Rechtbank Rotterdam
Parketnummer: 10/680276-13
Datum uitspraak: 10 december 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres:
[adres en woonplaats]
raadsman mr. Y. Taghi, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 19 september 2013, 5 december 2013, 25 juli 2014 en 26 november 2014.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. T.H. Slieker heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1. tot en met 7. ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest;
- hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN AMRO) ter hoogte van een bedrag van € 5.542,35;
- hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij G4S Cash Solutions ter hoogte van € 50.903,25;
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1. tot en met 7. ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op
of omstreeks17 mei 2013 te Rijen, gemeente Gilze en Rijen, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit
(een
)muntenautoma
(a
)t
(en)heeft weggenomen een geldbedrag (
ongeveer6.359,20 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan ABN AMRO Bank, in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
2.
hij op
of omstreeks13 mei 2013 te Harderwijk tezamen en in vereniging met
een
ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit
(een)muntenautoma
(a)t
(en
)heeft weggenomen een geldbedrag (
ongeveer6.566,55 euro), in elk geval enig goed,
geheel of ten deletoebehorende
aan ABN AMRO Bank,
in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben
verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
3.
hij op
of omstreeks27 mei 2013 te Oosterhout ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit
(een
)muntenautoma
(a
)t
(en)in een bank weg te nemen geld,
geheel of ten dele toebehorende aan ABN AMRO Bank, in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)en zich daarbij de toegang tot die muntenautoma
(a
)t
(en)in die bank te verschaffen en
/of die/dat weg te nemen geld onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader
(s
), althans alleen met voornoemd oogmerk, -
(met een breekijzer
)een deur heeft/hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op
of omstreeks15 mei 2013 te Meppel ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit
(een
)muntenautoma
(a
)t
(en)in een bank weg te nemen geld,
geheel of ten deletoebehorende
aan ABN AMRO Bank, in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)en zich daarbij de toegang tot die muntenautoma
(a
)t
(en)in die bank te verschaffen en
/of die/dat weg te nemen geld onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen met voornoemd oogmerk, -
(met een breekijzer
)een raam heeft/hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 26 april 2013 tot en met 29 april 2013 te Tilburg, tezamen in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit
(een
)muntenautoma
(a
)t
(en)heeft weggenomen een geldbedrag (
ongeveer11.375 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan ABN AMRO Bank, in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
6.
hij op
of omstreeks3 mei 2013 te Waalwijk, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit
(een
)muntenautoma
(a
)t
(en)heeft weggenomen een geldbedrag (
ongeveer12.073,40 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan ABN AMRO Bank, in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), waarbij verdachte en
/of
zijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben
verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
7.
hij op
of omstreeks8 mei 2013 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit
(een
)muntenautoma
(a)t
(en
)heeft weggenomen een geldbedrag (
ongeveer14.532,50 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan ABN AMRO Bank, in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
),waarbij verdachte en
/of
zijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben
verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen en de voor de bewezenverklaring redengevende inhoud daarvan zijn weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bijlage II. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
NADERE BEWIJSOVERWEGINGEN
De rechtbank stelt vast dat bovenstaande feiten zich allen kenmerken door het gebruik van dezelfde modus operandi.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich gericht op filialen van de ABN AMRO met muntrolautomaten. Voorafgaand aan de inbraken hebben verdachte en zijn medeverdachten voorverkenningen uitgevoerd bij meerdere bankfilialen van de ABN AMRO, verspreid over een groot gebied. Alle bezochte bankfilialen bleken te beschikken over muntrolautomaten. Bij de voorverkenningen en de inbraken werd telkens gebruik gemaakt van één dan wel twee auto’s. Tijdens de inbraken zijn verdachte en zijn medeverdachten zeer gericht te werk gegaan. Hun aandacht is uitsluitend uitgegaan naar de inhoud van de aanwezige muntrolautomaten. Andere goederen in de bankfilialen hebben zij ongemoeid gelaten. Volgens de verklaring van een medewerker bij de afdeling Security & Intelligence Management van de ABN AMRO is een dergelijke inbraak gericht op verbreking van de muntrolautomaten voor de inbraak in het filiaal in Tilburg eind april 2013 niet eerder voorgekomen en is het na 17 mei 2013 ook niet meer voorgekomen. Verdachte en zijn medeverdachten hebben bij de inbraken een manier van inbreken gehanteerd waardoor in de meeste gevallen het alarm niet is afgegaan op het moment dat zij de inbraak pleegden. Uit de stills van de camerabeelden blijkt dat dit in ieder geval omvat ‘tijgeren over de vloer’. Voor het vervoeren van het geld uit de muntrolautomaten werd gebruik gemaakt van trolleytassen, die verdachte en/of zijn mededaders al tijgerend voor zich uit schoven over de vloer van het bankfiliaal. Dergelijke trolleytassen zijn door verbalisanten tevens aangetroffen bij de ABN AMRO in Meppel en in de woningen waar medeverdachten van verdachte hun verblijfplaats hadden. Verdachte en zijn medeverdachten droegen voorts tijdens de inbraken bivakmutsen en handschoenen. Tenslotte blijkt uit de camerabeelden en werktuigspooronderzoeken dat verdachte en zijn medeverdachten bij de inbraken zowel voor wat betreft het zich toegang verschaffen tot de ABN AMRO filialen als het openen van de muntrolautomaten gebruik hebben gemaakt van breekijzers.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben in de tenlastegelegde periode gebruik gemaakt van verschillende voertuigen. Zij maakten met name gebruik van een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 1] (op naam van de moeder van verdachte) en een Skoda Fabia met kenteken [kenteken 2] (op naam van de moeder van medeverdachte [medeverdachte 1]). Daarnaast hebben zij onder meer gebruik gemaakt van een Ford Fiesta met kenteken [kenteken 3]. Vanaf 11 mei 2013 was op de Skoda Fabia een peilbaken geplaatst en vanaf 27 mei 2013 op de Volkswagen Polo. Naast deze peilbakengegevens is in het onderhavige onderzoek gebruik gemaakt van door het bedrijf ARS verstrekte gegevens van kentekenregistraties. Ook is de Skoda Fabia verschillende keren geobserveerd.
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte niet stond ingeschreven op het adres aan het [adres 1] te Tilburg en daar dus ook niet woonde. Verdachte woonde aan de [adres 2] te Tilburg. Het huis was weliswaar leeg, maar hij verbleef daardoor soms bij zijn moeder aan het [adres 1], maar vaker bij zijn vriendin, aldus de verdediging.
De rechtbank overweegt in dit kader dat verbalisanten onderzoek hebben gedaan naar het verblijfadres van verdachte en dat zij hebben geconstateerd dat de woning aan de [adres 2] te Tilburg leeg stond, hetgeen ook overigens wordt erkend door de verdediging. Nu de verdediging haar stelling dat verdachte vaker bij zijn vriendin verbleef dan bij zijn moeder niet met concrete gegevens heeft onderbouwd en uit de gegevens van het peilbaken van de Skoda Fabia en de Volkswagen Polo het tegendeel volgt, komt het de rechtbank ongeloofwaardig voor dat verdachte in de periode dat de ten laste gelegde feiten zijn gepleegd, verbleef bij zijn vriendin. Verdachte is immers meerdere malen gezien op camerabeelden van tankstations, dan wel bij aanhoudingen, nadat daarvoor met de desbetreffende voertuigen is gestopt bij het [adres 1] te Tilburg. Het verweer van de verdediging wordt dan ook verworpen.
Op 16 mei 2013 tussen 21:48 uur en 22:17 uur worden bij meerdere tankstations de Skoda Fabia met verdachte en [medeverdachte 1] als inzittenden en de Volkswagen Polo met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als inzittenden gezien. Uit de peilbakengegevens van de Skoda Fabia blijkt dat in de avond van 16 mei 2013 en de nacht van 17 mei 2013 met de auto naar meerdere bankfilialen van de ABN AMRO in verschillende plaatsen is gereden, waarna vervolgens tussen 03:06 uur en 04:12 uur de auto in Rijen geparkeerd stond. Tussen 22:41 uur en 22:51 uur zijn er diverse korte stops gemaakt bij een ABN AMRO filiaal in Geldrop, tussen 23:10 uur en 23:17 uur bij een ABN AMRO filiaal te Valkenswaard, tussen 23:37 uur en 23:43 uur bij een ABN AMRO filiaal te Weert, tussen 00:19 uur en 00:20 uur bij een zijstraat nabij een ABN Amro filiaal te Venlo en tussen 02:35 uur en 02:43 uur bij een ABN AMRO filiaal in Oosterhout. Uit de ontvangen ARS gegevens is gebleken dat de Skoda Fabia en de Volkswagen Polo de gehele avond en nacht kort achter elkaar dezelfde ARS camera’s op die route zijn gepasseerd.
Uit het voorgaande volgt dat de beide auto’s tussen het stoppen bij het tankstation en het moment van de inbraak te Rijen een route hebben afgelegd langs verschillende ABN AMRO filialen. Het betoog van de verdediging dat nergens uit blijkt dat verdachte zich op dat moment in de Skoda Fabia bevond, wordt niet gevolgd. Dat dit het geval was blijkt immers uit de beschrijving van de camerabeelden van het Shell station van die avond, zoals zich dat in het dossier bevindt. Op die beelden wordt gezien dat verdachte op 16 mei 2013 te 22:16 uur instapt als bijrijder van de Skoda en dat de Skoda vervolgens wegrijdt.
Nadat blijkens de peilbakengegevens de Skoda Fabia tussen 03:06 en 04:12 uur stil heeft gestaan op de Pastoor Gillisstraat te Rijen, is de Skoda terug naar Tilburg gereden. Hierbij is eerst een stop gemaakt bij de verblijfplaats van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] en vervolgens is gereden door de Keldermansstraat te Tilburg, nabij de verblijfplaats van [medeverdachte 2]. Tenslotte is gestopt bij de verblijfplaats van [medeverdachte 1].
Op grond van het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien met de overige gebezigde bewijsmiddelen is de rechtbank dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde feit.
Uit de ARS-gegevens blijkt dat de Ford Fiesta tezamen met de Volkswagen Polo nabij Rosmalen op 15 mei 2013 om 01:30 uur is gesignaleerd richting Meppel. Daarbij komt dat verdachte met [medeverdachte 1] in de Ford Fiesta in diezelfde nacht om 04:35 uur is aangehouden op de A40 in de richting van ´s-Hertogenbosch, zonder dat zij voor hun aanwezigheid aldaar naar het oordeel van de rechtbank een logische verklaring hebben kunnen geven. De tijdschema´s van de ARS-gegevens met betrekking tot de Ford Fiesta en de Volkswagen Polo en het tijdstip van de aanhouding van verdachte en [medeverdachte 1] in de Ford Fiesta past bij de tijd die de camera van het ABN AMRO filiaal te Meppel heeft geregistreerd ten aanzien van de inbraak.
Voorts zijn bij de doorzoeking van de woningen waar [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en verdachte verbleven hetzelfde model en merk tassen aangetroffen als de tas die is achtergelaten bij de (poging) inbraak te Meppel.
Op deze tas is een volledig DNA-profiel van verdachte aangetroffen. In dat kader heeft de verdediging aangevoerd dat het ook mogelijk is dat de tas van de medeverdachte [medeverdachte 3] is, nu er tevens een DNA-mengprofiel van [medeverdachte 3] op die tas is aangetroffen, dat de tas in de woning van de medeverdachte aan het [adres 1] te Tilburg heeft gelegen en dat verdachte op dat adres met die tas in aanraking is gekomen, waardoor zijn DNA op die tas terecht is gekomen.
De rechtbank overweegt dat het door de verdediging opgeworpen scenario een mogelijk scenario is, maar dat dit scenario niet wordt bevestigd of ondersteund door enige vorm van bewijs of bevestigend forensisch onderzoek en ook anderszins niet aannemelijk is geworden. Gelet op het late stadium waarin de verdediging met een verklaring is gekomen en het feit dat deze verklaring op geen enkele wijze wordt ondersteund, verwerpt de rechtbank dit verweer dan ook.
Op grond van voornoemde omstandigheden kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte betrokken is geweest bij de (poging) inbraak te Meppel.
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien met de overige gebezigde bewijsmiddelen is de rechtbank dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 ten laste gelegde feit.
Schakelbewijs en modus operandi
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (11 januari 2000, NJ 2000, 194) is het gebruik van aan andere bewezen verklaarde, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend schakelbewijs toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal van dat andere feit dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van de te bewijzen feiten en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden zijnde bewijsmiddelen.
De rechtbank overweegt dat voor wat betreft de feiten 2, 3 en 5 tot en met 7 steeds sprake is van dezelfde modus operandi als bij de feiten 1 en 4, zoals deze hierboven is uiteengezet.
Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 5 tot en met 7 overweegt de rechtbank dat de tijdschema’s van het peilbaken op de Skoda Fabia en voor wat betreft feit 3 het tijdschema van het peilbaken op de Volkswagen Polo en de ARS-gegevens sluiten in alle tenlastegelegde zaken naadloos aan op de tijdstippen waarop die (pogingen tot) inbraken zijn geregistreerd volgens de in die filialen aanwezige beveiligingscamera’s. Naast het feit dat voornoemde auto’s bij de inbraken betrokken zijn, kan verdachte met drie medeverdachten gekoppeld worden aan het gebruik van die auto’s. Zo valt op dat blijkens de peilbakengegevens zowel op de heen- als de terugweg van de inbraken het verblijfadres van verdachte wordt aangedaan. Voorts is verdachte op 7 mei 2013 bij een controle door de politie in Gorinchem aangehouden, terwijl hij in de Skoda Fabia zat samen met medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]. Ten tijde van deze controle hadden twee medeverdachten een bivakmuts in hun kleding verstopt en lagen er in de auto een tweetal handschoentjes en lege boodschappentrolleys. Daarnaast is verdachte op de eerder genoemde camerabeelden op 16 mei 2013 als bijrijder van de Skoda Fabia herkend. Tevens acht de rechtbank van belang dat verdachte, weliswaar in een andere auto, namelijk een Volkswagen Golf, maar wel in gezelschap van zijn drie medeverdachten op 28 mei 2013 in de nabijheid van een ABN AMRO in Harderwijk is gecontroleerd. Ten tijde van deze controle is in de auto een handgeschreven briefje gevonden met adressen van ABN AMRO filialen, hetgeen sterk doet vermoeden dat dit is gebruikt bij voorverkenningen. Voorts is er in de auto van de zus van [medeverdachte 2] een TomTom navigatiesysteem in beslag genomen, die blijkens het sms-bericht van verdachte aan [medeverdachte 1] ook gebruikt werd door verdachte en zijn mededaders. In het navigatiesysteem zijn vijf adressen van ABN AMRO filialen gevonden die meerdere malen zijn ingevoerd, waaruit de rechtbank afleidt dat de TomTom eveneens is gebruikt voor voorverkenningen. Uit het peilbaken van de Skoda Fabia en de ARS-gegevens volgt dat verdachte met zijn mededaders voorafgaand aan de inbraak bij het ABN Amro filiaal te Rijen op 17 mei 2013 ook verschillende bankfilialen hebben bezocht.
Daarnaast zijn er door [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en de moeder van [medeverdachte 3] en verdachte grote bedragen aan muntgeld gestort en zijn er bij huiszoekingen bij [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en verdachte inbrekerswerktuigen aangetroffen. In de woning waar verdachte en [medeverdachte 3] verbleven zijn tevens diverse muntrollen met het logo G4S aangetroffen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt een gang van zaken, waaronder begrepen de context waarbinnen en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, die op essentiële punten overeenkomt met de redengevende feiten en omstandigheden van de bewezen verklaarde feiten 1 en 4. De in de bewijsmiddelenbijlage opgenomen bewijsmiddelen ten aanzien van deze feiten zullen als schakelbewijs tot het bewijs van de overige tenlastegelegde feiten bijdragen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat in onderling verband en samenhang bezien met de overige gebezigde bewijsmiddelen dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2, 3 en 5 tot en met 7 ten laste gelegde feiten.
De bewezen feiten leveren op: