Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[Naam], te Rotterdam, verzoeker, tevens eiser (hierna: verzoeker),
Procesverloop
Overwegingen
Het kabinet streeft naar een gezamenlijke aanpak voor (voortijdig) schoolverlaters en jeugdige werklozen. De aanscherping van de WWB richt zich allereerst op de toegang tot de bijstand. Met de introductie van de Wet investeren in jongeren (WIJ) is het accent voor jongeren verlegd naar werken of leren, met als afgeleide de inkomensvoorziening. De regering onderschrijft het uitgangspunt van de WIJ, maar is van mening dat de huidige systematiek ruimte laat voor een afwachtende en vrijblijvende houding van jongeren. De WIJ legt gemeenten de plicht op om iedere jongere onder de 27 jaar aan te spreken op de eigen verantwoordelijkheid zelf werk te zoeken. De regering gaat op die weg verder en scherpt de wetgeving aan.
In het nieuwe onderdeel c wordt geregeld dat de jongere geen aanspraak op algemene bijstand heeft indien hij (nog) uit ’s Rijks schatkist bekostigd onderwijs kan volgen (zie ook de aanpassing van artikel 7, derde lid). Dit overigens onder de voorwaarde dat de jongere – in geval hij dat onderwijs zou gaan volgen – dan in aanmerking zou komen voor studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000. Er is geen reden om hem voor algemene bijstand in aanmerking te laten komen indien de mogelijkheid van het volgen van dergelijk onderwijs met studiefinanciering openstaat. Studiefinanciering wordt voor hem immers als een passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond,
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.