2.2. Aan deze vorderingen leggen Heenvliet c.s. de volgende stellingen ten grondslag - weergegeven voor zover relevant:
- BMH, [eiseres 2] en SCH zijn respectievelijk reder, tijdbevrachter en economisch eigenaar/vervoerder onder het hierna te noemen cognossement van het m.s. “Heenvliet”, dat op 28 juni 2012 is aangekomen in de Noord-Spaanse haven Bermeo om daar een lading in te gaan nemen van 2000/2200 mt glaspanelen op basis van een vervoerovereenkomst die is neergelegd in een ‘recap’ - een zgn. fixture recap - van 25/26 juni 2012 (prod. 1 van Heenvliet c.s.), welke overeenkomst is gesloten via makelaars tussen Guardian als afzender en [eiseres 2] als vervoerder;
- Na aankomst van de “Heenvliet” is de belading aangevangen op 29 juni 2012 en geëindigd op 4 juli 2012; de kapitein heeft op die datum een stuurmansreçu (mate’s receipt) afgegeven, dat door hem is getekend en waarop de stuwadoor heeft aangegeven de opmerkingen onder 1 en 4 niet te accepteren (prod. 3 van Heenvliet c.s.);
- Het schip is rond middernacht op dezelfde dag vertrokken naar de overeengekomen bestemmingshaven Taganrog in Rusland; kort na het vertrek is gebleken dat de lading niet deugdelijk was gestuwd en niet behoorlijk was verpakt, zodat vrijwel direct schade is ontstaan; het schip is uitgeweken naar El Ferrol in Spanje als noodhaven en vervolgens naar een geschiktere plaats gevaren om de lading alsnog deugdelijk te doen stuwen;
- De bovengenoemde ‘recap’ houdt, voor zover hier van belang, in dat de vrachtprijs is overeengekomen op basis “free in and out, lashed, secured and dunnaged”, wat inhoudt dat de belading en de lossing, evenzeer als het vastzetten van de lading, voor rekening en verantwoordelijkheid van de afzender zouden geschieden;
- In de ‘recap’ is vermeld, na een opsomming daarin van de essentialia van de overeenkomst: “conline b/n”, waarmee bedoeld moet zijn dat tussen partijen, naast daarin specifiek tot uitdrukking gebrachte voorwaarden, van toepassing zouden zijn de voorwaarden van de Conline booking note, zoals deze is opgesteld en gepubliceerd door BIMCO in 2000;
- Het cognossement is in verband met genoemde bijzondere omstandigheden pas op 20 juli 2012 afgegeven, zij het dat daarin vermeld is de dag waarop de lading aan boord was gebracht, 4 juli 2012, als gezegd; de in de dagvaarding genoemde opmerkingen uit genoemd stuurmansreçu zijn in het cognossement overgenomen en voorts is daarin vermeld: “ALL CARGO LOADED/DISCHARGED ON FIOS LSD TERMS (SEE RECAP DATED 25.06.2012”;
- De Conline booking note houdt onder andere de volgende clausule in:
“4. Law and jurisdiction. Disputes arising out of or in connection with this bill of lading shall be exclusively determined by the courts and in accordance with the law of the place where the carrier has his principal place of business, as stated on page 1, except as provided elsewhere herein”
de woorden “this bill of lading” zijn in zoverre begrijpelijk, dat de opzet van de Conline booking note is dat daarin de cognossementsvoorwaarden al zijn opgenomen;
- Wanneer partijen bij het sluiten van de vervoerovereenkomst naast een aantal specifieke elementen uitdrukkelijk verwijzen naar de Conline booking note, moeten zij geacht worden in ieder geval in die overeenkomst de genoemde jurisdictieclausule te hebben willen incorporeren; dat voor de booking note geen apart formulier is ingevuld, doet daaraan niets af;
- De vestigingsplaats, Rhoon, van zowel BMH als [eiseres 2] als SCH is bij Guardian bekend en is ook in het cognossement vermeld als “principal place of business” van SCH; hieruit volgt dat tussen partijen toepasselijkheid van Nederlands recht is overeengekomen;
- Naar dit toepasselijke Nederlandse recht is de afzender verplicht de vervoerder omtrent de te vervoeren zaken en de behandeling daarvan alle opgaven te doen waarvan hij weet dat zij voor de vervoerder van belang zijn; daarnaast is de afzender verplicht de vervoerder de schade te vergoeden die de vervoerde zaken aan de vervoerder berokkenen; schending van deze verplichtingen levert een tekortkoming op die tot aansprakelijkheid van de afzender jegens de vervoerder leidt; daarnaast is de afzender jegens de eigenaar van het schip verplicht zich zorgvuldig te gedragen en aan zijn betalingsverplichtingen onder de vervoerovereenkomst te voldoen;
- De lading glazen platen is te zien als een bijzondere lading waaraan de afzender bijzondere aandacht behoort te besteden; de platen waren niet voorzien van de juiste verpakking om een reis van Spanje naar Rusland met een schip als de “Heenvliet” te doorstaan, althans niet bij een wijze van stuwage als in dit geval door de afzender was geregeld, verzorgd en betaald;
- Guardian is dan ook aansprakelijk voor de schade die Heenvliet c.s. hebben geleden (voorlopig € 220.706,55) en nog zullen lijden als gevolg van het voorval dat heeft geleid tot het aandoen van El Ferrol als noodhaven;
- De rechtbank is bevoegd op grond van de jurisdictieclausule in de Conline booking note en het daarmee (met inachtneming van de ‘recap’) gelijkluidende cognossement in het licht van artikel 23 van de zgn. EEX-Verordening; voor zover bij het sluiten van de overeenkomst [eiseres 2] geacht moet worden te hebben gehandeld namens BMH, is deze laatste partij bij de overeenkomst en dus ook gerechtigd op de jurisdictieclausule een beroep te doen, terwijl Guardian ook jegens SCH als vervoerder onder cognossement aan deze clausule gebonden is.