Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
6.De beslissing in conventie en reconventie
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, vorderde de besloten vennootschap BettmerAlp B.V. de terugkeer van haar schip, het m.s. Bettmeralp, naar de thuishaven 's-Gravendeel en de opheffing van een eerder gelegd conservatoir beslag door de gedaagden. De procedure volgde op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, waarin de gedaagden waren veroordeeld tot nakoming van hun verplichtingen uit een koopovereenkomst/financial-lease contract met BettmerAlp. De gedaagden, die als binnenvaartschippers zonder eigen schip opereerden, hadden het schip zelfstandig geëxploiteerd, wat leidde tot een geschil over de uitvoering van de overeenkomst en de eigendomsrechten van het schip. BettmerAlp stelde dat de samenwerking met de gedaagden niet langer mogelijk was en dat de enige oplossing de verkoop van het schip was, met de opbrengst op een derdengeldrekening te storten. De voorzieningenrechter oordeelde dat BettmerAlp spoedeisend belang had bij haar vorderingen, gezien de financiële lasten die zij droeg zonder inkomsten te genereren. De rechter besloot dat de gedaagden het schip binnen twee dagen moesten terugvaren naar de thuishaven en het schip aan BettmerAlp moesten afgeven. Tevens werd het beslag opgeheven zodra de verkoop aan een derde een feit was. De gedaagden werden veroordeeld tot betaling van een dwangsom bij niet-nakoming van de veroordelingen, en de proceskosten werden aan hen opgelegd.