ECLI:NL:RBROT:2013:BZ5157
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale handelskoop gedroogde appelringen en bevoegdheidsincident met arbitraal beding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een internationaal handelsgeschil betreffende de verkoop van gedroogde appelringen. De eiseressen, waaronder een Duitse vennootschap, hebben de gedaagde, eveneens een onderneming, aangeklaagd voor schadevergoeding wegens gebrekkige levering van appelringen. De eiseressen vorderen een schadevergoeding van in totaal € 357.440,65, waarvan € 107.440,65 door de verzekeraar HDI is vergoed. De gedaagde heeft zich verweerd door te stellen dat de rechtbank onbevoegd is, omdat er een arbitraal beding zou zijn overeengekomen dat de geschillen aan een arbiter in Nederland moet voorleggen.
De rechtbank heeft de procedure in twee delen behandeld: de hoofdzaak en het incident. In het incident heeft de gedaagde een beroep gedaan op het arbitraal beding, dat volgens haar in de algemene voorwaarden van toepassing is. De eiseressen hebben betwist dat er een geldig arbitraal beding is overeengekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de CISG van toepassing is op de koopovereenkomst, omdat beide partijen in verschillende landen zijn gevestigd die partij zijn bij dit verdrag. De rechtbank heeft vervolgens de geldigheid van het arbitraal beding onderzocht en geconcludeerd dat de gedaagde voldoende heeft aangetoond dat er een bestendige relatie was tussen partijen, waarin de NZV-condities, inclusief het arbitraal beding, van toepassing waren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vorderingen van de eiseressen in de hoofdzaak, omdat het arbitraal beding van toepassing is. De eiseressen zijn veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 4.073,00. Dit vonnis is op 20 maart 2013 uitgesproken door mr. P.C. Santema.