ECLI:NL:RBROT:2013:BZ6034
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na verkeersongeval met verjaringseffecten
In deze zaak vordert eiseres, wonende te Curaçao, schadevergoeding van gedaagde, wonende te Vlaardingen, naar aanleiding van een verkeersongeval dat op 9 oktober 1997 plaatsvond. Eiseres stelt dat zij als gevolg van dit ongeval blijvend letsel heeft opgelopen in de vorm van een postwhiplashtrauma. De aansprakelijkheid voor het ongeval is erkend door de WAM-verzekeraar van gedaagde, London Verzekeringen NV. Eiseres heeft in de loop der jaren voorschotten ontvangen, maar de onderhandelingen over de schadevergoeding zijn in 2004 beëindigd. Eiseres heeft in 2007 en 2009 brieven gestuurd om de verjaring van haar vordering te stuiten, maar gedaagde betwist dat deze brieven tijdig zijn ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verjaringstermijn van de vordering jegens London is verstreken, maar dat eiseres stelt dat de verjaringstermijn jegens gedaagde is gestuit door de onderhandelingen met London en de brieven die zij heeft verzonden. De rechtbank oordeelt dat de brief van december 2007 niet als stuitingshandeling kan worden aangemerkt, omdat deze primair gericht was aan London en niet aan gedaagde. De rechtbank concludeert dat de vordering jegens gedaagde is verjaard, tenzij eiseres kan bewijzen dat de brief van 16 april 2009 tijdig is ontvangen door gedaagde. De rechtbank heeft eiseres toegelaten tot het bewijs van deze stelling en zal, afhankelijk van de uitkomst, de verdere procedure bepalen.