) staat “Eurolight” gedefinieerd als potentieel betrekking hebbend op alle Eurolight vennootschappen.
is, zoals hierboven reeds overwogen, binnen de structuur van de Eurolight vennootschappen, voor elk van deze vennootschappen de eerst aangewezen natuurlijke persoon om deze vennootschappen te vertegenwoordigen.
Ter comparitie heeft [gedaagde] verklaard: “
Bij het tekenen van de Branddeal heb ik mij niet gerealiseerd dat ik voor alle Eurolight vennootschappen heb getekend. Ik heb daar toen niet goed over nagedacht.” [gedaagde] heeft daarbij voorts aangevoerd dat hij zich er bij nader inzien van bewust is geraakt dat hij ten tijde van de ondertekening van de Branddeal de bedoeling had om enkel Eurolight B.V. aan de Branddeal te binden, omdat dit in lijn was met het beleid van de Eurolight vennootschappen om Eurolight B.V. partij te laten zijn bij alle duurovereenkomsten.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] de Branddeal heeft ondertekend (mede) namens alle Eurolightvennootschappen, dus ook namens Eurolight Fun.
Hieraan kan niet afdoen dat hij zich later realiseerde dat hij alleen Eurolight B.V. wilde verbinden. Deze enkele, overigens ook niet voor Perry Sport kenbare, later opgekomen intentie is voor de uitleg van de overeenkomst irrelevant.
Dat [gedaagde] bij het sluiten van de overeenkomst slechts één van de Eurolight vennootschappen wilde verbinden ligt ook niet voor de hand nu, zoals Perry Sport heeft gesteld en Eurolight c.s. niet heeft betwist, de Branddeal rechten en plichten bevat met betrekking tot verschillende, door afzonderlijke Eurolight vennootschappen te leveren merkproducten: Head door Eurolight Head, Reusch door Eurolight Reusch en Dakine door Eurolight Fun. Immers kan in beginsel alleen de leverancier van een bepaald merk product de verplichtingen nakomen die met betrekking tot dat merk in de Branddeal zijn opgenomen.
Dat [gedaagde] niet deze vennootschappen, doch alleen Eurolight B.V. wilde binden ligt dan ook noch voor de hand, noch was dit kenbaar voor de wederpartij.
Op grond van het voorgaande moet het ervoor worden gehouden dat - ook- Eurolight Fun partij is bij de Branddeal.
Eurolight Fun stelt dat de overeenkomst niet zou zijn gesloten met in achtneming van de wettelijke regels ten aanzien van vertegenwoordiging omdat zij (Eurolight Fun) niet werd vertegenwoordigd door haar bestuurder Veritas Splendor. Dit verweer snijdt geen hout nu vaststaat dat [gedaagde] de eerste (en enige) natuurlijke persoon is, die deze vennootschap, middellijk - via Veritas Splendor - kon vertegenwoordigen.
Perry Sport B.V. shall be entitled to deduct this invoice from any invoices from Eurolight due or to be due’. Deze bepaling kan redelijkerwijs niet anders begrepen worden dan dat daarin is bepaald dat Perry Sport gerechtigd is iedere factuur van een Eurolight vennootschap die partij is bij de Branddeal te verrekenen, in dit geval Eurolight Fun, met haar vorderingen uit hoofde van de margeverplichting. Zoals hiervoor is overwogen is Eurolight Fun partij bij de Branddeal.
Een beroep door Eurolight op haar algemene voorwaarden, waarin verrekening wordt uitgesloten faalt evenzeer gelet op de aanvullende betekenis die daaraan in het algemeen moet worden toegekend ten opzichte van hetgeen door partijen wordt overeengekomen en in dit geval door hen in artikel 3.4 van de Branddeal is neergelegd. Artikel 13 van deze voorwaarden verwijst zelfs expliciet naar de mogelijkheid van een schriftelijk overeengekomen afwijkende betalingsvoorwaarde.
De vraag of de Eurolight vennootschappen hoofdelijk zijn verbonden aan de Branddeal kan een rol spelen bij de beoordeling van de vordering van Perry Sport tot verhaal van het niet verrekenbare deel van haar vordering uit hoofde van de margeverplichting op de Eurolight vennootschappen.
€ 96.276,95. De rechtbank zal partijen, eerst Perry Sport, de gelegenheid geven zich hierover bij akte uit te laten.
woensdag 9 oktober 2013voor de akte als bedoeld in 4.25 aan de zijde van Eurolight, waarna de Perry Sport een antwoordakte kan nemen;