ECLI:NL:RBROT:2013:BZ0457
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Uitleg en inhoud van een recht van overpad en erfdienstbaarheid tussen twee percelen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee partijen over het recht van overpad en de erfdienstbaarheid die is gevestigd tussen hun percelen. [Eiser] is eigenaar van een woon- en bedrijfspand en maakt gebruik van de oprit om zijn vrachtwagen/trekker naar het erf te rijden. [Gedaagden] heeft bezwaar tegen het gebruik van de oprit door [eiser] met een vrachtwagen, omdat dit volgens hen de vrije doorgang belemmert en hinder veroorzaakt. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de bepalingen in de notariële akte van levering die de erfdienstbaarheid vastlegden. De rechter oordeelt dat de erfdienstbaarheid het gebruik van de oprit door [eiser] met een vrachtwagen/trekker toestaat, mits dit op een wijze gebeurt die geen onnodige hinder oplevert voor [gedaagden]. De rechter wijst de vordering van [gedaagden] af om te verklaren dat met een vrachtwagen niet over de oprit mag worden gereden of geparkeerd, maar bevestigt dat [eiser] niet gerechtigd is om zijn vrachtwagen/trekker op de oprit te parkeren. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter L.J. van Die op 14 januari 2013.