ECLI:NL:RBROT:2013:BZ6002
Rechtbank Rotterdam
- Raadkamer
- mr. Beudeker
- mrs. Bade
- De Jong
- Rechtspraak.nl
Verzoekschrift ex artikel 591a Sv inzake vergoeding van kosten voor rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2013 uitspraak gedaan op een verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van de verzoekster, die in een strafzaak was vrijgesproken. De verzoekster had verzocht om vergoeding van kosten voor rechtsbijstand en reiskosten, die zij had gemaakt in verband met de strafzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster een betalingsverplichting had aan haar advocaat, wat betekent dat de kosten voor rechtsbijstand daadwerkelijk ten laste van haar zijn gekomen, ondanks het feit dat zij de factuur nog niet had voldaan. De rechtbank verwierp het standpunt van het Openbaar Ministerie dat de verzoekster niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het verzoek tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid waren om de kosten voor rechtsbijstand en reiskosten te vergoeden. Uiteindelijk werd aan de verzoekster een totale vergoeding van € 2.674,55 toegekend, bestaande uit € 2.129,15 voor rechtsbijstand, € 5,40 voor reiskosten en € 540 voor de kosten van het indienen en behandelen van het verzoekschrift. De rechtbank verklaarde de verzoekster ontvankelijk in haar verzoek en wees het verzoek toe.