ECLI:NL:RBROT:2014:10670
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging aanspraken op leaseauto door gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een groep van 26 eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eisers, werkzaam in verschillende functies binnen de gemeente, hadden aanspraak gemaakt op een leaseauto die hen ter beschikking was gesteld in het kader van hun functie. De gemeente besloot echter om deze aanspraken te beëindigen, omdat de eisers niet meer voldeden aan de voorwaarden van de Leaseregeling Rotterdam 2008, die vereiste dat er aantoonbaar meer dan 10.000 zakelijke kilometers per jaar gereden moest worden, exclusief woon-werkverkeer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente de bezwaren van een aantal eisers gegrond verklaarde, maar de overige bezwaren ongegrond. De eisers hebben hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 28 november 2014 zijn de eisers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. A. Rhijnsburger, verschenen. De gemeente werd vertegenwoordigd door mr. M.H.E. van Veeren. De rechtbank heeft overwogen dat de gemeente voldoende heeft gemotiveerd dat de beëindiging van de leaseauto's noodzakelijk was in het kader van bezuinigingen. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet konden aantonen dat zij voldeden aan de voorwaarden voor het behoud van de leaseauto en dat de gemeente in redelijkheid had kunnen besluiten om de leaseauto's in te trekken. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.