ECLI:NL:RBROT:2013:BZ4891

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
98877 / HA ZA 12-2163
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • E. Halk
  • A. Rentema
  • J. Eerdhuijzen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De mogelijkheid van vestiging van een pandrecht op een assurantieportefeuille en de juridische status daarvan

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, staat de vraag centraal of het mogelijk is om een pandrecht op een assurantieportefeuille te vestigen. Eiseres, [Y] HOLDING B.V., stelt dat zij een rechtsgeldig pandrecht heeft verkregen op een assurantieportefeuille ter zekerheid van een schuld uit een geldleningsovereenkomst. Gedaagde, de curator van diverse vennootschappen die een assurantiekantoor dreven, betwist deze stelling en stelt dat een assurantieportefeuille geen vermogensrecht is in de zin van artikel 3:6 BW. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder dagvaardingen en een tussenvonnis, en heeft op 1 oktober 2008 een geldleningsovereenkomst tussen eiseres en V.O.F. [X] Advies vastgesteld, waarbij een pandrecht op de assurantieportefeuille werd overeengekomen.

De rechtbank overweegt dat de juridische status van een assurantieportefeuille als vermogensrecht ter discussie staat. De rechtbank is voornemens om deze rechtsvraag ambtshalve aan de Hoge Raad voor te leggen voor een prejudiciële beslissing. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit voornemen en de inhoud van de aan de Hoge Raad te stellen vraag. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de zaak naar de rol van 27 maart 2013 wordt verwezen, waarbij partijen zich bij akte kunnen uitlaten over het voornemen van de rechtbank en de te stellen vraag aan de Hoge Raad. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot dat moment.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel
zaaknummer: 98877 / HA ZA 12-2163
Vonnis van 13 maart 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Y] HOLDING B.V.,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
eiseres,
advocaat mr. J.W. Dengerink,
tegen
1. Mr. Eduard Robert BUTIN BIK q.q., in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van:
Holding [X] Advies B.V., [X] Advies Personeel B.V., [X] Online B.V., [X] Volmachtbedrijf B.V., [X] Schadeverzekeringen B.V., [X] Advieskosten B.V., [X] Levensverzekeringen B.V. en [X] Administraties B.V.
kantoorhoudende te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. M.M.E. Bowmer.
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Z] Assurantiën ’s-Gravenhage B.V.
gevestigd te ’s-Gravenhage,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hieronder aangeduid als [Eiseres], de curator en [gedaagde 2]
1. Het procesverloop
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
de dagvaardingen van 14 en 19 juni 2012,
de conclusie van antwoord,
het tussenvonnis van 17 oktober 2012,
het proces-verbaal van comparitie van 31 oktober 2012.
Tegen [gedaagde 2] is verstek verleend.
2. De vaststaande feiten
2.1. Op 1 oktober 2008 heeft [Eiseres] alle aandelen in [gedaagde 2] verkocht aan de vennootschap onder firma V.O.F. [X] Advies.
2.2. Op 1 oktober 2008 hebben [Eiseres] en V.O.F. [X] Advies alsmede haar vennoten een geldleningsovereenkomst gesloten ter financiering van de koopprijs (ruim twee miljoen euro) van de aandelen. V.O.F. [X] Advies en haar vennoten hebben zich verbonden tot het terugbetalen van het geleende bedrag in termijnen. Tot zekerheid van de nakoming door V.O.F. [X] Advies en haar vennoten is in de notariële akte van geldlening, voor zover thans van belang, het volgende bepaald:
I Geldlening
(…)
5. In afwijking van het hiervoor bepaalde is de hoofdsom, of het restant daarvan met rente daarvan met rente en kosten terstond en zonder enige waarschuwing opeisbaar
d. bij vervreemding, onder welke titel dan ook, van de hierna in deze akte nader te omschrijven assurantieportefeuille en de rechten daarop.
II Verpanding assurantieportefeuille
1. De comparanten (…) zijn overeengekomen dat, tot meerdere zekerheid van de door schuldenaar (lees: V.O.F. [X] Advies en haar vennoten) (…) verschuldigde hoofdsom (… ) ten behoeve van (…) (lees: [Eiseres]) (…) hierna (…) pandhouder, een pandrecht zal worden gevestigd op de hierna omschreven assurantieportefeuille.
2. Ter uitvoering van het vorenstaande verklaart comparant sub 2 (lees: de heer M. [X] sr), handelende voor en aldus namens (…) (lees: [gedaagde 2]) (…) hierna ook te noemen pandgever, in pand te geven aan (…) (lees [Eiseres]) - pandhouder voornoemd - voor welke vennootschap de comparant sub 1 (lees: de heer [betrokkene 1]) verklaart in pand aan te nemen:
de zich in (…) (lees: [gedaagde 2]) bevindende assurantieportefeuille, welke nader is gespecificeerd op de aan deze akte gehechte Bijlage aan het portefeuille overzicht, hierna ook te noemen: de assurantieportefeuille.
Onder de assurantieportefeuille wordt verstaan: alle portefeuillerechten bestaande uit de rechten op provisie-, volmacht-, en de eventuele extra- en/of bonuspremie en het recht op beheer - waaronder het recht op premie-incasso –
3. a. In afwijking van het hiervoor (…) onder 5.d. bepaalde is het pandgever casu quo schuldenaar toegestaan om de assurantieportefeuille belast met het voormelde pandrecht over te dragen, mits dit plaatsvindt binnen de onderneming van pandgever (…) (lees: [gedaagde 2]) (…) of schuldenaar (V.O.F. [X] Advies) of met schuldenaar in een groep verbonden onderneming of rechtspersoon en mist daarbij een afzonderlijke registratie bij de verzekeringsmaatschappijen gehandhaafd blijft.
b. Om de assurantieportefeuille gescheiden te houden, zal gedurende het bestaan
van voormeld pandrecht bij de betreffende verzekeraars een afzonderlijk
agentschap in stand worden gehouden.(…)
2.3. De activa en passiva van V.O.F. [X] Advies zijn na het sluiten van de hiervoor genoemde overeenkomsten ondergebracht in diverse besloten vennootschappen van de zgn. [X] Groep.
2.4. V.O.F. [X] Advies (en/of haar rechtsopvolger) heeft een deel van het geleende bedrag aan [Eiseres] terugbetaald.
2.5. In de boedel van [X] Schadeverzekeringen B.V., die op 26 juli 2011 is failliet verklaard, zitten (slechts) de aandelen in [gedaagde 2], welke besloten vennootschap niet failliet is verklaard. M. [X] sr. is bestuurder van [gedaagde 2]
3. De vordering en het verweer
De vordering
3.1. [Eiseres] vordert, na vermindering van eis, dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. een verklaring voor recht dat het vestigen van het pandrecht op verzekeringsportefeuilles rechtens mogelijk is en meer in het bijzonder dat ten behoeve van [Eiseres] tot meerdere zekerheid van de betaling van de schuld uit de overeenkomst van geldlening van de rechtsvoorganger van [X] Advies B.V. rechtsgeldig gevestigde pandrechten op alle portefeuilles die op 1 oktober 2008 toebehoren/behoorden aan [gedaagde 2] rechtsgeldig zijn
b. met veroordeling van de curator als medebelanghebbende bij de beantwoording van de rechtsvraag te veroordelen in de kosten van de procedure, zowel ingeval van toe- als afwijking van de vordering zoals beschreven onder a.
3.2. Aan haar vordering legt [Eiseres] het volgende ten grondslag.
Een verzekeringsportefeuille is een vermogensbestanddeel en derhalve voor verpanding vatbaar. Vermogen is - in juridische zin - een in geld waardeerbare recht. Een verzekeringsportefeuille is overdraagbaar en op geld waardeerbaar, omdat deze uitgebaat kan worden. Sinds jaar en dag worden verzekeringsportefeuilles verhandeld, dus naar verkeersopvattingen is sprake van verhandelbare goederen. Bovendien is van belang dat partijen hebben beoogd de portefeuille te verpanden
Het verweer
3.3. De conclusie van de curator strekt tot afwijzing van de vordering, met uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling van [Eiseres] in de kosten van het geding.
Hij betwist dat een verzekeringsportefeuille verpand kan worden.
Hij voert het volgende aan als verweer:
1. [X] Schadeverzekeringen B.V. is als aandeelhouder van [gedaagde 2] hooguit bevoegd om naast [gedaagde 2] medewerking te verlenen aan uitoefening van de gepretendeerde pandrechten. Ten aanzien van de andere gedaagden is [Eiseres] niet-ontvankelijk.
Ingeval er wel sprake zou kunnen zijn van een pandrecht, voert de curator nog het volgende verweer aan.
2. [gedaagde 2] heeft tot zekerheid van de betaling van de koopprijs door V.O.F. [X] Advies voor haar ([Z]s) aandelen, haar eigen verzekeringsportefeuille aan [Eiseres] verpand. Dat is in strijd met art 2:207c BW en leidt tot nietigheid.
3. Voor verpanding dient de verzekeraar toestemming te verlenen en niet blijkt dat daarvan in dit geval sprake was.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Het geschil betreft in de kern genomen de vraag of het mogelijk is om een pandrecht op een assurantieportefeuille te vestigen. Ofwel, de beantwoording van de (voor)vraag of een assurantieportefeuille een vermogensrecht is in de zin van artikel 3:6 BW.
4.2. De rechtbank is voornemens om de onder 4.1. geformuleerde rechtsvraag ambtshalve aan de Hoge Raad stellen ter beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing.
4.3. Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten over dit voornemen, alsmede over de inhoud van de aan de Hoge Raad te stellen vraag.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1. verwijst de zaak naar de rol van 27 maart 2013 om partijen zich bij akte te laten uitlaten over het voornemen van de rechtbank en over de inhoud van de aan de Hoge Raad te stellen vraag,
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. Halk, Rentema en Eerdhuijzen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 maart 2013.