ECLI:NL:RBROT:2013:BZ0391
Rechtbank Rotterdam
- Raadkamer
- mr. Puite
- mrs. De Knoop
- mrs. Poppe-Gielesen
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de raadkamer in bezwaarschriftprocedure ex artikel 32 Sv
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 1 februari 2013, wordt de onbevoegdheid van de raadkamer in een bezwaarschriftprocedure ex artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) behandeld. De rechtbank heeft op 27 december 2012 een bezwaarschrift ontvangen van de betrokkene, die niet verscheen op de zitting op 29 januari 2013. De verdediging verzocht om de auditieve en audiovisuele registratie van het verhoor van de aangever ter beschikking te stellen, zodat de betrokkene kennis kon nemen van het verhoor en eventueel een gedragsdeskundige kon inschakelen. De officier van justitie stelde echter dat de raadkamer onbevoegd was om op het bezwaarschrift te beslissen, aangezien de nieuwe wetgeving, die op 1 januari 2013 in werking trad, voorschrijft dat dergelijke bezwaarschriften bij de rechter-commissaris moeten worden ingediend.
De rechtbank overweegt dat de wetgever heeft besloten om de bezwaarschriftprocedure van de raadkamer naar de rechter-commissaris te verplaatsen om een volledige toetsing mogelijk te maken. Dit is een verbetering ten opzichte van de situatie vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet. De rechtbank verklaart zich daarom onbevoegd tot de behandeling van het bezwaarschrift en bepaalt dat de griffier het bezwaarschrift doorzendt aan de rechter-commissaris. De beslissing is genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang en de bescherming van de rechten van de verdachte.
De beschikking is gegeven door mr. Puite, voorzitter, en mrs. De Knoop en Poppe-Gielesen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffiers Lubbers en mr. Kegreisz. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede rechtsgang en de rol van de rechter-commissaris in het nieuwe stelsel van processtukken in strafzaken.