ECLI:NL:RBROT:2013:BY9375
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening exploitatievergunning speelautomatenhal Vlaardingen
Op 22 januari 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken ROT AWB 13/154 en ROT AWB 13/161, waarin verzoekers, Patternos B.V. en Hobea Speelautomaten B.V., een voorlopige voorziening vroegen tegen de vergunningverlening aan Hommerson Leisure Vlaardingen B.V. voor de exploitatie van een speelautomatenhal. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de geldigheid van het bestreden besluit per 1 januari 2013 was verstreken. Hierdoor konden verzoekers met hun verzoek niet meer bereiken wat zij nastreefden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de schade die verzoekers stelden te lijden, een financieel belang vertegenwoordigde, wat op zichzelf geen reden was om een voorlopige voorziening te treffen. Verzoekers hadden de mogelijkheid om schadevergoeding te vorderen indien het besluit in bezwaar niet kon worden gehandhaafd.
De voorzieningenrechter overwoog verder dat er geen sprake was van spoedeisendheid, omdat de continuïteit van de onderneming van verzoekers niet in gevaar was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeenteraad niet buiten zijn verordenende bevoegdheid was getreden en dat de gemeentelijke verordening niet als een concreet besluit kon worden aangemerkt. De voorzieningenrechter wees op eerdere uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven ter ondersteuning van zijn oordeel. De verzoeken om voorlopige voorziening werden afgewezen, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. A.I. van Strien, in aanwezigheid van mr. A.Th.A.M. Schouw, griffier.