ECLI:NL:RBROT:2013:BZ1109
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedures en de toepassing van forfaitaire vergoedingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de vergoeding van proceskosten in de bezwaarfase. Eiseres, Stichting Vierstroom, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (verweerder) dat haar een boete had opgelegd wegens overtreding van de Mededingingswet. Eiseres stelde dat verweerder ten onrechte geen vergoeding had gegeven voor de daadwerkelijk gemaakte proceskosten in de bezwaarfase, en dat er geen wettelijke grondslag was voor de forfaitaire vergoeding die was toegekend. De rechtbank overwoog dat eiseres in de bezwaarfase geen verzoek had gedaan om vergoeding van de daadwerkelijke kosten en dat verweerder niet had hoeven begrijpen dat er om meer werd verzocht dan de forfaitaire vergoeding. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van uitzonderlijke omstandigheden die een bovenforfaitaire vergoeding rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.
De rechtbank benadrukte dat in het bestuursrecht de vergoeding van proceskosten in beginsel forfaitair is, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht. Eiseres had weliswaar kosten gemaakt voor juridische bijstand en een economisch onderzoeksrapport, maar had deze kosten niet tijdig en expliciet verzocht in de bezwaarfase. De rechtbank oordeelde dat het bestuursorgaan er vanuit mocht gaan dat eiseres enkel aanspraak maakte op de forfaitaire vergoeding. De uitspraak van de rechtbank is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.