ECLI:NL:RBROT:2013:BZ4891
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Halk
- A. Rentema
- J. Eerdhuijzen
- Rechtspraak.nl
De mogelijkheid van vestiging van een pandrecht op een assurantieportefeuille en de juridische status daarvan
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, staat de vraag centraal of het mogelijk is om een pandrecht op een assurantieportefeuille te vestigen. Eiseres, [Y] HOLDING B.V., stelt dat zij een rechtsgeldig pandrecht heeft verkregen op een assurantieportefeuille ter zekerheid van een schuld uit een geldleningsovereenkomst. Gedaagde, de curator van diverse vennootschappen die een assurantiekantoor dreven, betwist deze stelling en stelt dat een assurantieportefeuille geen vermogensrecht is in de zin van artikel 3:6 BW. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder dagvaardingen en een tussenvonnis, en heeft op 1 oktober 2008 een geldleningsovereenkomst tussen eiseres en V.O.F. [X] Advies vastgesteld, waarbij een pandrecht op de assurantieportefeuille werd overeengekomen.
De rechtbank overweegt dat de juridische status van een assurantieportefeuille als vermogensrecht ter discussie staat. De rechtbank is voornemens om deze rechtsvraag ambtshalve aan de Hoge Raad voor te leggen voor een prejudiciële beslissing. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit voornemen en de inhoud van de aan de Hoge Raad te stellen vraag. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de zaak naar de rol van 27 maart 2013 wordt verwezen, waarbij partijen zich bij akte kunnen uitlaten over het voornemen van de rechtbank en de te stellen vraag aan de Hoge Raad. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot dat moment.