Wel treft doel het argument van Deloitte c.s. dat er na het sluiten van een nieuwe huurovereenkomst in 2013 geen voldoende causaal verband meer is tussen de door [eiser] betaalde huur en de fouten van Deloitte c.s.
Deloitte voert aan dat toen [betrokkene3], enig aandeelhouder van [eiser], samen met drie anderen de aandelen in Beheer verwierf, door partijen een nieuwe huurovereenkomst werd gesloten op een moment dat zeker gelet op de marktsituatie het bedingen van nieuwe voorwaarden mogelijk was, temeer nu de aandelen van huurder en verhuurder nu (deels) in dezelfde handen kwamen.
Namens [eiser] is in reactie hierop bij comparitie aangevoerd dat na uitgebreid marktonderzoek is gebleken dat haar huidige vestigingsplaats de enige reële optie is, en dat haar moedermaatschappij [betrokkene3] dus niet zonder reden koos voor het overnemen van de aandelen in Beheer. Toen bancaire financiering niet lukte, vond zij drie andere investeerders. Deze eisten een jaarlijkse huuropbrengst van ten minste € 110.000,--, welke eis ook werd ingegeven door de koopprijs van de aandelen, die weer was gerelateerd aan de tussen [eiser] en Beheer destijds geldende huurprijs van € 140.000,00 per jaar. Tegenover de huurverlaging stond het verlies van de eenzijdige opzegmogelijkheid en een vaste huurtermijn van 30 jaar, en een triple netto constructie op grond waarvan [eiser] als huurder de onderhouds- en overige kosten moet dragen. De huurprijsverlaging is dus duur betaald, aldus [eiser].
Ter comparitie heeft de heer J.W. [betrokkene3], directeur en grootaandeelhouder van [betrokkene3] die de aandelen in [eiser] houdt, nog verklaard dat hij 25 procent van de aandelen houdt in Beheer maar geen bestuurder is van deze vennootschap.
Uit de verklaringen van [eiser] en de heer [betrokkene3], die in zoverre niet zijn betwist door Deloitte c.s., leidt de rechtbank tegen de achtergrond van het verdere partijdebat af, dat de overname van de aandelen in Beheer in 2013 is ingegeven door de wens om eigendom te verkrijgen van het bedrijfspand waarin [eiser] haar bedrijf uitoefende, opdat [eiser] dit daar kon blijven doen. Kennelijk heeft [betrokkene3] eerst zelf banken om financiering verzocht, en toen dit niet lukte andere investeerders gevonden. Bij het vormgeven van hun deelname in Beheer zijn kennelijk tussen de (beoogd) aandeelhouders afspraken gemaakt die ook [eiser] als huurder aangingen, meer in het bijzonder met betrekking tot de huurprijs (deze werd aanzienlijk verlaagd, ook ten opzichte van 2008) de looptijd van de huur (deze werd aanzienlijk verlengd, en de opzegmogelijkheid voor [eiser] werd geschrapt) en de kostenverdeling tussen huurder en verhuurder (deze werd nadeliger voor [eiser]). Kennelijk is op deze basis een nieuwe huurovereenkomst opgesteld die door [eiser] is aanvaard en ondertekend. Gesteld noch gebleken is dat [eiser] het met deze gang van zaken niet eens was, en het komt de rechtbank ook voor dat deze hoofdzakelijk in haar belang en voordeel was.
Nu op initiatief van [betrokkene3] en met instemming van [eiser] de eigendoms- en huurverhoudingen ingrijpend zijn gewijzigd, kan niet worden gezegd dat de hoogte van de huurprijs die [eiser] sedertdien aan Beheer moet betalen het gevolg is van de tekortkoming van Deloitte. Veeleer wijst het relaas van [eiser] erop dat de uiteindelijke inhoud van de nieuwe huurovereenkomst voortkomt uit de zakelijke eisen van de andere drie nieuwe aandeelhouders in Beheer. Daarmee is het causaal verband tussen de tekortkoming van Deloitte en de schade van [eiser] doorbroken met ingang van de nieuwe huurovereenkomst.
Gelet op deze achtergronden van de nieuwe huurovereenkomst, die door Beheer vooral ten behoeve van de belangen van [eiser] op de lange termijn lijkt te zijn geïnitieerd, valt zonder nadere - hier ontbrekende - toelichting niet in te zien dat [eiser] bij de onderhandelingen over de nieuwe huurovereenkomst in het nadeel was ten opzichte van Beheer (omdat de huurprijs door de fouten van Deloitte c.s. ruim € 10.000 hoger was) en dat dit tot concrete schade van [eiser] heeft geleid.
Nu [eiser] ter comparitie heeft aangegeven dat de nieuwe huurovereenkomst niet per 1 augustus 2013 maar per 1 juni 2013 is ingegaan, zal de rechtbank bij deze laatste datum aansluiten.