ECLI:NL:RBROT:2013:BZ9670
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van overeenkomst wegens onvoorziene omstandigheden ex artikel 6:258 BW
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank Rotterdam, heeft Wigoma B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een café exploiteert. De kern van het geschil betreft de wijziging van een overeenkomst die partijen op 15 januari 2001 hebben gesloten met betrekking tot de exploitatie van speelautomaten. Tot 1 juli 2008 genoten beide partijen ieder 50% van de opbrengst van de speelautomaten en droegen zij ieder 19% btw af aan de Belastingdienst. Echter, na de wetswijziging per 1 juli 2008, waarbij de btw-heffing werd vervangen door kansspelbelasting, vorderde Wigoma dat de gedaagde ook bij zou dragen aan de kansspelbelasting. Wigoma stelde dat de wijziging in de belastingwetgeving een onvoorziene omstandigheid was in de zin van artikel 6:258 BW, waardoor de overeenkomst diende te worden aangepast.
De rechtbank oordeelde dat de partijen het erover eens waren dat de netto-opbrengst van de speelautomaten gelijkelijk tussen hen verdeeld zou worden. De rechtbank wees het standpunt van de gedaagde af dat zij geen bijdrage aan de kansspelbelasting zou hoeven leveren, omdat dit in strijd was met de oorspronkelijke bedoeling van de overeenkomst. De rechtbank concludeerde dat de wetswijziging niet alleen de belastingheffing wijzigde, maar ook de verdeling van de opbrengsten tussen partijen beïnvloedde. De gedaagde werd veroordeeld om bij te dragen aan de kansspelbelasting en om een bedrag van € 69.891,37 aan Wigoma te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Wigoma.
Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken in overeenkomsten, vooral met betrekking tot belastingheffing, en de gevolgen van onvoorziene omstandigheden voor bestaande contractuele verplichtingen.