Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 januari 2013,
- de akte uitlating na tussenvonnis van de zijde van [eisers],
- de antwoordakte van de zijde van Dosign,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 15 mei 2013,
- de conclusie na enquête, tevens houdende akte vermindering van eis,
- de antwoordkconclusie na enquête.
2.De verdere beoordeling van het geschil
14 maart 2013 overgelegd, onderbouwd met een overzicht van fiscale faciliteiten en ondernemersverliezen in de periode 2005 tot en met 2008, een berekening van belastingnadeel, een berekening van belastingnadeel na correctie, pagina’s uit de fiscale aangiften van [betrokkene 2] over de periode 2005 tot en met 2008, een overzicht van investeringen en foto’s van het pand vóór en na renovatie en de urenadministratie over 2005 tot en met 2008. Bij conclusie na enquête hebben [eisers] een herziene berekening van de teruggave die [eisers] zouden hebben ontvangen bij toekenning van bedrijfsmatige activiteiten over de periode 2005 tot en met 2008 overgelegd, alsmede een nadere toelichting van [betrokkene 1] op het memorandum van de heer mr. [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]) van 24 april 2013.
50 % heeft gewerkt als zeevarende, hij als zeevarende een salaris had van € 54.050,- (2006), € 118.662,- (2007), € 152.682,- (2008), [eiser 1] fors heeft geïnvesteerd in een aangekocht vervallen pand, de omzetprognose voornamelijk is gebaseerd op de ontwikkeling van een veerdienst. Er was geen redelijke winstverwachting, aldus [betrokkene 3].